zwerenenafleggenvaneden

Zweren en afleggen van eden

Op verzoek brengen wij hier een anders verloren artikel van de Vrije Christenen.

(De inhoud er van hoeft niet volledig in overeenstemming te zijn met het Christadelphian denken)

Zweren en het afleggen van eden

In de Gemeenten van de Mennonieten, Amish en andere doopsgezinden wordt algemeen aangenomen dat een christen geen eed kan afleggen of zweren en dit op basis van Mattheüs 5:33-37 waar staat: “Eveneens hebt GIJ gehoord dat er tot hen die in de oudheid leefden, werd gezegd: ’Gij moogt niet zweren zonder [uw eed] gestand te doen, maar gij moet uw geloften aan de Heer betalen.’ Ik zeg U echter: Zweert in het geheel niet, noch bij de hemel, want [de hemel] is Gods troon; noch bij de aarde, want ze is de voetbank van zijn voeten; noch bij Jeruzalem, want dat is de stad van de grote Koning. Ook moogt gij niet bij uw hoofd zweren, want gij kunt niet één haar wit of zwart maken. Laat UW woord Ja gewoon Ja betekenen, [en] UWNeen, Neen; want wat daar nog bij komt, is uit de goddeloze.”

Dit zijn de woorden van onze Heer Jezus Christus.Zijn halfbroer Jakobus bevestigde wat Jezus in zijn bergrede had gezegd, zoals we kunnen lezen in Jakobus 5:12: “Bovenal echter, mijn broeders, houdt op met zweren, ja, hetzij bij de hemel of bij de aarde of met enige andere eed. Maar laat UWJa, Ja betekenen en UWNeen, Neen, opdat GIJ niet onder een oordeel valt.”

Eigenlijk zou het duidelijk moeten zijn dat Jezus en Jakobus duidelijk zeggen: “houd op met zweren”.Maar zoals vaak worden deze eenvoudige woorden geïnterpreteerd tot op het punt dat men het tegenovergestelde gaat doen van wat er in de Schrift staat.

Waarom ophouden met zweren?

Jezus had het hier over de Mozaïsche Wet zoals opgetekend in Numeri 30:2: “Ingeval een man een gelofte aan JHVH doet of een eed zweert waardoor hij zijn ziel een gelofte van onthouding oplegt, mag hij zijn woord niet breken. Overeenkomstig alles wat zijn mond is uitgegaan, dient hij te handelen.”

De meeste commentatoren leggen uit dat het hier gaat om abusievelijk zweren en het afleggen van eden.De Joden hadden er een gewoonte van gemaakt alles wat ze deden vergezeld te laten gaan van een eed. Het was de Joden bij de Mozaïsche Wet toegestaan te zweren en eden af te leggen, maar dit deden ze dan in de naam van God.

De Joden in Jezus tijd hadden nu een ‘methode’ bedacht om de ernst van hun eden te omzeilen. Men zwoer niet meer bij Gods naam JHWH (Jehova of Jahweh), maar bij de hemel, de tempel, enz. Verbrak men deze eed dan was dit niet zo ernstig als het verbreken van een eed waarbij Gods naam betrokken was.In deze samenhang moeten we Jezus woorden verstaan.

Jezus geeft te kennen: Hou daar mee op! Laat je Ja, Ja betekenen en je Neen, Neen.

(Vergelijk dit met Mattheüs 23:16-22: “Wee U, blinde gidsen, die zegt: ’Als iemand bij de tempel zweert, dat is niets; maar als iemand bij het goud van de tempel zweert, heeft hij een verplichting op zich genomen.’ Dwazen en blinden! Wat toch is groter, het goud of de tempel, die het goud geheiligd heeft? En: ’Als iemand bij het altaar zweert, dat is niets; maar als iemand zweert bij de gave die daarop ligt, heeft hij een verplichting op zich genomen.’ Blinden! Wat toch is groter, de gave of het altaar, waardoor de gave wordt geheiligd? Wie daarom zweert bij het altaar, zweert daarbij en bij alles wat erop ligt; en wie zweert bij de tempel, zweert daarbij en bij hem die erin woont; en wie zweert bij de hemel, zweert bij de troon van God en bij hem die erop zit.”)

Sommigen zeggen dat christenen wel bij speciale gelegenheden mogen zweren zoals bij een rechtszaak.De vraag is: wie zal bepalen of een zaak groot of klein is?Merk op dat Jezus zegt: “Zweer in het geheel niet”!Dit lijkt duidelijk op een totaal verbod op het afleggen van eden.

Men moet ook bedenken dat Jezus hier als Leraar (Rabbi) zijn uitleg geeft van verschillende aspecten van de Mozaïsche Wet en dit kan ons helpen te weten te komen hoe we Jezus uitspraak moeten begrijpen.

Jezus commentaar op Deuteronomium 24:1:“Ingeval een man een vrouw neemt en haar werkelijk als echtgenote tot zijn bezit maakt, dan moet het geschieden dat indien zij geen gunst in zijn ogen zou vinden, omdat hij iets onwelvoeglijks van haar zijde heeft ontdekt, hij in dat geval voor haar een echtscheidingscertificaat moet uitschrijven en haar dat ter hand moet stellen en haar uit zijn huis moet wegzenden.”

Mattheüs 5:31-32:“Bovendien werd er gezegd: ’Al wie zich van zijn vrouw laat scheiden, geve haar een echtscheidingscertificaat.’ Ik zeg U echterdateen ieder die zich van zijn vrouw laat scheiden, behalve wegens hoererij, haar aan overspel blootstelt, en al wie een gescheiden vrouw trouwt, pleegt overspel.”

Met dit voorbeeld kunnen we aantonen dat Jezus, die de autoriteit heeft gehad de beheerder van de Mozaïsche Wet te zijn, er een nieuwe toepassing aan geeft.Later, na zijn dood en opstanding, zal de Wet geheel vervuld zijn door Jezus en wordt ze weggedaan en vervangen door de Wet van Christus.Jezus zegt als het ware: “De Wet zegt ‘zus en zo’ maar ik zeg dat je dit anders moet toepassen”.Wij nemen aan dat zijn uitspraken hier niet in de eerste plaats voor zijn publiek waren, maar een grotere betekenis hadden voor zijn toekomstige Gemeente.

Met dezelfde autoriteit ‘verandert’ Jezus de gebruiken omtrent zweren of eden afleggen en schaft ze af.

Men zou kunnen opwerpen dat Jezus onder de Wet stond en dat is waar. Maar net als met de Sabbat het geval is, is Jezus Heer van alle andere wetten die gegeven waren vóór zijn komst als Messias in de wereld. Men moet blijven bedenken dat Jezus zijn onderwijs gaf met het oog op de toekomstige voltooiing of vervulling van de Wet en het aanbreken van een nieuw tijdperk voor aanbidders van God.

Het zweren of het afleggen van een eed is een ernstige daad en mag niet lichtvaardig worden opgevat.Iemand die een eed aflegt, verbind zich ertoe iets te doen of te laten.Aangezien een christen Jezus toebehoort als (toekomstige) bruid heeft hij haar willen behoeden en beschermen tegen enige verbintenis die deze verhouding zou kunnen bezwaren.

Wij zouden dit in het licht van de Wet en gebruiken op geloften onder de Mozaïsche Wet kunnen onderzoeken.

Het was onder deze Wet toegestaan dat wanneer een vrouw of een dochter een belofte deed en haar man of vader deze gelofte had gehoord maar er niet akkoord mee ging, hij deze ongedaan kon maken.Zo heeft Jezus als toekomstige man van de Gemeente elke eed afgeschaft om zo een christen te beschermen.(Numeri 30:3-15)

Een christen is reeds gebonden door zijn woord en zal altijd de waarheid spreken. Hij heeft geen behoefte aan het bekrachtigen van zijn woord.

Indien iemand in de gemeenschap als een christen bekendstaat en hij leeft naar Jezus model, dan zal de gemeenschap ervan kunnen getuigen dat zijn Ja, Ja is en zijn Neen, Neen.Hierdoor zou een christen vrij komen zijn woord te bekrachtigen met een eed.

Enkele teksten omtrent zweren

Hebreeën 6:13-16: “Want toen God zijn belofte aan Abraham deed, zwoer hij, daar hij bij niemand groter kon zweren, bij zichzelf en zei: „Voorzeker, zegenend wil ik u zegenen en vermenigvuldigend wil ik u vermenigvuldigen.” En zo verkreeg [Abraham], nadat hij geduld had getoond, [deze] belofte. Want mensen zweren bij wie groter is, en hun eed is het einde van elke redetwist, daar die een wettelijke waarborg voor hen is.”

Men zegt dat God heeft gezworen, waarom zouden wij niet zweren?Men dient te begrijpen dat God, God is en wij mensen. Aan de andere kant moet men er rekening mee houden dat dit alles plaats had vóór de komst van de Messias.

Mattheüs 26:63-64: “Maar Jezus bleef zwijgen. Daarom zei de hogepriester tot hem: „Ik stel u onder ede bij de levende God, ons te zeggen of gij de Christus, de Zoon van God, zijt!” Jezus zei tot hem: „Gijzelf hebt [het] gezegd. Maar ik zeg ulieden: Van nu af zult GIJ de Zoon des mensen zien zitten aan de rechterhand der kracht en [hem] zien komen op de wolken des hemels.”

Deze verzen worden gebruikt om aan te tonen dat Jezus geen bezwaar maakte tegen het gebruik van eden. Bij zijn veroordeling stelde de hogepriester Jezus onder een eed om hem te laten zeggen of hij de Christus en de Zoon van God was.De hogepriester stelt Jezus onder een eed, maar dit wil niet zeggen dat Jezus hiermee akkoord ging!En eerlijk gezegd ging Jezus op dit cruciaal moment van zijn leven geen debat aangaan betreffende het afleggen van het wel of niet afleggen van een eed.Jezus zweert niet dat hij de waarheid zal spreken, maar geeft gewoon antwoord op de vraag van de hogepriester en dit omdat deze vraag de belangrijkste was die er gesteld kon worden. Ja, was Jezus nu eigenlijk de Messias? Jezus kon de gelegenheid niet laten voorbij gaan om de priesters en schriftgeleerden een getuigenis te geven, inclusief Psalm 110:1.

2 Korinthiërs 1:23: “Nu roep ik God aan tot getuige tegen mijn eigen ziel dat ik om U te sparen nog niet naar Korinthe ben gekomen.” Galaten 1:20:“Aangaande de dingen nu die ik U schrijf, ziet! voor het aangezicht van God, ik lieg niet.”

Deze twee teksten worden soms gebruikt om aan te tonen dat Paulus eden aflegde en dat er dus voor christenen geen bezwaar is tegen het afleggen van eden.

Paulus roept hier tweemaal God op als getuige van het feit dat hij dit of dat wel of niet heeft gedaan.Merk op dat Paulus niet zegt: “Ik zweer bij God dat ik …” .. Hij roept alleen God op als getuige.In de praktijk is dit de methode die christenen gebruiken die nu juist het zweren vermijden. Wil men zijn toehoorders, die zouden kunnen twijfelen aan zijn woorden, toch overtuigen dat zijn Ja, wel degelijk Ja is en zijn Neen, wel degelijk Neen, dan kan men God als getuige oproepen en nochtans niet zweren.

Openbaring 10:5-6: “En de engel die ik op de zee en op de aarde zag staan, hief zijn rechterhand op naar de hemel, en hij zwoer bij Degene die tot in alle eeuwigheid leeft, die de hemel en wat daarin is en de aarde en wat daarop is en de zee en wat daarin is, heeft geschapen: „Er zal geen uitstel meer zijn;”

Hier is sprake van een engel die zweert bij God.We kunnen hier opmerken dat het om een engel gaat en niet om een mens tot wie Jezus zich wendde.Engelen zijn niet opgenomen in het Nieuwe Verbond met Christus.

Sommigen redeneren als volgt: een christen hoeft er geen bezwaar tegen te hebben voor het gerecht een eed af te leggen, want hij zal de waarheid spreken, of hij nu wel of niet onder ede staat.Men kan dit eigenlijk omdraaien en zeggen: een christen heeft bezwaren tegen het afleggen van een eed voor het gerecht omdat hij toch altijd de waarheid spreekt, en hij hoeft daarom niet onder een eed te staan.

Sommige Christenen hebben besloten om geen eed af te leggen en niet te zweren in gehoorzaamheid aan Jezus gebod, bevestigd door onze broeder Jakobus.Dit heeft in de loop der geschiedenis het leven gekost aan talloze broeders en zusters. Zij volgden hun geweten.

Conclusie

In het licht van de verschillende argumenten verstaan sommigen Jezus’ en Jakobus’ woorden als enkel het veroordelen van het uitspreken van schijnheilige eden om indruk te maken of om dagelijkse gesprekken te kruiden met eden die niet bedoeld zijn om te houden.

Daarom bezien zij het niet als verkeerd om bij speciale gelegenheden eden af te leggen, zoals in een rechtbank of bij speciale religieuze aangelegenheden. Anderen zijn tot een andere conclusie gekomen en nemen Jezus woorden ‘in het geheel niet te zweren’ als zijnde bindend voor alle soorten eden.

Ieder christen zal naar zijn geweten moeten handelen,maar zal in gedachte houden dat hij het geloof van anderen niet tot struikelen mag brengen.Indien wij, uit liefde voor degenen wiens geweten het afleggen van eden en het zweren in het algemeen verbiedt, afzien van een liberale interpretatie,zal dit Jezus niet ontgaan.