veranderingdoordebijbel

Verandering door de Bijbel

De invloed van de Heilige Schrift op het leven en wezen van diegene die het lezen.

Verandering door de Bijbel.

God Woord kan ons veranderen.

De Bijbel claimt van goddelijke oorsprong te zijn en voorziet in haar passages enkele bewijzen om het opgeëiste te bevestigen en dit in het bijzonder in relatie tot de vervulde profetieën.

De mensen die verantwoordelijk zijn om deze teksten op te tekenen schreven dat God hen dirigeerde. Terwijl verscheidene mensen over een periode van een zeventien eeuwen samenstelde was de eigenlijke auteur de Schepper van hemel en aarde, de tot stand gever of ontwerper van het Woord zelf. Het is juist opvallend dat er zulk een tijdspanne over het schrijven van de Bijbel is heengegaan terwijl de boodschap consistent is gebleven. Terwijl de samenstelling werd verwezenlijkt over meer dan 1.500 jaar is de basis boodschap uniform en onomstotelijk onweerlegbaar gebleven zonder tegenspraak. Bijzonder mag het ook genoemd worden dat als men ziet welk een weerstand tegen deze geschriften is gegeven, dat deze de tand der tijd doorstaan hebben en op de dag van vandaag nog steeds onveranderlijk zijn gebleven en een actuele tijdswaarde hebben behouden.

Indien de Grote Schepper van alle dingen volmaakt is in al Zijn handelingen moet Zijn Woord ook vlekkeloos en volledig zijn. In haar volledige vorm is het een foutloos werk dat zich niet tegenspreekt maar zich verder aanvult en verduidelijkt.

In het verleden heeft God op vele manieren door de profeten tot onze voorouders gesproken. Nooit is Hij opgehouden richting te geven en toe te zien op Zijn schepsels. Na vele eeuwen heeft Hij Zijn beloofde Redding tot leven laten komen en laten spreken. Het was door Zijn Zoon, aan Wie Hij alles heeft gegeven en door Wie Hij de wereld heeft gemaakt dat Hij verdere verduidelijking heeft laten toe komen tot ons.(Heb 1:1-2) [1] Het was juist het geduld dat God met de mens had gehad voor vele jaren dat Hem met de vele schrijvers tot hen en ons door Zijn Geest sprak en via profeten om de mens terecht te wijzen. Maar zij luisterden niet. Daarom leverde God hen opnieuw over aan de macht van de omringende volken. (Ne 9:30) [2]

God Zijn plannen zijn niet dezelfde als die van ons en Zijn gedachten zijn niet onze gedachten. Gods wegen zijn totaal verschillend dan die van de mensen. Zijn wegen liggen boven de onze en Zijn gedachten zijn veel hoger dan onze gedachten! Jehovah of Jahweh stuurt zijn Woord uit en het levert altijd vrucht op. Het doet alles wat Hij wil en bereikt datgene, waarvoor Hij het wegstuurt, zelfs al willen velen er niet naar luisteren. (Jes 55:8-11) [3]

Zelfs al moest God er zeer jonge mensen voor uitkiezen die zich zelf onbekwaam vonden om te spreken [4], koos Hij diegenen uit die Hij het meest geschikt vond om toch Zijn Woorden over te brengen naar hun omgeving en om ze op te tekenen voor de toekomst, zo dat de mensen er later nog zouden kunnen uit leren en kunnen vergelijken zodat zij ook de voorspellingen en hun verloop konden na trekken.

Zo als vroeger toen de mensen van Gods woordvoerders het woord van God hoorden, was dat voor hen en ons geen nieuws van mensen, maar van God. Wij kunnen het aannemen voor wat het was en is: Een boodschap van God. Ofwel verwerpen wij het. Maar wij moeten er bewust van zijn dat die boodschap een geweldige invloed op hen heeft die erin geloven.

Verkondigers, profeten, apostelen, mannen en vrouwen van alle slag hebben vermaand en aangemoedigd, en Gods Wil kenbaar gemaakt. Het waren mensen die in God geloofden en Hem wilden dienen. Zij hadden gezworen een leven te leiden, God waardig. Hun aankondigingen waren een verkondiging, die ons roept tot de heerlijkheid van Zijn koninkrijk. Zij waren dankbaar dat anderen het goddelijk woord der prediking van hen konden ontvangen maar gaven ook steeds te kennen dat wij het moesten aanvaarden, niet als een woord van mensen, maar als wat het inderdaad is: het woord van God zelf. Zodat het ook werkzaam blijft in diegene die gelooft.” (1Th 2:12-13) [5]

Hiervoor zullen wij God altijd blijven danken: Daarom moeten wij ons helemaal aan God wijden. Temeer omdat Hij ons al Zijn liefdevolle goedheid aangeboden heeft. God heeft er voor gezorgd dat wij vandaag ook Zijn Woord ten volle kunnen horen en dat wij de Wil van God kunnen leren kennen. Heden kan het Woord van God ook nog inwerken op ons.

De Bijbel is consistent in zijn leerstelling dat het Woord van God ons kan beïnvloeden. God heeft de dynamische kracht om onze levens te transformeren. Het Woord van God kan ons hervormen in de wijze waarop wij gaan denken of handelen. Dit kan op zulk danige wijze dat wij ons een volledig nieuwe houding gaan aanmeten omtrent onze houding tegenover het leven nu en onze verwachtingen naar een ander Leven. Zulk een verandering zal ons voorbereiden op de wederkomst van Christus Jezus en de verwezenlijking van het Koninkrijk van God op aarde.

In de twaalfde brief aan de Romeinen leert de apostel Paulus ons dat indien wij bereid zijn onze natuurlijke levensloop van het vlees op te offeren op die manier dat ons karakter kan gevormd worden naar het patroon van Jezus Christus wij ook totaal een nieuwe mens kunnen worden. Eerder dan ons te richten of te schikken naar het vleselijke moeten wij ons laten omvormen door ons te richten op het geestelijke en door onze wil om zo veel mogelijk in harmonie te leven met de geest van God. Wij moeten aldus proberen “heilig” te worden. Dat betekent “afgezonderd” en gezuiverd” of “rein”. Door de Bijbel als Woord van God, te laten in werken op ons kunnen wij ons verstand gaan richten op de juiste zaken. Wij kunnen ons er dan toe brengen ons lichaam een levend offer te zijn; heilig, zodat het een vreugde voor God is. Wij moeten niet worden als de mensen die zich niets van God aantrekken. Wij moeten en kunnen anders worden, door een nieuwe manier van denken. Dan kunnen wij ontdekken wat God wil. En wat Hij wil, is goed, aangenaam en volmaakt. (Ro 12:1-2) [6]

Met een beroep op Gods barmhartigheid kunnen wij vragen om onszelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in zijn dienst gesteld te kunnen worden. Want dat zou voor al diegenen die zich Christen noemen de ware eredienst moeten zijn. Laten wij daarom er op toe zien onszelf niet aan te passen aan deze wereld, maar te veranderen door onze gezindheid te vernieuwen, om zo te ontdekken wat God van ons wil en wat goed, volmaakt en hem welgevallig is.” (Ro 12:1-2) (vtn 5)

Enkel door de wijze raad op te volgen die God ons geeft via de Heilige Geschriften en via de ingeving door Zijn Geest (of Gods Kracht) zullen wij kunnen leren denken en evalueren op een andere manier die volgens God aanvaardbaar zal zijn. Kort gezegd moeten wij een nieuwe geest hebben. Een vernieuwd gemoed zal ons in staat kunnen stellen om te bewijzen wat goed of slecht is of al of niet aanvaardbaar is volgens de Wil van god. Indien wij werkelijk zonen en dochters van God willen worden is deze nieuwe benadering van het leven te beschouwen als een “redelijke dienst” (Grieks “logikos” logische rationele, beredeneerde, billijke, verstandige, terechte dienst).

Indien wij het Woord van God vrij in ons laten regeren in ons leven moet het wel effect hebben om in ons te ontwikkelen van die aard dat wij in harmonie gaan komen met het leven van Christus. Gods Woord zal ons een gezindheid geven gelijk Jezus predikte. Het is die beschikking die wij ons moeten trachten aan te meten. Door de gezindheid te laten heersen die Christus Jezus had zullen wij ons eveneens nederig to Zijn Vader kunnen opstellen, zoals Hij die de gestalte van en god had, niet vast hield aan een beeld dat de mensen graag hadden van Hem, maar er afstand van deed. [7] Ook al willen vandaag ook nog veel mensen Christus Jezus als God aanschouwen bleef Hij er zich aan houden dankbaar te zijn maar een Zoon van God te zijn. Hij nam zelfs de gestalte aan van een slaaf en werd gelijk aan een arme mens, die zich vernederde en als gehoorzame aan God tot in de dood – de dood onderging aan een martelpaal of “kruis”. Daarom heeft God hem hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat en Hem verhoogd tot een goddelijk wezen dat niet meer zal kunnen sterven. (Flp 2:5-9) [8] Wij zullen steeds kunnen sterven, maar geestelijk zullen wij onaantastbaar voor mensen kunnen worden indien wij willen. In ons leven zullen wij ook ons “kruis” moeten dragen, maar wij hoeven niet aan het hout worden opgehangen. Door Christus’ Zoenoffer kunnen wij gereinigd worden en het Woord van God ons nog verder doen laten zuiveren om zo volledig tot een pure menselijke vorm (beter: ‘geestelijke gedaante’ in menselijk lichaam) te komen volledig volgens het Plan van de Schepper.

De grote zegening welke aan iedereen is aangeboden die de Waarheid wil leren en zal willen trachten nederig Christus Zijn voorbeeld te volgen is om deelgenoten te worden van het Zoenoffer.

Als wij ons de moeite getroosten om ons te vernederen onder de machtige hand van God, opdat hij ons te zijner tijd moge verhogen kunne wij nu reeds genieten van vele zegeningen. Reeds tijdens ons leven zullen wij onze bezorgdheid op hem mogen werpen, want hij zal werkelijk voor ons zorgen. [9] Het lezen van de Heilige Schrift kan ons et de mogelijke zaken uitrusten om weerstand te bieden in dit leven en om ons verder te vormen, .maar steeds zullen wij onze zinnen bij elkaar moeten houden en waakzaam moeten zijn. Zoals men het Woord van God heeft willen vernietigen en Jezus ter dood heeft gebracht zal men ook die genen die Christus liefhebben en God aanbidden, kwaad willen toedragen of zelfs willen vernietigen. Door onze keuze voor God en Zijn Woord zullen wij zijn tegenstander, het Kwaad of de Duivel ook tegen ons krijgen. Die zal rond gaan als een brullende leeuw, op zoek om [iemand] te verslinden. Door de Kracht van het Woord van God zullen wij kunnen leren ons standpunt tegen hem in te nemen, vast in het geloof, wetend dat dezelfde dingen in de vorm van lijden zich aan de gehele gemeenschap van onze broeders in de wereld voltrekken. Maar nadat wij een korte tijd hebben geleden, zal de God van alle onverdiende goedheid, die ook ons geroepen heeft tot zijn eeuwige heerlijkheid in eendracht met Christus, zelf onze opleiding voleindigen, Hij zal ons standvastig maken, Hij zal ons sterk maken. Hem is en zij de macht in eeuwigheid.( 1Pe 5:6-11 ) [10]

Zoals het was in de dagen van Noach of zoals het was in de dagen van Lot, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon. Een met slechtheid overwoekerde aarde, vol leed en menselijk verdriet.

Er was er de eerste mens die Gods heerschappij in twijfel had getrokken, maar daarna kwamen er zelfs mensen die niet enkel twijfelden aan Gods macht maar ook aan Zijn bestaan. Reeds twee maal in de geschiedenis was het te gortig geworden en vond God het nodig om op te treden. Tot aan de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam die iedereen verzwolg. Of zoals het eraan toeging in de dagen van Lot en Lot luisterend naar God wegtrok uit Sodom, regende het vuur en zwavel uit de hemel en kwamen allen om. Zo zal het ook gaan op de dag waarop de Mensenzoon wordt geopenbaard. Er werd vroeger op los gedronken, gehuwd of uitgehuwelijkt of het niets was, met elkaars lichaam gespeeld zonder gêne en er werd weinig of geen rekening gehouden met een ander. Het mensdom zal weer vervallen tot ‘oude’ verwenselijke gebruiken die God verfoeilijkt. En de wereld zal weer zo decadent worden dat het verval van de mensheid weer nabij zal zijn. Jehovah verteld ons in zijn Woord dat Hij de wereld reeds veroordeeld heeft maar dat nog één laatste keer zal doen. Hij wil dat wij er ons bewust van zijn dat die dag van het Laatste Oordeel er spoedig zal komen. Wie op die dag op het dak van zijn huis is moet niet naar beneden gaan om zijn bezittingen te gaan halen, en wie op het land is moet niet naar huis terug willen gaan. Wie probeert zijn leven veilig te stellen zal het verliezen, maar wie het verliest zal het behouden. Ook zal het dan te laat zijn om op dat ogenblikken stappen te gaan ondernemen om zichzelf te redden. (Lu 17:26-33) [11]

Indien wij zoals Lot bereid zijn om ons van de wereld af te keren, onze rug toe te keren naar verkeerde levenswijzen en tot God te keren in geloof met het begrip van Zijn Woord, zullen wij kunnen leven in de hoop van een eeuwig leven. [12]

Wij moeten goed onthouden dat niets van wat de profeten in de Boeken hebben gezegd, zonder de hulp van de Heilige Geest kan worden uitgelegd. Want zij hebben die woorden niet zelf bedacht, maar de Heilige Geest heeft hen ertoe gedreven namens God te spreken. (2Pe 1:20-21) Jehovah heeft ons meet de overbrenging van Zijn Woorden de mogelijkheid gegeven om voldoende te leren om ons leven te redden.

Gods genade is openbaar geworden tot redding van alle mensen. Ze leert ons dat we goddeloze en wereldse begeerten moeten afwijzen. De Bijbel met het Woord van God voedt ons op, om goddeloosheid te verzaken en wereldse begeerlijkheid; om ingetogen, rechtschapen, godvruchtig in deze wereld te leven. Steeds moeten wij trachten bezonnen, rechtvaardig en vroom in deze wereld te blijven leven, niettegenstaande de andere gebruiken en verleidingen van de wereld om ons heen. In Christus Loskoopoffer hebben wij de bevestiging gekregen van wat ons te wachten kan staan. In afwachting van het geluk waarop wij hopen: de verschijning van de majesteit van de grote God en van onze redder Jezus Christus moeten wij nu Gods Woord ter harte nemen, het ernstig bestuderen en er proberen naar te leven. Door de juiste houding aan te nemen kunnen wij ook anderen er toe brengen een goede levenswijze aan te nemen. Alsook zullen wij door onze juiste keuzes aan anderen moeten aantonen dat wij ook werkelijk geloven dat Jezus zichzelf voor ons heeft gegeven om ons van alle zonde vrij te kopen, ons te reinigen en ons tot zijn volk te maken, dat vol ijver is om het goede te doen. (Tit 2:11-14) [13]

Jehovah, God is bereid datgene te doen wat wij voor ons zelf niet kunnen doen. Diegene die getrouwheid aan Hem vertonen zal Hij Redding bezorgen. Indien wij doen waarvoor God ons oproept, namelijk het kwade de rug toe te keren en te leven volgens de principes van de rechtvaardigheid die uitgestippeld is door God, zullen wij onze hoop verzegeld kunnen vinden. Tegelijkertijd moeten wij onze hoop ook op Jezus Christus richten en geloven in wie Hij is en in wat Hij gedaan heeft. Christus doel met Zijn leven voor ons te geven was dat er een bijzonder gezuiverd volk, ijverig en vol van goede werken zou ontstaan en één gemeenschap van gelovigen zou vormen die liever God willen behagen in plaats van mensen.

“Want Gods genade is verschenen, redding brengend aan alle mensen. om de zalige hoop te verwachten en de openbaring der glorie van onzen groten God en Zaligmaker Christus Jezus. Hij heeft zich voor ons gegeven, om ons van alle ongerechtigheid te verlossen, en ons te reinigen als zijn eigen volk, vol van ijver in goede werken.” (Tit 2:11-14 CANIS)

Beseffende dat de wereld ons eigenlijk niet veel heeft te bieden onder de huidige vorm en dat mensen voorlopig er elkaar maar het leven moeilijk kunnen op maken, moeten wij het Woord van God tot verbetering laten inwerken. Onze geest moet daarom voortdurend paraat zijn. Constant moeten wij waakzaam zijn en al onze hoop vestigen op de genade die wij zullen ontvangen wanneer Jezus Christus zich openbaart. Als gehoorzame kinderen moeten wij luisteren naar Onze Vader die ons via de Bijbel toe spreekt.

Wij moeten ons opstellen als gehoorzame kinderen en niet opnieuw toegeven aan de begeerten waardoor wij vroeger, toen wij nog onwetend waren, werden beheerst. Als wij leren ontdekken en gaan beseffen wat er in het Woord van God, het Boek der Boeken staat, zullen wij er ook van bewust moeten zijn in welke maten wij aan ons zelf moeten gaan werken en er moeten voor gaan streven een leven te leiden dat in alle opzichten heilig is, zoals Hij die ons geroepen heeft heilig is. Er staat immers geschreven: ‘Wees heilig, want ik ben heilig.’” (1Pe 1:13-16 NBV) [14]

Christus was zuiver en heeft heiligheid. God heeft ons Zijn Woord gegeven om ons ook zuiver en heilig te maken door ons te onderwijzen in Zijn Woord van Waarheid.” (Joh 17:17) [15] Hoeveel beproevingen wij ook mogen ontvangen en hoeveel problemen wij voorgeschoteld krijgen, zullen wij wanneer wij opkijken naar Jezus met Hem ook de gratie van God mogen ontvangen welk zal resulteren in een eeuwigdurende beloning voor dezen die hem ook getrouw hebben gediend. Als diegenen die de wereld niet lief hebben, noch hetgeen in de wereld is zullen wij kunnen verzekerd zijn van de Belofte en zullen wij zeker mogen zijn van de liefde van de Vader. De wereld (Grieks de “cosmos” de volgorde, de klasse en de inrichting en regeling) gaat voorbij, en haar begeerlijkheid eveneens; maar die de wil van God doet, blijft in de eeuwigheid. (1Jo 2:15-17) [16] De filosofieën, ordeningen, menselijke regeringen, religieuze, politieke, militaire en sociale systemen en regels zullen voorbij gaan en de lusten van de ogen, het vlees en de trots van het leven zullen voorbij gaan. Geheel de wereld zoals wij hem kennen zal tot het verleden gaan behoren. [17] Bij Christus wederkomst zal er een totale wending komen en zal er een Nieuwe Wereld gevormd worden. Tijdens het Koninkrijk van God onder Christus zal het menselijk ras opgevoed worden met betere normen en geschoold worden volgens goddelijk licht. De bereid willigen zullen het juiste woord gegeven worden om de verborgenheden van Gods Koninkrijk te weten te komen. Maar diegenen die alhoewel zij zien en horen toch eigenlijk als blinden en doven door het leven gaan zullen dan hun kansen verkeken hebben. Nu reeds kunnen wij Het zaad van het Woord van God krijgen en al of niet laten groeien tot iets blijvends en prachtig. Als wij het Woord van God in de goede aarde laten vallen, en in een braaf, gehoorzaam en edel hart bewaren; zullen wij volstandig vrucht dragen. (Lu 8:10-15) [18]

Naargelang wij meer lezen of gelezen hebben in de Bijbel zullen wij ook meer te weten komen hoe de mens zijn relatie met God is geweest en hoort te zijn. Ofwel kunnen wij hier op in gaan ofwel kunnen wij de zaken die wij bijleren negeren. Uiteindelijk zal eer maar een beperkt deel sterk genoeg zijn om door te zetten en het zaad te kunnen vrucht laten dragen. Voornamelijk omdat de grote meerderheid van de mensen niet bereid zullen zijn om zich aan God te onderwerpen. Een grote meerderheid van de mensen is eigenwijs en denkt het beter te weten dan hun Schepper of willen zelfs niet geloven dat zij er zijn wegens de Kracht die buiten hun verstand ligt. Zij willen hun eigen vrije wil niet onderwerpen aan het Woord van God. Het gevolg van zulk een houding en het vasthouden aan het wereldse zal tot gevolg hebben dat zij door meer aandacht te willen schenken aan het wereldse, zij geen geestelijk inzicht zullen verwerven. Het zal zelfs kunnen gebeuren dat hun wereldse gebondenheid het Woord van God zal doen onderdrukken. Zij zelf zullen verstikken door het Woord van God dat zij willen negeren. Door verder verstoken te blijven van de Waarheid zal uiteindelijk hun ware ik ontbloot worden. Zij die zodanig met het aardse omgaan dat zij het geestelijke vergeten zullen ook zoals zij die wereld zullen zien voorbij gaan, de kans niet krijgen om eeuwig licht te zien. [19] Zij zullen misschien zeggen “Ik ben rijk, want ik heb mij verrijkt en heb aan niets gebrek” (Opb 3:17 WV78) en niet beseffen dat zij meer dan allen ellendig zijn en erbarmelijk, als een blinde en naakte bedelaar. [20]

Zelfs diegene die het begin van de aarde kennen zullen hen niet kunnen helpen op de Dag die gekend zal staan als het Einde der Tijden of de Dag van het Laatste Oordeel.

Diegenen echter die er niet voor terug te schrikken om afstand van de wereld te nemen zullen als zij het Woord van God liefhebben wel verder kunnen kijken. Ook al zullen zij er misschien tijdens hun leven veel harder hebben moeten voor werken of voor ‘vechten’ zullen zij mogen beseffen dat wat al hun moeizame arbeid betreft geen dwaling of zonde zullen moeten dragen. [21] Ook al zouden wij rijk geworden zijn zal het er op aan komen op het einde van de rit god eerlijk in de ogen te kunnen kijken en om ons voor niets te moeten schamen. Ook al zouden wij aan bemoeiingen hebben gehouden zal het er op aan komen om geen ongerechtigheid te vinden die een zonde kan zijn. Onze winst die wij door het geloof in Jezus zijn loskoop offer kunnen verwerven zal op niets kwalijks moeten lijken. Het mooie zal er uit te voorschijn mogen komen. Jehovah, Adonai Elohim, de Heer onze God, Allah de Aller Vader zal diegenen die Hem liefhebben met open armen ontvangen en in Zijn Koninkrijk binnen laten.

Door Gods Woord in ons op te nemen zullen wij niet meer gevormd worden door deze wereld, de vele uitleggers, verkondigers en leraars, maar een veel grotere en betere leermeester hebben dan eender welke mens. [22]

De Boeken die verzameld zijn in de Biblica of Bijbel, zijn geschreven om ons te leren. Wij lezen daar hoe mensen, die God onder alles trouw bleven, steeds weer bemoedigd werden. En dat geeft ons nieuwe moed en goede hoop. Verder kunnen wij ons verlangen naar God vuriger laten worden. Hierdoor kunnen wij nog meer volharding en moed verwerven, ervoor zorgen dat wij één van hart en ziel Christus zullen volgen. Als wij deze geschriften dan ook regelmatig zorgvuldig onderzoeken zullen wij ook meer ons zelf en onze acties onder controle kunnen houden en als beheerste en wijze mensen tevoorschijn komen. [23] Dan kunnen wij, eensgezind en eenstemmig, de God en Vader van onze Heer Jezus Christus loven en prijzen.” (Ro 15:4-6) [24]

Romeinen 15:4-6: 4 Want alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben. 5 Moge nu de God die volharding en vertroosting schenkt, geven dat GIJ onder elkaar dezelfde geestesgesteldheid hebt die Christus Jezus bezat, 6 opdat GIJ eensgezind met één mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus moogt verheerlijken.

Laten wij daarom blijven geloven wat er ons is geleerd. Je weet dat het allemaal waar is, omdat je weet waar je het vandaan hebt gehaald en wie je kan vertrouwen. Misschien heb jij van jongsaf aan geleerd wat er in de Boeken staat, die je het inzicht geven hoe je gered kunt worden door het geloof in Christus Jezus. Misschien ben je later in aanraking gekomen meet mensen die je over Christus spraken of heb je op een andere manier de Bijbel onder ogen gekregen.

Wij hopen dat ook jij kan inzien dat al de Boeken uit de Heilige Schrift, de Bijbel door inspiratie van God zijn geschreven en dat ook jij zal beseffen dat zij nuttig zijn om ons de waarheid te leren en ons te wijzen op wat er aan ons leven en geloof nog mankeert. Hopelijk zal jij ook kunnen ondervinden hoe ze ons leven op orde zetten en helpen ons in te zien wat juist en goed is. (2Ti 3:14-16) [25]

Ook al werd alles reeds zeer lang geleden geschreven, werd het geschreven om ons te onderrichten, opdat wij door de volharding en door de vertroosting van de Schriften de hoop zouden vasthouden zoals zo velen het reeds voor ons hebben gedaan en sommigen zelfs met hunleven moesten bekopen. De eeuwenoude teksten zullen ons de mogelijkheid geven om onze zeden te verbeteren en de mensen op te voeden tot een rechtschapen leven

De schriften zullen het geduld en de vertroosting kunnen bieden die wij zo hard nodig hebben om ons in deze wereld te kunnen weren. [26] En voor diegenen die zich nederig kunnen opstellen naar het voorbeeld van Jezus Christus zullen zij zo lang zij leven en de Bijbel bestuderen die onomstotelijke veranderingen door het Woord van God kunnen voelen werken in hen. Jehovah, Jahweh de God der hemelse machten zal hun voeden met goddelijke heerlijkheden tot groot genoegen. De Weg vervolgend met geduld zullen wij ook de vruchten gaan dragen van onze inspanningen om te gaan leven zo als God het wil indien wij dat Woord van God ook in ons hart en onze ziel willen dragen.

De strijd tegen al de innerlijke gedachten die ons willen misleiden en tegen de krachten van het Kwaad zullen de moeite waard zijn, niet enkel voor de beloofde prijs, maar in het bijzonder omdat wij door onze keuze Gods Woord te willen volgen eer aan onze Vader, de Almachtige God zullen brengen.

Laten wij er ons op kunnen verheugen dat al waren wij vroeger dienstknechten van de wereld en het Kwaad, door te horen van wat er over Christus werd verteld en door te horen van wat er in de Schriften staat, dat wij nu zijn vrij gemaakt van die banden met het wereldse en hoger waarden voor ogen hebben.

Romeinen 6:12-20: 12 Laat daarom de zonde niet langer als koning in UW sterfelijke lichaam regeren, zodat GIJ de begeerten daarvan zoudt gehoorzamen. 13 Biedt ook UW leden niet langer als wapenen van onrechtvaardigheid aan de zonde aan, maar biedt UZELF aan God aan als mensen die uit de doden levend zijn geworden, en [biedt] UW leden aan God [aan] als wapenen van rechtvaardigheid. 14 Want de zonde mag geen meester over U zijn, omdat GIJ niet onder de wet staat, maar onder de onverdiende goedheid.

15 Wat volgt daaruit? Zullen wij een zonde begaan omdat wij niet onder de wet, maar onder de onverdiende goedheid staan? Moge dat nooit geschieden! 16 Weet GIJ niet dat wanneer GIJU als slaven aan iemand blijft aanbieden om hem te gehoorzamen, GIJ slaven van hem zijt omdat GIJ hem gehoorzaamt, hetzij van de zonde met de dood in het vooruitzicht of van de gehoorzaamheid met rechtvaardigheid in het vooruitzicht? [27] 17 Maar God zij gedankt dat GIJ slaven van de zonde waart, doch van harte gehoorzaam zijt geworden aan die vorm van leer waaraan GIJ werd overgeleverd. 18 Ja, daar GIJ vrijgemaakt werd van de zonde, zijt GIJ slaven van de rechtvaardigheid geworden. [28] 19 Ik spreek in menselijke bewoordingen om de zwakheid van UW vlees; want evenals GIJ UW leden als slaven hebt aangeboden aan onreinheid en wetteloosheid met wetteloosheid in het vooruitzicht, zo moet GIJ UW leden nu als slaven aan de rechtvaardigheid aanbieden met heiligheid in het vooruitzicht. 20 Want toen GIJ slaven waart van de zonde, stond GIJ vrij ten opzichte van de rechtvaardigheid. [29]

[1] “Nadat God eertijds vele malen en op velerlei wijzen tot de Vaders gesproken heeft door de Profeten, heeft Hij aan het einde dezer dagen tot ons gesproken door den Zoon, dien Hij gesteld heeft tot erfgenaam van al zijn bezit en door wien Hij de wereld gemaakt heeft.” (Heb 1:1-2 CANIS)

[2] “Jaren lang had Gij geduld met hen, en bleeft Gij ze vermanen door uw geest, die Gij hun door uw profeten zond; maar zij luisterden niet. Toen hebt Gij ze overgeleverd aan de volken der landen.” (Ne 9:30 CANIS)

[3] “Lange jaren hebt Gij hun uw lankmoedigheid betoond en Gij hebt hen door uw geest bij monde van uw profeten vermaand, maar zij hebben niet geluisterd. Daarom leverde Gij hen over in de macht van de omwonende volken.” (Ne 9:30 WV78)

“Want mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen niet mijn wegen, zo luidt de godsspraak van Jahwe, want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo gaan ook mijn wegen uw wegen te boven, en mijn gedachten uw gedachten. Want zoals de regen en de sneeuw uit de hemel neerdalen en daarheen pas terugkeren, wanneer zij de aarde hebben gedrenkt, haar hebben bevrucht en met planten bedekt, wanneer zij zaad hebben gegeven aan de zaaier, en brood aan de eter; zo zal het ook gaan met mijn woord, dat voortkomt uit mijn mond; het keert niet vruchteloos naar Mij terug, maar pas wanneer het heeft gedaan wat Mij behaagt, en alles heeft volvoerd, waartoe Ik het heb gezonden.” (Jes 55:8-11 WV78)

[4] “"Ik kende u al voordat Ik u vormde in uw moeders buik; nog voordat u werd geboren, heb Ik u al bestemd als mijn profeet voor de volken op aarde." "Och Oppermachtige HERE," zei ik, "maar dat kan ik niet! Ik ben nog veel te jong!" "Zeg dat niet," antwoordde Hij, "want u zult gaan waar Ik u stuur en zeggen wat Ik u opdraag.” (Jer 1:5-7 BOEK)

[5] “hebben vermaand, bemoedigd, bezworen, een leven te leiden welgevallig aan God, die u roept tot zijn rijk en zijn glorie. En daarom brengen ook wij dank aan God zonder einde, omdat gij het woord van God, door ons gepreekt, hebt aanvaard, en ook ter harte genomen, niet als het woord van mensen, maar, wat het in werkelijkheid is, als het woord van God, dat ook in u werkt, wanneer gij gelooft.” (1Th 2:12-13 CANIS)

[6] “Derhalve broeders, bezweer ik u bij de barmhartigheid Gods, uw lichamen aan te bieden als een levende offerande, heilig en welgevallig aan God; als een redelijke eredienst uwerzijds. Vormt u niet naar deze wereld, maar hervormt u door vernieuwing van inzicht, opdat gij onderscheiden moogt, wat de wil is van God, wat goed is, welbehagelijk en volmaakt.” (Ro 12:1-2 CANIS)

[7] Johannes 14:28-29: 28 GIJ hebt gehoord dat ik tot U heb gezegd: Ik ga heen en ik kom tot U [terug]. Indien GIJ mij liefhadt, zoudt GIJ U verheugen dat ik heenga naar de Vader, want de Vader is groter dan ik. 29 Ik heb het U nu daarom gezegd, voordat het geschiedt, opdat GIJ, wanneer het geschiedt, moogt geloven.

Johannes 20:16-17: 16 Jezus zei tot haar: „Maria!” Zij keerde zich om en zei tot hem in het Hebreeuws: „Rabboni!” (wat „Leraar!” betekent). 17 Jezus zei tot haar: „Klem u niet langer aan mij vast. Want ik ben nog niet naar de Vader opgestegen. Maar ga naar mijn broeders en zeg hun: ’Ik stijg op naar mijn Vader en UW Vader en naar mijn God en UW God.’

1 Korinthiërs 11:3: 3 Ik wil echter dat GIJ weet dat het hoofd van iedere man de Christus is; de man is op zijn beurt het hoofd van de vrouw en God het hoofd van de Christus.

1 Korinthiërs 15:27-28: 27 Want [God] „heeft alle dingen onder zijn voeten onderworpen”. Maar wanneer hij zegt dat ’alle dingen onderworpen zijn’, is het duidelijk dat dit met uitzondering is van degene die alle dingen aan hem onderwierp. 28 Wanneer echter alle dingen aan hem onderworpen zullen zijn, dan zal ook de Zoon zelf zich onderwerpen aan Degene die alle dingen aan hem onderwierp, opdat God alles zij voor iedereen.

[8] Filippenzen 2:5-9: 5 Bewaart die geestesgesteldheid in U welke ook in Christus Jezus was, 6 die, alhoewel hij in Gods gedaante bestond, geen gewelddadige inbezitneming heeft overwogen, namelijk om aan God gelijk te zijn. 7 Neen, maar hij heeft zichzelf ontledigd en de gedaante van een slaaf aangenomen en is aan de mensen gelijk geworden. 8 Meer nog, toen hij zich in de hoedanigheid van een mens bevond, heeft hij zich vernederd en is gehoorzaam geworden tot de dood, ja, de dood aan een martelpaal. 9 Juist daarom heeft God hem ook tot een superieure positie verhoogd en hem goedgunstig de naam gegeven die boven elke [andere] naam is,

[9] Psalm 55:22: 22 Werp uw last op Jehóvah, En hijzelf zal u schragen. Nooit zal hij toelaten dat de rechtvaardige wankelt.

Psalm 68:19: 19 Gezegend zij Jehovah, die dagelijks de vracht voor ons draagt, De [ware] God van onze redding.

1 Petrus 1:3-7: 3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, want overeenkomstig zijn grote barmhartigheid heeft hij ons door middel van de opstanding van Jezus Christus uit de doden een nieuwe geboorte gegeven tot een levende hoop, 4 tot een onverderfelijke en onbesmette en onverwelkbare erfenis. Ze is in de hemelen weggelegd voor U, 5 die door Gods kracht door middel van geloof behoed wordt tot een redding welke gereed ligt om in de laatste tijdsperiode geopenbaard te worden. 6 In dit feit verheugt GIJ U zeer, alhoewel GIJ op het ogenblik voor een korte tijd, indien het zo moet zijn, door velerlei beproevingen wordt bedroefd, 7 opdat de beproefde hoedanigheid van UW geloof — welke van veel grotere waarde is dan goud, dat vergaat ook al wordt het door vuur beproefd — een reden tot lof en heerlijkheid en eer bevonden moge worden bij de openbaring van Jezus Christus.

[10] 1Pe 5:6-11: “Houdt u dan klein onder de sterke hand van God: Hij zal u te zijner tijd omhoogheffen. Schuift al uw zorgen op Hem af, want Hij heeft zorg voor u. Weest nuchter, wordt wakker! Uw vijand de duivel zwerft rond als een brullende leeuw, op zoek naar een prooi om te verslinden. Weerstaat hem, sterk door het geloof. Ge weet dat soortgelijk lijden het deel is van uw broeders over heel de wereld. De God van alle genade, die u in Christus tot zijn eeuwige heerlijkheid heeft geroepen, Hijzelf zal u na een korte tijd van lijden herstellen en bevestigen en stevig zetten op hechte grondslagen. Hem is de kracht in eeuwigheid. Amen.” (WV78)

[11] Lukas 17:22-33: 22 Toen zei hij tot de discipelen: „Er zullen dagen komen waarin GIJ zult begeren een van de dagen van de Zoon des mensen te zien, maar GIJ zult [die] niet zien. 23 En men zal tot U zeggen: ’Ziet daar!’ of: ’Ziet hier!’ Gaat niet heen en loopt [hen] niet achterna. 24 Want evenals de bliksem, door zijn flits, van één streek onder de hemel tot een andere streek onder de hemel schijnt, zo zal de Zoon des mensen zijn. 25 Maar eerst moet hij veel lijden ondergaan en door dit geslacht verworpen worden. 26 En net zoals het geschiedde in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Zoon des mensen: 27 zij aten, zij dronken, mannen huwden, vrouwen werden ten huwelijk gegeven, tot op de dag waarop Noach de ark binnenging en de vloed kwam en hen allen vernietigde. 28 Evenzo, net zoals het geschiedde in de dagen van Lot: zij aten, zij dronken, zij kochten, zij verkochten, zij plantten, zij bouwden. 29 Maar op de dag dat Lot uit Sodom ging, regende er vuur en zwavel uit de hemel en vernietigde hen allen. 30 Op dezelfde wijze zal het gaan op de dag waarop de Zoon des mensen geopenbaard zal worden.

31 Laat degene die zich op die dag op het dak bevindt, maar wiens huisraad in het huis is, niet naar beneden komen om het op te halen, en laat evenzo degene die zich buiten op het veld bevindt, niet terugkeren tot de dingen die hij heeft achtergelaten. 32 Denkt aan de vrouw van Lot. 33 Al wie tracht zijn ziel voor zich te behouden, zal ze verliezen, maar al wie ze verliest, zal ze in het leven behouden.

[12] Mattheüs 10:38-39: 39 Wie zijn ziel vindt, zal ze verliezen, en wie zijn ziel verliest ter wille van mij, zal ze vinden.

Mattheüs 16:24-27:24 Toen zei Jezus tot zijn discipelen: „Wil iemand achter mij komen, dan moet hij zichzelf verloochenen en zijn martelpaal opnemen en mij voortdurend volgen. 25 Want wie zijn ziel wil redden, zal ze verliezen; maar wie zijn ziel verliest ter wille van mij, zal ze vinden. 26 Want wat voor nut zal het voor een mens hebben als hij de gehele wereld wint, maar zijn ziel verbeurt? Of wat zal een mens geven in ruil voor zijn ziel? 27 Want de Zoon des mensen zal stellig komen in de heerlijkheid van zijn Vader met zijn engelen, en dan zal hij een ieder vergelden naar zijn gedrag.

Markus 8:35-38: 35 Want wie zijn ziel wil redden, zal ze verliezen; maar wie zijn ziel verliest ter wille van mij en het goede nieuws, zal ze redden. 36 Wat voor nut toch heeft het voor een mens als hij de gehele wereld wint en zijn ziel verbeurt? 37 Wat toch zou een mens geven in ruil voor zijn ziel? 38 Want wie zich in dit overspelige en zondige geslacht over mij en mijn woorden schaamt, over hem zal ook de Zoon des mensen zich schamen wanneer hij gekomen zal zijn in de heerlijkheid van zijn Vader met de heilige engelen.

Spreuken 24:11-12: 12 Ingeval gij zoudt zeggen: „Zie! Wij wisten dit niet” — zal juist hij die de harten toetst, het niet onderscheiden, en juist hij die uw ziel gadeslaat, het niet weten en de aardse mens niet stellig naar zijn activiteit vergelden?

Romeinen 2:3-11: 3 Zijt gij echter dit idee toegedaan, o mens, dat gij die een oordeel velt over hen die zulke dingen beoefenen en ze nochtans zelf doet, aan het oordeel van God zult ontkomen? 4 Of veracht gij de rijkdom van zijn goedheid en verdraagzaamheid en lankmoedigheid, omdat gij niet weet dat de goedgunstige [hoedanigheid] van God u tot berouw tracht te brengen? 5 Maar overeenkomstig uw hardheid en onberouwvol hart stapelt gij voor uzelf gramschap op tegen de dag van gramschap en van de openbaring van Gods rechtvaardige oordeel. 6 En hij zal een ieder vergelden naar zijn werken: 7 eeuwig leven aan hen die door volharding in werk dat goed is, heerlijkheid en eer en onverderfelijkheid zoeken; 8 hun echter die twistziek zijn en die ongehoorzaam aan de waarheid maar gehoorzaam aan onrechtvaardigheid zijn, wacht gramschap en toorn, 9 verdrukking en benauwdheid, over de ziel van ieder mens die het schadelijke doet, eerst van de jood en ook van de Griek; 10 maar heerlijkheid en eer en vrede voor een ieder die het goede doet, eerst voor de jood en ook voor de Griek. 11 Want er is bij God geen partijdigheid.

[13] Titus 2:11-15: 11 Want de onverdiende goedheid van God, die redding brengt aan alle soorten van mensen, is openbaar gemaakt 12 en onderricht ons dat wij goddeloosheid en wereldse begeerten moeten afwijzen en met gezond verstand en rechtvaardigheid en godvruchtige toewijding te midden van dit tegenwoordige samenstel van dingen moeten leven, 13 in afwachting van de gelukkige hoop en glorierijke manifestatie van de grote God en van [de] Redder van ons, Christus Jezus, 14 die zich voor ons heeft gegeven om ons van elke soort van wetteloosheid te bevrijden en zich een volk te reinigen dat uitsluitend zijn eigendom zou zijn, ijverig voor voortreffelijke werken.

15 Blijf deze dingen spreken en vermanen en terechtwijzen met volledige autoriteit om te gebieden.

1 Thessalonicenzen 4:7: 7 Want God heeft ons niet geroepen met verlof tot onreinheid, maar in verband met heiliging.

1 Timotheüs 6:5-7: 6 Ze is ongetwijfeld een middel tot groot gewin, [deze] godvruchtige toewijding gepaard aan het genoegen nemen met wat men heeft. 7 Want wij hebben niets in de wereld meegebracht en kunnen er ook niets uit meenemen.

1 Petrus 1:13: 13 Versterkt daarom UW geest tot activiteit, houdt UW zinnen volledig bij elkaar; vestigt UW hoop op de onverdiende goedheid die U ten deel zal vallen bij de openbaring van Jezus Christus.

1 Petrus 1:19-21: 20 Zeker, hij was van tevoren gekend, vóór de grondlegging der wereld, maar hij werd op het einde der tijden openbaar gemaakt ter wille van U, 21 die door bemiddeling van hem gelovigen in God zijt, die hem uit de doden heeft opgewekt en hem heerlijkheid heeft gegeven, zodat UW geloof en hoop op God [gericht] zouden zijn.

[14] 1Pe 1:13-16: “Daarom opschortende de lenden uws verstands, [en] nuchteren zijnde, hoopt volkomenlijk op de genade, die u toegebracht wordt in de openbaring van Jezus Christus. Als gehoorzame kinderen, wordt niet gelijkvormig aan de begeerlijkheden, die te voren in uw onwetendheid waren; Maar gelijk Hij, Die u geroepen heeft, heilig is, [zo] wordt ook gijzelven heilig in al [uw] wandel; Daarom dat er geschreven is: Zijt heilig, want Ik ben heilig.” (STV) “Omgordt dus de lenden van uw verstand en weest bezonnen; richt heel uw hoop op de genade, die u geschonken wordt, als Jesus Christus verschijnt. Voegt u, als gehoorzame kinderen, niet naar uw vroegere lusten uit de tijd der onwetendheid; maar weest heilig in heel uw wandel, zoals Hij heilig is, die u riep. Want er staat geschreven: "Weest heilig, omdat Ik heilig ben."” (1Pe 1:13-16 CANIS)

[15] Johannes 17:17: 17 Heilig hen door middel van de waarheid; uw woord is waarheid.

[16] 1 Johannes 2:15-19: 15 Hebt de wereld niet lief noch de dingen in de wereld. Indien iemand de wereld liefheeft, is de liefde van de Vader niet in hem; 16 want alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld. 17 De wereld gaat bovendien voorbij en ook haar begeerte, maar wie de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.

18 Jonge kinderen, het is het laatste uur, en zoals GIJ gehoord hebt dat [de] antichrist komt, zo zijn er ook nu vele antichristen opgestaan; uit welk feit wij te weten komen dat het laatste uur is aangebroken. 19 Zij zijn van ons uitgegaan, maar zij waren niet van ons slag; want indien zij van ons slag waren geweest, zouden zij bij ons zijn gebleven. Doch [zij zijn weggegaan] opdat duidelijk aan het licht zou treden dat niet allen van ons slag zijn.

[17] 1Jo 2:17: “En de wereld gaat voorbij, met haar begeerlijkheid; maar die de wil van God doet, blijft in eeuwigheid.” (PALM)

[18] Lukas 8:10-15: 10 Hij zei: „U is het gegeven de heilige geheimen van het koninkrijk Gods te begrijpen, maar aan de overigen [worden ze gegeven] in illustraties, opdat zij, ofschoon zij kijken, tevergeefs kijken, en ofschoon zij horen, de betekenis niet begrijpen. 11 Welnu, de betekenis van de illustratie is deze: Het zaad is het woord van God. 12 Die langs de weg, zijn zij die hebben gehoord, dan komt de Duivel en neemt het woord uit hun hart weg, opdat zij niet zouden geloven en worden gered. 13 Die op de rots, zijn zij die het woord met vreugde ontvangen wanneer zij het horen, maar dezen hebben geen wortel; zij geloven een tijdlang, maar in een tijd van beproeving vallen zij af. 14 Wat tussen de dorens viel, dat zijn zij die hebben gehoord, maar die, meegesleept door zorgen en rijkdom en genoegens van dit leven, volledig worden verstikt en niets tot volmaaktheid brengen. 15 Dat op de voortreffelijke aarde, zijn zij die het woord, na het met een edel en goed hart te hebben gehoord, vasthouden en met volharding vrucht dragen.

Mattheüs 13:22-23: 23 Die op de voortreffelijke aarde is gezaaid, dat is hij die het woord hoort en de betekenis ervan begrijpt, die werkelijk vrucht draagt en voortbrengt, deze honderd-, die zestig-, de ander dertigvoud.”

Markus 4:19-20: 20 Ten slotte zijn zij die op de voortreffelijke aarde werden gezaaid, degenen die naar het woord luisteren en het gunstig ontvangen en vrucht dragen: dertig- en zestig- en honderdvoud.”

Hebreeën 10:35-37: 36 Want GIJ hebt volharding nodig, om, na de wil van God gedaan te hebben, de [vervulling van de] belofte te ontvangen. 37 Want nog „een zeer korte tijd” en „hij die komt, zal komen en zal niet uitblijven”.

[19] “Kortom, zij die met het aardse omgaan, moeten er niet in opgaan; want de wereld die wij zien gaat voorbij.” (1Co 7:31 WV78)

1 Johannes 2:16: 16 want alles wat in de wereld is — de begeerte van het vlees en de begeerte der ogen en het opzichtige geuren met de middelen voor levensonderhoud die men heeft — spruit niet voort uit de Vader, maar uit de wereld.

+ De wereld is vergankelijk.

[20] Openbaring 3:14-18: 14 En schrijf aan de engel van de gemeente in Laodicéa: Deze dingen zegt de Amen, de getrouwe en waarachtige getuige, het begin van de schepping door God: 15 ’Ik ken uw daden, dat gij noch koud noch heet zijt. Waart gij maar koud of anders heet. 16 Omdat gij lauw zijt en noch heet noch koud, daarom ga ik u uit mijn mond uitbraken. 17 Omdat gij zegt: „Ik ben rijk en heb rijkdom verworven en heb in het geheel niets nodig”, maar gij niet weet dat gij ellendig en beklagenswaardig en arm en blind en naakt zijt, 18 raad ik u aan door vuur gelouterd goud van mij te kopen, opdat gij rijk moogt worden, en witte bovenklederen, opdat gij gekleed moogt worden en de schande van uw naaktheid niet openbaar wordt, en oogzalf om op uw ogen te strijken, opdat gij moogt zien.

[21] Hosea 12:7-8: 8 En Efraïm blijft zeggen: ’Inderdaad, ik ben rijk geworden; ik heb waardevolle dingen voor mij gevonden. / “(12:9) En Efraim zegt: ‘Al ben ik vermogend geworden en al heb ik rijkdom opgedaan, met al die winst deed ik geen schuld op, waarin iemand zonde kan zien.’” (WV78)

[22] Romeinen 12:1-2: 2 En wordt niet langer naar dit samenstel van dingen gevormd, maar wordt veranderd door UW geest te hervormen, opdat GIJ U ervan kunt vergewissen wat de goede en welgevallige en volmaakte wil van God is.

[23] Efeziërs 5:15-17: 15 Ziet er daarom nauwlettend op toe hoe GIJ wandelt, niet als onwijzen, maar als wijzen, 16 de gelegen tijd voor UZELF uitkopend, omdat de dagen goddeloos zijn. 17 Wordt daarom niet langer onredelijk, maar blijft inzien wat de wil van Jehovah is.

[24] Romeinen 15:4-6: 4 Want alle dingen die eertijds werden geschreven, werden tot ons onderricht geschreven, opdat wij door middel van onze volharding en door middel van de vertroosting uit de Schriften hoop zouden hebben. 5 Moge nu de God die volharding en vertroosting schenkt, geven dat GIJ onder elkaar dezelfde geestesgesteldheid hebt die Christus Jezus bezat, 6 opdat GIJ eensgezind met één mond de God en Vader van onze Heer Jezus Christus moogt verheerlijken.

[25] “Gij dan, blijf bij hetgeen gij geleerd hebt, en waarvan gij overreed zijt geworden, wetende, van wien gij het hebt geleerd; en dat gij van een kind af de Heilige Schriften kent, die u kunnen wijs maken tot zaligheid, door het geloof in Christus Jezus. Alle Schrift is van God ingegeven, en nuttig tot onderwijzing, tot overtuiging, tot verbetering, tot onderrichting, in al wat de rechtvaardigheid betreft;” (2Ti 3:14-16 PALM)

“Deze woorden werden niet alleen neergeschreven om zijnentwil.” (Ro 4:23 WV78)

“Want alles wat eertijds is opgeschreven, werd opgetekend tot onze lering, opdat wij door de volharding en de vertroosting die wij putten uit de Schrift in hoop zouden leven.” (Ro 15:4 WV78)

[26] “alles toch wat vroeger geschreven werd, is tot onze onderrichting geschreven, opdat we de hoop zouden verkrijgen door het geduld en de vertroosting, die de Schriften ons bieden.” (Ro 15:4 CANIS)

[27] Ezechiël 18:4: 4 Ziet! Alle zielen — mij behoren ze toe. Zoals de ziel van de vader zo eveneens de ziel van de zoon — mij behoren ze toe. De ziel die zondigt, díe zal sterven.

Romeinen 6:22-23: 23 Want het loon dat de zonde betaalt, is de dood, maar de gave die God schenkt, is eeuwig leven door Christus Jezus, onze Heer.

[28] Johannes 8:31-32: 31 Tot de joden dan die hem hadden geloofd, zei Jezus verder: „Indien GIJ in mijn woord blijft, zijt GIJ werkelijk mijn discipelen, 32 en GIJ zult de waarheid kennen en de waarheid zal U vrijmaken.”

Galaten 5:1: 5 Voor zulk een vrijheid heeft Christus ons vrijgemaakt. Staat daarom vast en laat U niet opnieuw een slavenjuk opleggen.

[29] Johannes 8:33-34: 34 Jezus antwoordde hun: „Voorwaar, voorwaar, ik zeg U: Al wie zonde doet, is een slaaf van de zonde.