satanofduivel

Belgische Christadelphians

Satan of Duivel

Is er een bovennatuurlijke Duivel?

Allusies omtrent de Duivel en Satan.

In bijbelvertalingen vinden wij de woorden met of zonder hoofdletter van duivel en Satan. Wij moeten er ons bewust van zijn wat de bijbelschrijvers er mee bedoelden. De bijbel spreekt zeker over de duivel alsof het werkelijk een persoon is. Laten wij in herinnering nemen dat de Heilige Schrift een boekenverzameling is waarin ook veelvuldige beeldspraak in voor komt. Er worden bijvoorbeeld ook levensloze zaken in gepersonifieerd.

In de geschiedenis van Kaïn en Abel wordt het bloed als een persoon ten tonele gevoerd. 3De stem van het bloed van je broer roept vanuit de aard tot mij” (Genesis 4:10) · Gelijkwijze spreekt de Bijbel over de wijsheid of verstandigheid als over een vrouw: “Roept de geleerdheid niet?” Heet laat haar roep horen: “Mannen het is naar jullie dat ik roep” (Spreuken 8:1-21) [1] Jezus spreekt over zilver (Mammon) als een meester (Matheus 6:24) [2] zo is er ook het gezegde: “Het vuur is een goede dienaar, maar en slechte meester.” Hierbij stellen wij niet dat het vuur werkelijk een persoon is.

Dood en leven worden in veel Nederlandse zegswijzen gepersonifieerd. Ook al denken sommigen Pietje de Dood als een echte persoon te aanschouwen, hoort dit echter niet. Zo worden het slechte en de zonde, of het verkeerd gaan ook wel eens gepersonifieerd. De personificatie laat toe de grootsheid van de zonde in het licht te stellen. Hierdoor kan ons duidelijk gemaakt worden in welke mate het mislopen of het zondigen een gevaar kan betekenen voor ons welzijn of ons behoud. Vooral in het Oude Testament wordt het woord Satan naar voor gebracht voor de macht welke men oproept tegen de goddelijke stem? Het is een Hebreeuws woord dat meestal niet vertaald is geworden en de tegenstrever”, “tegenstander”, “verweerder” “bestrijder”of “opponent” betekend. Het Griekse woord “diabolos” wordt 38 keer gebruikt in het Nieuw Testament. 35 keer vindt men het vertaald als “duivel”. In de oorspronkelijke betekenis kan het vertaald worden als “aanklager” of “beschuldiger”. Eén keer wordt het weergegeven als “lasteraar” of “kwaadspreker” en twee keer als “lastertong” of “kwaadspreker” (hij die achterklap pleegt) omdat het Nederlandstalige “duivel” voor de vertalers helemaal geen zin zou hebben in die passages.

De raad die Paulus aan de bejaarde dames geeft in Titus 2:3 om als heiligen te zijn, betreft hun manuier van leven en geen kwatongen (duivel) te zijn. (Zie ook 1 Timotheus 3:11 en 2 Timotheus 2:3) [3]

In Johannes 6:70 Jezus zegt: “Jezus zei: ‘Ikzelf heb jullie alle twaalf uitgekozen, en toch is een van jullie een duivel (of een demon).’” (Joh 6:70) [4] Judas was weldegelijk een mens van vlees en bloed en geen demon of een duivel (in de zin als velen het verstaan). De zin zou veel duidelijker geweest zijn moesten de vertalers “lasteraar” of “beschuldiger” zouden gebruikt hebben. Later verraadde Judas Jezus door een kus. Judas was vast geen goede vriend, maar geen supernatuurlijke duivel.

Als wij Hebreeuwen 2:14 met Hebreeuwen 9:26 vergelijken merken wij op dat “door de dood de duivel vernietigen” op het zelfde neerkomt als “door zijn offer de zonde opzij te zetten” [5]

De Duivel en de Zonde worden op dezelfde voet gezet. Beiden zijn ze geen persoon maar wel “het verkeerd lopen” “het mis gaan” of “het niet slagen”. Beiden slaan ze op de rebellie tegen God.

Ook in Romeinen 5:21 en 6:23 wordt Zonde gepersonifieerd als de meester(es) van de dood.[6] In beide teksten is het duidelijk dat de Zonde de kracht van de dood uit maakt. Ofwel kan men zeggen dat als mensen hun doel niet kunnen bereiken (niet slagen) zij zullen sterven. Zo vertelt de Bijbel ons dat de zonde hetzelfde is als de duivel namelijk het verkeerd gaan of fout doen.

Is er een bovennatuurlijke duivel?

Één ding is duidelijk, Jehovah zegt ons in de Heilige Schrift: “Ik ben God, en er is in het geheel niemand buiten mij God. Ik ben God en niemand is gelijkaardig aan mij. “(Jesaja 46:9) [7] geen enkele bovennatuurlijke kracht is opgewassen tegen Gods Wil. De duivel, volgens populaire gedachte bestaat niet. Indien wij willen beseffen waar het kwaad vandaan komt, moeten wij ergens anders zoeken. De Bijbel verstopt de bron van het Kwaad niet. Het Kwaad, de Duivel of Satan is geen diabolische figuur maar is een hoedanigheid. Het is het slechte of het verkeerde.

Van in het begin tot het einde van de Bijbel wordt de ware vijand van God getoond. Het is geen mysterieuze engel of geestelijk wezen. In de verhalen van de Heilige Schrift wordt er regelmatig verwezen naar het slechte in de mens en waar heet vandaan komt. De verleiding komt van in de mens zelf. Luisteren wij naar wat Jezus zegt: “Wat uit de mond komt, komt vanuit het hart en is datgene dat de mens bezoedelt. Want het is uit het hart dat de slechte gedachten komen, de doodslag, het overspel, de overdaad, uitspatting of ontucht, hoogvliegendheid, valse getuigenissen en lastertaal.” (Mattheus 15:18-19) [8] Jezus bevestigd wat God reeds lang van te voren tegen Noach had gezegd: “De gedachten van het binnenste, het hart van de mens zijn de slechtheden van zijn jeugd.” (Genesis 8:21) [9] reeds van het prille begin van de wereld was er het probleem dat de mens zich liet gaan en zich niet kon bedwingen. Het kwade of het slechte was er reeds van bij de aanvang en de val is er gebleven voor alle mensen. Ieder van ons heeft zelf de mogelijkheid om de valstrik te ontlopen of anders wel verleid te worden door verkeerde gedachten. Constant wordt de mens in zijn leven tussen juiste en verkeerde gedachten geslingerd. Jeremias 17:9 zegt “het hart slingert langs alle kanten en is slecht en listig.” [10] Arglistig en verderfelijk. (NBG)

Jakobus stemt overeen met elk van die passages en besluit: “Elkeen is verleidt wanneer hij aangetrokken is en in de val gelokt is door zijn eigen nagejaagde sterke verlangens en begeerten. Vervolgens zijn het de verlangens die de zonde doen ontstaan en die de zonde in vervulling brengt veroorzaakt de dood.” (Jakobus 1: 14,15) [11]

Paulus vermaande de gelovigen om steeds in gehoorzaamheid te leven aan de Heilige Geest; dan zou de eigen begeerte, de “duivel” en de zonde geen kans krijgen zich uit te leven. Want de zondige neigingen gaan in tegen de verlangens van de Heilige Geest en omgekeerd. Deze twee krachten zijn altijd met elkaar in conflict. Geest en verlangens zijn elkaars opponenten of tegenstanders. Het komt er op aan niet zo maar te doen wat men maar wilt. (Ga 5:16-17) [12]

Zij toch die vleselijk zijn hebben de vleselijke dingen in den zin, maar zij die geestelijk zijn de geestelijke. Immers, al wat door het vlees beoogd wordt voert ten dode, wat door de geest beoogd wordt tot het leven en de vrede. Omdat wat het vlees in de zin heeft vijandschap of het duivelse tegen God is; want het onderwerpt zich niet aan de wet Gods, ja, kan dit ook niet doen;” (Romeinen 8:5-7) [13]

Duidelijk is het het eigen denken, onze verwrongen gedachten die ons verkeerd kunnen doen gaan en hierdoor ons het recht op het Komend Koninkrijk van God kunnen ontnemen en enkel ons zullen leiden naar de uiteindelijke dood. De grote vijand van God ligt in ons zelf. Het is onze eigenzinnigheid zelf onze eigen weg af te lopen zoals wij het willen. De duivel, de Satan of de Tegenstrever is het niet erkennen van de Autoriteit van God.

Duivel schadelijk voor de mens.

Het duivelse is het slechte in ons. In welke mate het verkeerd handelen of zondigen schadelijk kan zijn voor ons heil of behoud wordt aangetoond door twee bijbelse passages met elkaar te vergelijken. Nemen wij de figuurlijke stijl gebruikt in Hebreeuwen 2:14: “Tenslotte door de dood dat hij (Jezus) deze machteloze overleverde die in de macht of het vermogen van de dood lag, ’t is te zeggen de duivel.” [14] wie is er in de macht van de dood? De zonde is veel vermogend en veroorzaakt de dood. “Het loon van de zonde is de dood.” (Romeinen 6:23) [15]

Het is het verkeerd doen of de zonde, het niet slagen in het juist voleindigen, de zonde die de grootste vijand uitmaakt voor het leven. Wij strijden dus steeds, niet tegen een bovennatuurlijke duivel, maar tegen de zonde of ons eigen verkeerd gaan of het verkeerd doen.

Wij moeten niet vrezen voor wat wij nog moeten door maken.of zullen lijden. Zie, de Duivel zal sommigen van ons in de gevangenis werpen meldt ons Johannes in zijn Openbaring. Wij kunnen er niet aan onderuit op de proef gesteld te worden. Maar het komt er op aan getrouw te kunnen blijven aan de Wil van God tot aan de dood. Als wij dan die duivel of valstrikken hebben kunnen doorstaan zullen wij de krans van het leven kunnen krijgen. Het komt er op aan te horen wat de Geest tot ons en de gemeenten zegt. Wie overwint zal van de tweede dood geen schade lijden, wat inhoudt dat wij na de opstanding eeuwig leven zullen kunnen genieten.

Het is in ons zelf dat de troon van de Satan is en de duivel die ons in een gevangenis zou gooien is onze eigen stommiteit van ons volharden in het kwaad of het verkeerde. (Openbaring 2:10-13) [16]

Wij zelf dragen de volledige verantwoordelijkheid voor onze misstappen.

Wij hebben gezien dat de verkeerde gedachten van ons innerlijke komen. (Mattheus 15:18-19) [17] Door de erfzonde zijn allen onderworpen aan de zonde en de dood, want allen lopen verkeerd. “Want zij hebben allen gezondigd, en derven de heerlijkheid Gods;” (Romeinen 3:23 STV) [18]

Denkt u dat God ons zou veroordelen als de fout van een supernatuurlijke duivel zou komen? Neen, god is een rechtvaardige God en Hij zal ons toe rekenen voor wat wij (door ons zelf) verkeerd hebben gedaan.

Door de ongehoorzaamheid van Adam zijn wij sterfelijk geworden. En hebben wij aldus hierdoor ook het salaris van die zonde ontvangen. (Romeinen 6.23) en elkeen hoort hiervoor zijn eigen veroordeling te dragen.

Satan wordt de vader genoemd van alle slechtheid.

“De vader uit wie gij zijt is de duivel, en gij verkiest te volbrengen wat uw vader verlangt. Hij was een moordenaar van begin af aan en hij bevindt zich niet in de waarheid, omdat er in hem geen waarheid is. Wanneer hij leugentaal spreekt, spreekt hij uit zijn eigen wezen, want een leugenaar is hij, ja, de aartsleugenaar.” (Joh 8:44 WV78) [19]

De lusten zijn steeds geassocieerd met de menselijke ondeugden. Als wij onze geest richten op onze innerlijke verlangens zijn wij ten dode opgeschreven. Wij moeten ons zeker niet richten op het lichamelijke maar op het geestelijke en op God.

Kunnen ons zelf niet van de duivel ontdoen.

Wij hebben de keuze om ons op ons eigen te richten of ons te richten op God. Als wij ons richten op ons vlees staat volgen Paulus ons enkel de dood te wachten. De op het vlees gerichte geest is vijandig tegenover God. De grote vijand naar God toe is ons eigen menselijk verlangen.

Één ding is zeker, de mens is niet bij machte om zichzelf van de duivel of het kwaad te ontdoen. Wij kunnen ons niet eens volledig aan Gods wil onderwerpen volgens Paulus. (Romeinen 8:5-7) [20] Wij kunnen allemaal wel ons best doen om naar de geest van de letter te leven waardoor wij ons al zeer goed zullen kunnen beschermen, maar hoe men het ook draait of keert zullen wij het steeds moeilijk hebben met onze innerlijke tegenstand en met de tegenstrevers rondom ons. Paulus schrijft: “Ik bedoel dit: leef naar de Geest, dan zult ge de begeerte van de zelfzucht niet volvoeren. Want de zelfzucht begeert tegen de Geest en de Geest tegen de zelfzucht, want ze zijn elkaars tegenstanders, zodat ge niet doet wat ge zoudt willen doen.” (Ga 5:16-17 WV78)

Wij kunnen ons zelf niet redden van de dood die ons toe komt.

De Bijbel is duidelijk dat Jezus de duivel teniet heeft gedaan. Door de gratie Gods kunnen wij gered worden. Hij heeft ons door het offer van Zijn zoon Jezus Christus een mogelijkheid gegeven om te ontsnappen aan de dood.

“Volgens de wet wordt nagenoeg alles met bloed gereinigd en zonder het vergieten van bloed is er geen vergeving. Als dus de kopieën van de hemelse dingen door zulke riten gereinigd moesten worden, dan vereist het hemelse origineel ongetwijfeld een voortreffelijker offer. Want Christus is niet het heiligdom binnengegaan dat, door mensenhanden gemaakt, slechts een symbool is van het waarachtige heiligdom; Hij is de hemel zelf binnengegaan om er nu, voor onze zaak, bij God present te zijn. Ook hoeft Hij zich daar niet telkens opnieuw te offeren, terwijl de hogepriester jaar in jaar uit het allerheiligste binnengaat, met bloed dat niet het zijne is. Anders had Christus meerdere malen moeten lijden, vanaf het begin van de wereld; maar in feite is Hij slechts eenmaal verschenen, op het hoogtepunt van de geschiedenis, om door zijn offer de zonden te delgen. Het is het lot van de mens eenmaal te sterven, en daarna komt het oordeel; zo is ook Christus eenmaal geofferd, omdat Hij de zonden van allen op zich had genomen; als Hij een tweede maal verschijnt, zal het zijn los van de zonde, om heil te brengen aan allen die naar Hem uitzien.” (Heb 9:22-28 WV78)

Jezus Christus heeft voor goed al de zonden van alle mensen op zich genomen en diegenen die Hem aanvaarden als hun Redder of Messias en doen wat God verlangt kunnen ook genieten van deze prachtige offergave. [21] Jezus is die enige mens die de gevolgen van de duivel of het kwaad, de dood te niet kan doen. [22]

God vraagt ons onze eigen verantwoordelijkheid op te nemen niet enkel betreft heet zondigen of verkeerd gaan maar ook voor ons leven. Wij hebben geen enkele reden te geloven in een supernatuurlijke duivel die niet bestaat, maar als woord voor het slechte is het heel reëel een erg gevaarlijk iets dat ons totaal in de vernietiging kan brengen. Wij doen er best aan naar de volgende woorden te luisteren: “Om te besluiten, nu je alles hebt gehoord: vrees God en onderhoud zijn geboden; daar komt voor een mens alles op aan. Want van alles wat je doet, zelfs in het verborgene, zal Gods oordeel uitwijzen of het goed is of kwaad.” (Pre 12:13-14 WV78) [23]

Indien wij God geloven, zijn geboden onderhouden en ons best doen om te volharden in Zijn wensen zullen wij er op aan kunnen dat wij Zijn zegeningen zullen mogen genieten. Wanneer Jezus terug keert om te oordelen de levenden en doden zullen wij getuigen kunnen zijn hoe de duivel of het kwaad en de gevolgen er van teniet zal gedaan worden.

Er zal geen supernatuurlijk wezen ter verantwoording geroepen worden maar elkeen van ons zal voor zich zelf moeten spreken

[1] “ Zie, de Wijsheid roept, het Inzicht laat zijn stem horen. … Naast de poorten roept zij luidkeels, bij de poortingangen verheft zij haar stem: ‘U, mannen, roep ik toe, mijn stem richt zich tot de zonen der mensen. …. Want mijn verhemelte spreekt waarheid en mijn lippen verfoeien de boosheid. Al de woorden van mijn mond zijn rechtvaardig, …. Aanvaardt mijn onderricht…. Ik, de Wijsheid, ik woon bij de verstandigheid en ik beschik over weldoordachte kennis…. Bij mij ligt raad en schranderheid; ik ben het inzicht, bij mij ligt de kracht. Door mij zijn de koningen koning en stellen de vorsten vast wat recht is. Door mij heersen de heersers en de gebieders, al degenen die rechtvaardig oordelen. Wie mij liefhebben heb ik lief en wie mij zoeken zullen mij vinden. Bij mij zijn rijkdom en roem, duurzaam bezit en gerechtigheid. ... Ik bewandel de weg van de gerechtigheid, ….’” (Spr 8:1-21 WV78)

[2] “ Niemand kan twee heren dienen: hij zal de een haten en de ander liefhebben, ofwel de een aanhangen en de ander verachten. Gij kunt niet God dienen en de mammon.” (Mt 6:24 WV78)

[3] “ Zo moeten ook oudere vrouwen zich waardig gedragen, geen kwaad spreken en niet verslaafd zijn aan de wijn. Zij moeten goede adviezen geven” (Tit 2:3 WV78)

“ Ook moeten hun vrouwen waardig zijn, geen kwaadspreeksters, matig en in alle opzichten betrouwbaar.” (1Ti 3:11 WV78)

“ Draag uw deel van de last, als een goed soldaat van Christus Jezus.” (2Ti 2:3 WV78)

“De oude vrouwen insgelijks, dat zij in [haar] dracht zijn, gelijk den heiligen betaamt, dat zij geen lasteressen zijn, zich niet tot veel wijns begevende, [maar] leraressen zijn van het goede;” (Tit 2:3 STV)

“De vrouwen insgelijks [moeten] eerbaar [zijn], geen lasteressen, wakker, getrouw in alles.” (1Ti 3:11 STV)

“Gij dan, lijd verdrukkingen, als een goed krijgsknecht van Jezus Christus.” (2Ti 2:3 STV)

[4] “Jezus gaf hun ten antwoord: ‘Heb Ik u niet uitgekozen, twaalf in getal? En toch is een van u een duivel.’” (Joh 6:70 WV78)

[5] “De kinderen van een familie hebben deel aan hetzelfde vlees en bloed; daarom heeft Hij ons bestaan willen delen, om door zijn dood de vorst van de dood, de duivel, te onttronen,” (Heb 2:14 WV78)

“Anders had Christus meerdere malen moeten lijden, vanaf het begin van de wereld; maar in feite is Hij slechts eenmaal verschenen, op het hoogtepunt van de geschiedenis, om door zijn offer de zonden te delgen.” (Heb 9:26 WV78)

[6] “Zo heeft de zonde haar heerschappij uitgeoefend door de dood, maar de genaze zal heersen door de gerechtigheid, en leiden tot eeuwig leven, dank zij Jezus Christus onze Heer.” (Ro 5:21 WV78)

“Want het loon van de zonde is de dood, maar de gave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus onze Heer.” (Ro 6:23 WV78)

[7] “Herinnert u wat vroeger gebeurd is, in de oude tijd, want Ik ben God, niemand anders is God, niemand aan Mij gelijk.” (Jes 46:9 WV78)

[8] “Maar wat de mond uitgaat, komt voort uit het hart en dat bezoedelt de mens. Want uit het hart komen voort boze gedachten, moord, echtbreuk, ontucht, diefstal, valse getuigenis en godslastering.” (Mt 15:18-19 WV78)

[9] “Jahwe rook de aangename geur en zei bij zichzelf: ‘Nooit meer zal Ik de aardbodem vervloeken vanwege de mensen: het hart van de mens is immers geneigd tot het kwade van jongs af aan. Ook de andere levende wezens zal Ik nooit meer treffen, zoals Ik nu gedaan heb.” (Ge 8:21 WV78)

[10] “Niets is zo onbetrouwbaar als het hart, onverbeterlijk is het, wie kan het peilen?” (Jer 17:9 WV78)

[11] “Wordt iemand bekoord, dan is het altijd door het trekken en lokken van zijn eigen begeerte. Daarna, als de begeerte bevrucht is, baart zij de zonde; en de zonde, eenmaal volgroeid, baart de dood.” (Jak 1:14-15 WV78)

[12] “Ik bedoel dit: leef naar de Geest, dan zult ge de begeerte van de zelfzucht niet volvoeren. Want de zelfzucht begeert tegen de Geest en de Geest tegen de zelfzucht, want ze zijn elkaars tegenstanders, zodat ge niet doet wat ge zoudt willen doen.” (Ga 5:16-17 WV78)

[13] “Zij die leven volgens het vlees, zinnen op wat het vlees wil. Die geleid worden door de Geest, zinnen op de dingen van de Geest. Het streven van het vlees loopt uit op de dood, het streven van de Geest op leven en vrede. Want het verlangen van het vlees staat vijandig tegenover God. Het onderwerpt zich niet aan Gods wet, het kan dit niet eens;” (Ro 8:5-7 WV78)

[14] “De kinderen van een familie hebben deel aan hetzelfde vlees en bloed; daarom heeft Hij ons bestaan willen delen, om door zijn dood de vorst van de dood, de duivel, te onttronen,” (Heb 2:14 WV78)

[15] “Want het loon van de zonde is de dood, maar de gave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus onze Heer.” (Ro 6:23 WV78)

[16] “Vrees niet het lijden dat u wacht. De Duivel zal sommigen van u in de gevangenis werpen om u te beproeven, en gij zult hevig lijden, tien dagen lang. Wees getrouw tot de dood en Ik zal u de kroon des levens geven. Wie oren heeft, hore wat de Geest tot de kerken zegt: Wie overwint, zal van de tweede dood geen schade lijden. En schrijf aan de engel van de kerk te Pergamum: Zo spreekt Hij die het zwaard voert, het scherpe en tweesnijdende: Ik weet waar gij woont: daar waar de troon van de Satan staat. Toch houdt gij mijn naam hoog, gij hebt het geloof in Mij niet verloochend, ook niet in de dagen van Antipas, mijn trouwe getuige, die gedood werd bij u, daar waar de Satan woont.” (Opb 2:10-13 WV78)

[17] “Maar die dingen, die ten monde uitgaan, komen voort uit het hart, en dezelve ontreinigen den mens. Want uit het hart komen voort boze bedenkingen, doodslagen, overspelen, hoererijen, dieverijen, valse getuigenissen, lasteringen.” (Mt 15:18-19 STV)

[18] “Want allen hebben gezondigd en allen zijn verstoken van de goddelijke heerlijkheid.” (Ro 3:23 WV78)

[19] “Gij zijt uit den vader den duivel, en wilt de begeerten uws vaders doen; die was een mensenmoorder van den beginne, en is in de waarheid niet staande gebleven; want geen waarheid is in hem. Wanneer hij de leugen spreekt, zo spreekt hij uit zijn eigen; want hij is een leugenaar, en de vader derzelve [leugen].” (Joh 8:44 STV)

[20] “Zij die leven volgens het vlees, zinnen op wat het vlees wil. Die geleid worden door de Geest, zinnen op de dingen van de Geest. Het streven van het vlees loopt uit op de dood, het streven van de Geest op leven en vrede. Want het verlangen van het vlees staat vijandig tegenover God. Het onderwerpt zich niet aan Gods wet, het kan dit niet eens;” (Ro 8:5-7 WV78)

[21] “Zij zal een zoon ter wereld brengen die gij Jezus moet noemen, want Hij zal zijn volk redden uit hun zonden.’” (Mt 1:21 WV78)

[22] “En de laatste vijand die vernietigd wordt, is de dood.” (1Co 15:26 WV78)

[23] “Van alles, wat gehoord is, is het einde van de zaak: Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit [betaamt] allen mensen. Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.” (Pre 12:13-14 STV)