rechtvaardigen

Rechtvaardigen

Rechtvaardigen.

Jesaja45:18 „Dit heeft Jehovah gezegd, de Schepper van de hemelen, Hij, de ware God, de Formeerder van de aarde en de Maker ervan, Hij, Degene die haar stevig heeft bevestigd, die haar niet louter voor niets heeft geschapen, die haar ter bewoning geformeerd heeft.”

Psalmen37:9-11,29 „De boosdoeners zelf zullen afgesneden worden, maar wie op Jehovah hopen, die zullen de aarde bezitten. En nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; en gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede. De rechtvaardigen, die zullen de aarde bezitten en zij zullen er eeuwig op verblijven.”

Spreuken2:21,22 „De oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven. Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden; en wat de verraderlijken betreft, zij zullen ervan worden weggerukt.”

Mattheus6:9,10 „Gij dan moet aldus bidden: ’Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd. Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, alzo ook op aarde.’”

DE TOEKOMST VAN DE RECHTVAARDIGEN

Als wij beweren christenen te zijn

behoren wij te erkennen dat wij ons loon op aarde moeten verwachten en niet in de hemel:

De Psalmen

“De hemel is de hemel van de Hete, maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven” (Psalm 115:16)

Jezus

“Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beerven” (Mattheüs 5:5)

Johannes

“En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen” (Johannes 3:13)

Daniël

“De steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg, die de gehele aarde vulde... In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk op­richten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan”.

“En het koningschap, de macht en de grootheid der koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan het volk van de heiligen des Allerhoogsten” (Daniël 2:35, 44; 7:27)

Jezus

“Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op aarde” (Openbaring 5:10)

De Bijbel vertelt ons dat ons loon thans weggelegd is in de hemelen, bij Christus, gereed om op aarde geopenbaard te worden bij Zijn komst:

Petrus

“Tot een onvergankeljke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, welke gereed ligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd.”

“Vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus” (1 Petrus 1.4-5, 13)

Paulus

“Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal” (Filippenzen 3:20)21

De Bijbel vertelt ons dat de aarde, waar God de mens in den beginne plaatste, de plaats is waar die mens zijn zegen zal ontvangen.

Met welk recht kunnen wij hier op aarde ons handhaven en een vrije positie opeisen? Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God. (Ro 3:23) [1] Er is geen enkele persoon die zich er op kan beroepen nooit één fout gedaan te hebben. [2]

Maar wij als Broeders in Christus nemen aan dat door het zoenoffer van Christus wij gezegend zijn. Wij weten dat door één mens de zonde in de wereld is gekomen en door de zonde de dood, en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd. (Ro 5:12) [3] Allen, zowel de Joden als de andere volken zijn in de macht van de zonde. (Ro 3:9) [4] Maar zoals de overtreding van één enkel mens ertoe heeft geleid dat allen werden veroordeeld, zo zal de rechtvaardigheid van één enkel mens ertoe leiden dat allen worden vrijgesproken en daardoor zullen leven.” (Ro 5:18) [5]

Als de dood heeft geheerst door de overtreding van één mens, is het des te zekerder dat allen die de genade en de vrijspraak in zo’n overvloed hebben ontvangen, zullen heersen in het eeuwige leven, dankzij die ene mens uit Nazareth, Jezus Christus. (Ro 5:17) [6]

Als personen die in de Schepper Zijn almacht en goedheid geloven weten wij dat God rechtvaardig oordeelt. Hij geeft ieder die slechte dingen doet een rechtvaardige straf. Niemand kan Gods straf ontlopen. God heeft zoveel liefde getoond aan de mensheid en is steeds trouw gebleven aan Zijn creatie a l heeft die schepping tegen Zijn maker gekeerd. God is nog steeds geduldig.

Begrijpt u niet dat Hij zo lang met Zijn straf wacht om u de kans te geven met de zonde te breken? Veel mensen blijven hardnekkig weigeren hunleven te veranderen. Het is hun eigen schuld als de toorn van God hen treft op de dag van het rechtvaardige oordeel. Als Hij de wereld oordeelt, zal Hij ieder geven wat hij verdient. Daarom is het zeer belangrijk dat wij hier ernstig over nadenken.

Hij geeft eeuwig leven aan hen die geduldig de wil van God doen, op zoek naar de glorie en eer en het leven dat nooit eindigt. Anderzijds zal Hij Zijn strenge straf laten neerkomen op hen die alleen maar aan zichzelf denken en die, in plaats van zich aan de waarheid te houden, onrecht doen.

Wie liever kwaad doet, zal vreselijke pijn en ellende te verduren krijgen. Dat geldt voor iedereen: Niet alleen voor de Joden, maar ook voor alle andere mensen. Maar ieder die het goede doet, zal door God worden verhoogd en vrede ervaren. Ook dat geldt niet alleen voor de Joden, maar eveneens voor alle andere mensen. Want voor God zijn alle mensen gelijk.

De mensen die de wet van God niet kennen, gaan verloren zonder dat er naar de wet verwezen wordt. En de mensen die de wet van God wel kennen, worden door de wet veroordeeld. Om voor God vrijuit te gaan, moet u doen wat Hij wil, of u Zijn wet nu kent of niet. Hoewel er veel volken zijn die de geschreven wet van God niet hebben, doen die van nature toch wat God wil. Daaruit blijkt dat zij weten wat goed en kwaad is. (Ro 2:15-16) [7] De wet van God staat in hun hart geschreven. Hun geweten vertelt hun wat zij moeten doen: Of hun gedachten klagen hen aan, òf hun gedachten spreken hen vrij. Dit is het goede nieuws dat Christadelphians in navolging van Christus en zijn apostelen brengen: Er komt een dag dat Jezus Christus in opdracht van God Zijn oordeel zal uitspreken over het verborgen leven van de mensen, over hun diepste gedachten.” (Ro 2:2-16) [8]

Broeders in Christus geloven dat zij als rechtvaardigen aangenomen kunnen worden op grond van hun geloof en leven in vrede met God, door onze Heer Jezus Christus.” (Ro 5:1) [9]

Wij nemen aan dat diegenen wie in Christus Jezus zijn nog wel geoordeeld maar niet meer veroordeeld worden. De wet van de Geest die in Christus Jezus leven brengt, heeft ons namelijk bevrijd van de wet van de zonde en de dood. (Ro 8:1-2) [10]

Wie hij al van tevoren heeft uitgekozen, heeft hij er ook van tevoren toe bestemd om het evenbeeld te worden van zijn Zoon, die de eerstgeborene moest zijn van talloze broeders en zusters. Wie hij hiertoe heeft bestemd, heeft hij ook geroepen; en wie hij heeft geroepen, heeft hij ook vrijgesproken; en wie hij heeft vrijgesproken, heeft hij nu al laten delen in zijn luister. Wat moeten wij hier verder over zeggen? Als God voor ons is, wie kan dan tegen ons zijn? Zal hij, die zijn eigen Zoon niet heeft gespaard, maar hem omwille van ons allen heeft prijsgegeven, ons met hem niet alles schenken? Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen? God zelf spreekt hen vrij. (Ro 8:29-33) [11]

God bewijst Zijn liefde voor ons, doordat Christus voor ons is gestorven, toen we nog zondaars waren. Hoeveel te meer dus zullen we thans door Hem van de toorn worden gered, nu we gerechtvaardigd zijn door zijn Bloed. Door zijn dood zijn vrijgesproken, dankzij hem zullen worden gered en niet veroordeeld.” (Ro 5:8-9) [12]

De Vloed bewees dat God goddeloosheid niet voor altijd tolereert, dat hij nooit zal toestaan dat de goddelozen de rechtvaardigen tot onbepaalde tijd lastigvallen, en dat hij degene is die de weg van overleving bepaalt. De rechtvaardige Noach oefende geloof en maakte vrijmoedig Gods boodschap bekend. Daarom redde God hem en zijn gezin van de Vloed (Hebreeën 11:7) [13]. Ondanks zijn rechtvaardige positie stierf Noach — net als alle andere mensen — en wel op de leeftijd van 950 jaar. Als een nakomeling van Adam had hij het doodsoordeel geërfd. (Genesis 9:29)

Wie zullen in leven blijven wanneer Gods oordeel aan deze wereld wordt voltrokken? En wie niet? Spreuken 2:21, 22 zegt: „De oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven. Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden; en wat de verraderlijken betreft, zij zullen ervan worden weggerukt.” [14] Ook in Psalm 37:28, 29 staat: „Wat het nageslacht van de goddelozen betreft, zij zullen inderdaad worden afgesneden. De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” [15] Wij kunnen reeds blij zijn als wij bij de zachtmoedigen zullen mogen behoren die de aarde zullen mogen bezitten.

Gods voornemen om de aarde tot een paradijs te herstellen, zal onder zijn koninkrijk verwezenlijkt worden (Jesaja 35:1) [16]. Er zal vrede heersen tussen mens en dier. De Heilige Geschriften zeggen: „De wolf zal werkelijk een poosje bij het mannetjeslam vertoeven, en bij het bokje zal de luipaard zelf zich neerleggen, . . . en de zuigeling zal stellig spelen bij het hol van de cobra.” (Jesaja 11:6-8).[17]

In Gods beloofde nieuwe wereld zal de Koninkrijksheerschappij ziekte en ouderdom doen verdwijnen. Wij worden ervan verzekerd dat „in die tijd . . . de ogen der blinden geopend [zullen] worden, en zelfs de oren der doven zullen ontsloten worden” (Jesaja 35:5, 6) [18]. Wij lezen ook: „Hij [God] zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” (Openbaring 21:4)

Jezus Christus heeft gezegd: „Het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn [Jezus’] stem zullen horen en te voorschijn zullen komen” (Johannes 5:28, 29) [19]. Ja, Jezus Christus heeft beloofd dat allen die in Jehovah’s herinnering zijn, een opstanding zullen krijgen. Miljarden mensen hebben geleefd en zijn gestorven. Wie van hen bevinden zich in Gods herinnering, in afwachting van de opstanding?

Zij die als Jehovah’s dienstknechten een rechtvaardige weg hebben bewandeld, zullen uit de dood worden opgewekt. Maar miljoenen anderen zijn gestorven zonder te tonen of zij aan Gods rechtvaardige maatstaven zouden voldoen. Zij waren onwetend van Jehovah’s vereisten of hadden niet voldoende tijd om de nodige veranderingen aan te brengen. Ook zij bevinden zich in Gods herinnering en zullen dus een opstanding krijgen, want de bijbel belooft „dat er een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen”. (Handelingen 24:15) [20]. Over heel de wereld door alle tijden heen zijn er rechtvaardige en onrechtvaardige mensen geweest. Iedereen zal doorheen zijn of haar levensjaren voldoende gelegenheden gekregen hebben om zich goed te vormen, een richting uit te kiezen welke aanvaardbaar is voor God. Zelfs diegenen die in ver afgelegen streken woonden en het Goede Nieuws niet zouden gehord hebben zullen zich moeten verantwoorden, want ook zij zullen datgene gekregen hebben wat wij instinct en intuïtie noemen. Het gezond verstand zal hen voldoende gegevens hebben verstrekt voor hen om te weten of ze juist of verkeerd handelden.

De apostel Johannes had een aangrijpend visioen van mensen die een opstanding hadden gekregen en voor Gods troon stonden. Hij beschreef het als volgt: „De zee gaf de doden in haar op, en de dood en Hades gaven de doden in hen op, en zij werden ieder afzonderlijk geoordeeld overeenkomstig hun daden. En de dood en Hades werden in het meer van vuur geslingerd. Dit betekent de tweede dood: het meer van vuur” (Openbaring 20:12-14) [21]. Denk u eens in wat dat betekent! Alle doden die in Gods herinnering zijn, zullen vrijgelaten worden uit Hades of Sjeool, het gemeenschappelijke graf van de mensheid (Psalm 16:10; Handelingen 2:31) [22]. Vervolgens zullen „de dood en Hades” geslingerd worden in wat „het meer van vuur” wordt genoemd, een symbool van totale vernietiging. Het gemeenschappelijke graf van de mensheid zal niet langer bestaan.

Als navolgers van Christus, geloof hechtend aan wat hij zei en waarin hij ook geloofde, kunnen wij ons door zijn woorden laten ondersteunen. Ook al zullen wij inzien dat niet iedereen naar die hemel gaat welke mensen nu voor ogen hebben, want eigenlijk is er een hemel hoog boven ons en de hemel op aarde. Laat ons reeds gelukkig zijn indien wij hier op aarde al die gelukzalige wereld zullen mogen vinden.

Een klein aantal mannen en vrouwen zal tot leven in de hemel worden opgewekt. Zij zullen met Christus als koningen en priesters regeren en een aandeel hebben aan het ongedaan maken van alle gevolgen van de dood die de mensheid van de eerste mens, Adam, heeft geërfd (Romeinen 5:12; Openbaring 5:9, 10) [23]. Volgens de bijbel zijn het er slechts 144.000 in getal en zijn zij gekozen uit Christus’ volgelingen, te beginnen met de getrouwe apostelen (Lukas 22:28-30; Johannes 14:2, 3; Openbaring 7:4; 14:1, 3) [24]. Jehovah zal elk van deze opgewekten een geestelijk lichaam geven zodat zij in de hemel kunnen leven. De doden nadat zij weer levend zullen zijn gemaakt nadat het vergaan was. Want wat in de aarde wordt gelegd, is het aanzien niet waard. En zal gewoon vergaan in de natuur en weer tot stof terug keren. [25] Maar wat levend wordt gemaakt, is schitterend. Wat in de aarde wordt gelegd, is tot niets in staat. Maar wat levend wordt gemaakt, heeft grote kracht. Wat in de aarde wordt gelegd, is een natuurlijk lichaam. Maar wat levend wordt, is een geestelijk lichaam. Want als er een natuurlijk lichaam is, moet er ook een geestelijk lichaam zijn. Er staat immers in de Boeken: “De eerste mens, Adam, kreeg een natuurlijk leven.” (a) Maar Christus, de laatste Adam, geeft geestelijk leven.” (1Co 15:42-45) [26]

Christus heeft ook geleden. Hij is eenmaal voor onze zonden gestorven zoals elke mens kan sterven maar God nooit zal kunnen sterven. De Nazareër heeft zich deemoedig over gegeven en is als een onschuldige voor de schuldigen naar de slachtbank gebracht. Hij heeft dat gedaan om ons bij God terug te brengen. Maar hoewel Zijn lichaam gestorven is, is het door de Geest weer levend gemaakt en ter vervanging van de eerste mens, Adam nu opnieuw als eersteling van het Nieuwe Verbond aangebracht als Nieuwe Adam. (1 Korinthiërs 15:35, 38, 42-45; 1 Petrus 3:18) [27].

Verreweg de meesten van degenen die gestorven zijn, zullen echter een opstanding tot leven op aarde ontvangen (Psalm 37:29; Mattheüs 6:10) [28]. Wat voor aarde? De aarde is nu vol conflicten, bloedvergieten, vervuiling en geweld. Als de doden op zo’n aarde tot leven zouden terugkeren, zou elk geluk beslist van korte duur zijn. Maar de Schepper heeft beloofd dat hij weldra een eind zal maken aan de huidige samenleving, die in Satans macht verkeert (Spreuken 2:21, 22; Daniël 2:44) [29]. Een rechtvaardige nieuwe mensenmaatschappij — „een nieuwe aarde” — zal dan werkelijkheid zijn (2 Petrus 3:13) [30]. Dan ’zal geen inwoner zeggen: „Ik ben ziek”’ (Jesaja 33:24). Zelfs aan de smart van de dood zal een eind komen, want God „zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.” ‘Openbaring 21:4) [31].

In Gods beloofde nieuwe wereld zullen de zachtmoedigen „inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede” (Psalm 37:11) [32]. De hemelse regering van Christus Jezus en zijn 144.000 mederegeerders zal de gehoorzame mensheid progressief terugvoeren naar de volmaaktheid die onze oorspronkelijke ouders, Adam en Eva, hebben verspeeld.

Onder de bewoners van de aarde zullen zich ook degenen bevinden die uit de opstanding zijn gekomen. (Lukas 23:42, 43) [33].

De bijbel geeft een glimp van de vreugde die de opstanding gezinnen zal brengen. Stel u het geluk van de weduwe uit Naïn eens voor toen Jezus de rouwstoet halt liet houden en haar enige zoon uit de dood opwekte! (Lukas 7:11-17) [34] Toen Jezus later bij de Zee van Galilea een twaalfjarig meisje weer tot leven bracht, waren haar ouders „buiten zichzelf van grote verrukking”. (Markus 5:21-24, 35-42; zie ook 1 Koningen 17:17-24; 2 Koningen 4:32-37) [35].

Voor miljoenen die nu in de dood slapen, zal een opstanding leven in een vredige nieuwe wereld betekenen.

Het kennen van de waarheid over de ziel, over wat er bij de dood met ons gebeurt en over de hoop op de opstanding kan ook van grote invloed zijn op de mensen die nu leven.

Jehovah zal de rechtvaardigen niet samen met de goddelozen verdelgen (Psalm 145:20) [36]. Zoiets heeft hij nog nooit gedaan en hij zal het evenmin doen wanneer hij de aarde zuivert van al wat slecht is. (Vergelijk Genesis 18:22, 23, 26.) In feite spreekt het laatste boek van de bijbel over „een grote schare, die niemand tellen kon, uit alle natiën en stammen en volken en talen” die uit „de grote verdrukking” komt (Openbaring 7:9-14). Ja, een grote menigte zal de grote verdrukking overleven waarin de huidige goddeloze wereld eindigt en zal Gods nieuwe wereld binnengaan. Daar kan de gehoorzame mensheid ten volle profijt trekken van Gods schitterende voorziening voor bevrijding van de mensheid van zonde en dood (Openbaring 22:1, 2) [37]. De „grote schare” behoeft dus nooit te sterven. Wat een uniek vooruitzicht!

Kunnen wij vertrouwen stellen in deze verbazingwekkende hoop?

Absoluut! Jezus Christus zelf gaf te kennen dat er een tijd zou komen waarin mensen zouden leven zonder ooit te sterven. Vlak voordat Jezus zijn vriend Lazarus uit de dood opwekte, zei hij tegen Martha: „Een ieder die leeft en geloof oefent in mij, zal stellig nooit sterven.” (Johannes 11:26) [38].

Teksten in de Heilige Schrift om te overwegen:

“Gelukkig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.” (Mt 5:5 NBV)

“ En Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninklijk geslacht van priesters, en zij zullen heersen op de aarde.” (Opb 5:10 WV78)

“want de rechtschapenen zullen het land bewonen en de deugdzamen mogen er blijven,maar de goddelozen worden uit het land weggevaagd en de trouwelozen worden er uitgeroeid.” (Spr 2:21-22 WV78)

“Dan worden de ogen van de blinden ontsloten en de oren van de doven geopend.Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme. En water welt op in de woestijn, rivieren in het dorre land.” (Jes 35:5-6 WV78)

“De wolf en het lam wonen samen, de panter vlijt zich neer naast het bokje, het kalf en de leeuw weiden samen: een kleine jongen kan ze hoeden.De koe en de berin sluiten vriendschap, hun jongen liggen bijeen. De leeuw eet haksel als het rund,de zuigeling speelt bij het hol van de adder, het kind strekt zijn hand uit naar het nest van de slang.” (Jes 11:6-8 WV78)

“Tegelijkertijd vergruizelden toen het ijzer, brons, zilver en goud en werden door de wind meegevoerd als het kaf bij het dorsen van het koren. Van het beeld bleef niets over, maar de steen die het getroffen had, werd een grote berg die heel de aarde bedekte.” (Da 2:35 WV78)

“Maar in de tijd van de koningen zal de God des hemels een rijk stichten dat in eeuwigheid niet te gronde zal gaan en niet aan een ander volk zal uitgeleverd worden. Het zal al die rijken verpletteren en er een eind aan maken, maar zelf zal het in eeuwigheid blijven bestaan.” (Da 2:44 WV78)

“Dan zal het koningschap, de heerschappij en de luister van al de rijken onder de hemel gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koningschap is een eeuwig koningschap en alle machten zullen hem dienen en gehoorzamen.’” (Da 7:27 WV78)

“de hemel behoort aan de Heer, aan het mensdom schonk Hij de aarde.” (Ps 115:16 WV78)

“Weest daarom wakker en actief, weest nuchter, vestigt heel uw hoop op de genade die uw deel wordt, wanneer Jezus Christus zich zal openbaren.” (1Pe 1:13 WV78)

“Maar ons vaderland is in de hemel, en uit de hemel verwachten wij onze verlosser, de Heer Jezus Christus.” (Flp 3:20 WV78)

Ookukunteeuwigleven

Wilt u eeuwig in een paradijs op aarde leven? Zou u uw dierbaren graag terugzien? Dan moet u nauwkeurige kennis van Gods wil en voornemens verwerven. In een gebed tot God zei Jezus: „Dit betekent eeuwig leven, dat zij voortdurend kennis in zich opnemen van u, de enige ware God, en van hem die gij hebt uitgezonden, Jezus Christus.” (Johannes 17:3) [39]

Het is Gods wil dat „alle soorten van mensen worden gered en tot een nauwkeurige kennis van de waarheid komen” (1 Timotheüs 2:3, 4) [40]. Nu is het de tijd om te weten te komen hoe u, samen met miljoenen anderen die Gods wil reeds doen, eeuwig in een paradijs op aarde kunt leven.

Wij als Broeders en zusters in Christus proberen in de voetstappen van Christus te stappen en hopen ook waardig de Boodschap van het Goede Nieuws verder te verekondigen.

Wij zullen u graag helpen meer over God en zijn vereisten te weten te komen. Waarom zou u geen contact met ons opnemen?

[1] “Wat dan? Zijn wij soms beter? -Volstrekt niet! Want we hebben Joden en Grieken toch vroeger beschuldigd, dat ze allen onder zonde gebukt gaan,” (Ro 3:9 CANIS)

“Want allen hebben gezondigd, en zijn beroofd van de heerlijkheid Gods;” (Ro 3:23 CANIS)

“Nu weten wij, dat alles wat de wet zegt, zij dat zegt op degenen, die de wet bezitten; zodat alle mond gestopt, en de ganse wereld strafschuldig is voor God.” (Ro 3:19 PALM)

[2] “Want allen hebben gezondigd, en zijn beroofd van de heerlijkheid Gods;” (Ro 3:23 CANIS)

“En daar ze de kennis van God hebben versmaad, heeft God hen overgeleverd aan hun smadelijke instinkten, zodat ze doen, wat niet past: vol zijn ze van allerlei ongerechtigheid, boosheid, hebzucht en slechtheid; vol van afgunst, moordlust, twist, bedrog en gemeenheid; lasteraars zijn het, kwaadsprekers, godvergeten, onbeschaamd, verwaand, grootsprekers en zinnend op kwaad; ongehoorzaam zijn ze aan hun ouders, onbezonnen, onbetrouwbaar, harteloos en onmeedogend. En terwijl ze weten, dat God heeft verordend, dat wie dergelijke dingen doet, de dood verdient, bedrijven zij ze niet alleen, maar schenken hun bijval aan hen, die ze doen.” (Ro 1:28-32 CANIS)

[3] “Zoals dan door één mens de zonde in de wereld is gekomen en door de zonde de dood, zo ook is de dood over alle mensen gekomen, omdat allen hebben gezondigd.” (Ro 5:12 CANIS)

[4] “Wat dan? Hebben wij nog iets vooruit? Neen in geen opzichte! want wij hebben te voren bewezen, dat, zo wel de Joden als de Grieken, allen onder de zonde zijn.” (Ro 3:9 PALM)

[5] “Maar daarin heeft God Zijn liefde tot ons in het licht gesteld, dat Christus, toen wij nog zondaars waren, voor ons gestorven is.” (Ro 5:8 PALM)

[6] “Door toedoen van een mens begon de dood te heersen, als gevolg van de val van die mens. Zoveel heerlijker zullen zij die de overvloed der genade en de gave der gerechtigheid ontvangen, leven en heersen, dank zij de ene mens Jezus Christus.” (Ro 5:17 WV78)

[7] “Zo velen er dan zonder wet gezondigd hebben, zullen zonder wet verloren gaan; en zo velen onder de wet gezondigd hebben, zullen door de wet gevonnisd worden. Want niet de hoorders van de wet zijn niet rechtvaardig voor God, maar de daders van de wet zullen gerechtvaardigd worden; (wat toch de heidenen aangaat, die de wet niet hebben, wanneer die van nature doen, hetgeen de wet gebiedt, zo zijn deze, de wet niet hebbende, zichzelf tot een wet; als die tonen het door de wet gevorderde in hun harten geschreven te hebben, gelijk hun geweten daarvan mede getuigt; als ook hun onderlinge redeneringen, hetzij beschuldigende, hetzij vrijsprekende). In die dag wanneer God naar mijn Evangelie door Jezus Christus, het verborgene van de mensen oordelen zal.” (Ro 2:12-16 PALM)

[8] “Welnu, we weten, dat Gods oordeel onpartijdig allen treft, die dergelijke dingen doen. En meent ge dan, dat ge zelf Gods oordeel ontgaan zult, gij mens, die een oordeel velt over anderen, die dergelijke daden bedrijven, maar die juist hetzelfde doet? Of begrijpt ge de rijkdom van zijn goedheid, geduld en lankmoedigheid verkeerd, en beseft ge niet, dat Gods goedheid u aanspoort tot boete? Maar dan stapelt ge door uw verstoktheid en door uw onboetvaardig hart toorn op voor uzelf tegen de Dag van de toorn en van de komst van het rechtvaardig oordeel Gods. Hij zal ieder naar zijn werken vergelden: Het eeuwig leven aan hen, die door volharding in het goede, naar glorie en eer en onsterflijkheid streven; maar toorn en gramschap aan hen, die door hun partijzucht ongehoorzaam zijn aan de waarheid en luisteren naar de ongerechtigheid. Kommer en angst naar de ziel voor iederen mens, die het kwade verricht, eerst voor den Jood en dan voor den Griek; glorie, eer en vrede voor ieder, die het goede verricht, eerst voor den Jood, en dan voor den Griek. Want bij God is geen aanzien des persoons. Immers, wie buiten de Wet heeft gezondigd, zal ook verloren gaan buiten de Wet; en wie gezondigd heeft onder de Wet, zal worden geoordeeld volgens de Wet. Want niet zij, die de Wet horen, zijn rechtvaardig voor God; maar zij, die de Wet volbrengen, zullen gerechtvaardigd worden. Welnu, wanneer de heidenen, die de Wet niet bezitten, natuurlijkerwijze de voorschriften der Wet onderhouden, dan zijn ze zonder de Wet zichzelf tot wet. Ze tonen dan, dat de voorschriften der Wet in hun hart staan geschreven, en hun geweten legt dezelfde getuigenis af; zo ook hun gedachten, die beurtelings hen zullen aanklagen of vrijpleiten op de Dag, dat God de verborgen daden der mensen door Christus Jesus zal oordelen, naar mijn Evangelie” (Ro 2:2-16 CANIS)

[9] “Daar we dus door het geloof gerechtvaardigd zijn, zo laat ons de vrede bewaren met God door Jesus Christus, onzen Heer.” (Ro 5:1 CANIS)

[10] “Voor hen, die Jesus Christus toebehoren, bestaat er dus thans geen verdoemenis meer. Want de wet van den Geest, -een wet van leven in Christus Jesus, -heeft u bevrijd van de wet van zonde en dood.” (Ro 8:1-2 CANIS)

[11] “Want die Hij vooruit heeft gekend, heeft Hij ook voorbestemd, om gelijkvormig te worden aan het beeld van zijn Zoon, opdat Deze de Eerstgeborene onder vele broeders zou zijn. Welnu, die Hij heeft voorbestemd, heeft Hij ook geroepen; en die Hij heeft geroepen, heeft Hij ook gerechtvaardigd; en die Hij heeft gerechtvaardigd, heeft Hij ook verheerlijkt. Wat zullen we hieraan nog toevoegen? Wanneer God vóór ons is, wie zal dan tegen ons zijn? Hij, die zijn enigen Zoon niet gespaard heeft, maar voor ons allen heeft overgeleverd, hoe zou Hij ons tegelijk met Hem niet alles schenken? Wie zal de beschuldiger zijn van de uitverkorenen Gods? Is het God, die rechtvaardigt?” (Ro 8:29-33 CANIS)

[12] “maar God betoont zijn liefde aan ons omdat, toen wij nog zondaars waren, Christus voor ons is gestorven. Zoveel te meer zullen wij dan, nu gerechtvaardigd in zijn bloed, door hem worden gered van de toorn.” (Ro 5:8-9 NB)

[13] “Door het geloof heeft Noach, na door God te zijn gewaarschuwd voor wat nog niet te zien was, met grote zorg de ark gebouwd, om zijn huisgezin te redden. Door zijn geloof heeft hij de wereld veroordeeld en zelf de gerechtigheid van het geloof verworven.” (Heb 11:7 WV78)

[14] “Want de vromen zullen de aarde bewonen, Alleen de onberispelijken blijven er op; Maar de bozen worden van de aarde verdelgd, De afvalligen eruit weggevaagd!” (Spr 2:21-22 CANIS)

[15] “Want de Heer heeft het recht lief, en verlaat zijne heiligen niet; eeuwiglijk worden zij bewaard, maar het zaad der goddelozen zal uitgeroeid worden. De rechtvaardigen beërven het land, en blijven er eeuwiglijk in.” (Ps 37:28-29 LU)

“Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.” (Mt 5:5 PALM)

[16] “De woestijn en de eenzame plaatsen zullen zich verheugen, en de vlakte zal vrolijk staan en bloeien als de leliën,” (Jes 35:1 LU)

[17] “De wolf en het lam wonen samen, de panter vlijt zich neer naast het bokje, het kalf en de leeuw weiden samen: een kleine jongen kan ze hoeden. De koe en de berin sluiten vriendschap, hun jongen liggen bijeen. De leeuw eet haksel als het rund, de zuigeling speelt bij het hol van de adder, het kind strekt zijn hand uit naar het nest van de slang.” (Jes 11:6-8 WV78)

[18] “Dan worden de ogen van de blinden ontsloten en de oren van de doven geopend. Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme. En water welt op in de woestijn, rivieren in het dorre land.” (Jes 35:5-6 WV78)

[19] “Verwondert u niet hierover: er zal een uur komen, waarop allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen. Dan zullen zij die het goede deden, er uit te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel.” (Joh 5:28-29 WV78)

[20] “Op God heb ik mijn hoop gesteld, zoals ook zij die koesteren, dat er een opstanding zal zijn van rechtvaardigen en onrechtvaardigen.” (Hnd 24:15 WV78)

[21] “En de Duivel die hen verleid had, werd geworpen in de poel van vuur en zwavel, waarin ook het beest is en de valse profeet. En zij zullen gepijnigd worden dag en nacht, in de eeuwen der eeuwen. Toen zag ik een grote, witte troon, en Hem die daarop gezeten is. De aarde en de hemel vluchtten weg van zijn aanschijn en hun plaats werd niet meer gevonden. En ik kon de doden, groot en klein, voor de troon zien staan. En de boeken werden geopend. Nog een ander boek werd geopend, het boek des levens. En de doden werden geoordeeld naar hun daden, zoals die in de boeken beschreven stonden. En de zee gaf haar doden terug, en de dood en de onderwereld gaven hun doden terug, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn daden. Toen werden dood en onderwereld in de vuurpoel geworpen. Dit is de tweede dood, de poel van vuur.” (Opb 20:10-14 WV78)

[22]10 Want gij zult mijn ziel in Sjeool niet verlaten. Gij zult niet toelaten dat hij die jegens u loyaal is, de kuil ziet. (Psalm 16:10 NWV) “Want Gij geeft mij niet prijs aan de dood, geen graf geeft Gij uw vrome voor ogen;” (Ps 16:10 WV78)

[23] “12 Daarom, zoals door één mens de zonde de wereld is binnengekomen en door de zonde de dood, en aldus de dood zich tot alle mensen heeft uitgebreid omdat zij allen gezondigd hadden —. 13 Want tot aan de Wet was er zonde in de wereld, maar zonde wordt niemand toegerekend wanneer er geen wet is. 14 Niettemin heeft de dood als koning geregeerd van Adam tot Mozes, zelfs over hen die niet hadden gezondigd naar de gelijkheid van de overtreding [begaan] door Adam, die overeenkomst vertoont met hem die zou komen.

15 Met de gave is het echter niet zo gesteld als het geval was met de overtreding. Want indien door de overtreding van één mens velen zijn gestorven, zo zijn de onverdiende goedheid van God en zijn vrije gave met de onverdiende goedheid door de ene mens Jezus Christus, veel overvloediger geweest voor velen. 16 Ook is het met de vrije gave niet zo gesteld als het geval was met de wijze waarop de dingen uitwerkten door bemiddeling van de ene [mens] die had gezondigd. Want het oordeel leidde van één overtreding tot veroordeling, maar de gave leidde van vele overtredingen tot een rechtvaardigverklaring. 17 Want indien door de overtreding van de ene [mens] de dood als koning heeft geregeerd door bemiddeling van die ene, zullen veelmeer zij die de overvloed van de onverdiende goedheid en van de vrije gave van rechtvaardigheid ontvangen, in het leven als koningen regeren door bemiddeling van de ene [persoon], Jezus Christus”. (Romeinen 5:12-17)

“9 En zij zingen een nieuw lied en zeggen: „Gij zijt waardig de boekrol te nemen en haar zegels te openen, want gij werdt geslacht en gij hebt met uw bloed uit elke stam en taal en elk volk en elke natie personen voor God gekocht, 10 en gij hebt hen gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters voor onze God, en zij zullen als koningen over de aarde regeren.” (Openbaring 5:8-10)

[24] “En u bent het die steeds bij Mij bent gebleven in mijn verzoekingen. En Ik beschik u een koninkrijk, zoals mijn Vader Mij heeft beschikt, opdat u eet en drinkt aan mijn tafel in mijn koninkrijk en op tronen zit om de twaalf stammen van Israel te oordelen.” (Lu 22:28-30 TELOSNT)

“In het huis van mijn Vader zijn vele woningen; als het niet zo was, zou Ik het u hebben gezegd, want Ik ga heen om u plaats te bereiden. En als Ik ben heengegaan en u plaats heb bereid, kom Ik weer en zal u tot Mij nemen, opdat ook u zult zijn waar Ik ben.” (Joh 14:2-3 TELOSNT)

“En ik hoorde het getal van de verzegelden: honderdvierenveertigduizend verzegelden uit elke stam van de zonen van Israel-” (Opb 7:4 TELOSNT)

“En ik zag en zie, het Lam stond op de berg Sion en met hem honderdvierenveertigduizend, die zijn naam en de naam van zijn Vader hadden, geschreven op hun voorhoofden. En ik hoorde een stem uit de hemel als een stem van vele wateren en als een stem van een zware donderslag. En de stem die ik hoorde, was als van harpspelers die op hun harpen spelen. En zij zingen als een nieuw lied voor de troon en voor de vier levende wezens en de oudsten; en niemand kon het lied leren dan de honderdvierenveertigduizend die van de aarde gekocht waren.” (Opb 14:1-3 TELOSNT)

[25] “7 En Jehovah God ging ertoe over de mens te vormen uit stof van de aardbodem en in zijn neusgaten de levensadem te blazen, en de mens werd een levende ziel. (Genesis 2:7 NWV)

“19 In het zweet van uw aangezicht zult gij brood eten, totdat gij tot de aardbodem terugkeert, want daaruit werdt gij genomen. Want stof zijt gij en tot stof zult gij terugkeren.” (Genesis 3:19 NWV)

“7 Dan keert het stof terug tot de aarde, net zoals het geweest is, en de geest zelf keert terug tot de [ware] God, die hem gegeven heeft.” (Prediker 12:6-7 NWV)

[26] “42 Zo is het ook met de opstanding der doden. Het wordt gezaaid in verderfelijkheid, het wordt opgewekt in onverderfelijkheid. 43 Het wordt gezaaid in oneer, het wordt opgewekt in heerlijkheid. Het wordt gezaaid in zwakheid, het wordt opgewekt in kracht. 44 Het wordt gezaaid als een fysiek lichaam, het wordt opgewekt als een geestelijk lichaam. Indien er een fysiek lichaam is, dan is er ook een geestelijk lichaam. 45 Zo staat er ook geschreven: „De eerste mens, Adam, werd een levende ziel.” De laatste Adam werd een levengevende geest. 46 Niettemin is dat wat geestelijk is niet het eerst, maar dat wat fysiek is, daarna dat wat geestelijk is. 47 De eerste mens is uit de aarde en van stof gemaakt; de tweede mens is uit de hemel. 48 Zoals hij [is] die van stof gemaakt is, zo [zijn] ook zij die van stof gemaakt zijn; en zoals de hemelse [is], zo [zijn] ook zij die hemels zijn. 49 En evenals wij het beeld hebben gedragen van degene die van stof gemaakt is, zullen wij ook het beeld van de hemelse dragen. (1 Korinthiërs 15:42-49 NWV)

[27] “Maar, zal iemand zeggen: Hoe worden de doden opgewekt en met wat voor lichaam komen zij?” (1Co 15:35 TELOSNT)

“Maar God geeft er een lichaam aan zoals Hij heeft gewild, en aan elk van de zaden een eigen lichaam.” (1Co 15:38 TELOSNT)

“Zo is ook de opstanding van de doden. Er wordt gezaaid in vergankelijkheid, er wordt opgewekt in onvergankelijkheid; er wordt gezaaid in oneer, er wordt opgewekt in heerlijkheid; er wordt gezaaid in zwakheid, er wordt opgewekt in kracht; er wordt een natuurlijk lichaam gezaaid, er wordt een geestelijk lichaam opgewekt. Als er een natuurlijk lichaam is, dan is er ook een geestelijk lichaam. Zo staat er ook geschreven: ‘De eerste mens, Adam, werd tot een levende ziel’; de laatste Adam tot een levendmakende geest.” (1Co 15:42-45 TELOSNT)

“Want ook Christus heeft eenmaal voor de zonden geleden, de Rechtvaardige voor de onrechtvaardigen, opdat Hij ons tot God zou brengen; Hij die wel gedood is in het vlees, maar levend gemaakt in de Geest.” (1Pe 3:18 TELOSNT)

[28] “29 De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven.” (Psalm 37:29 NWV)

“9 GIJ dan moet aldus bidden: ’Onze Vader in de hemelen, uw naam worde geheiligd. 10 Uw koninkrijk kome. Uw wil geschiede, gelijk in de hemel, zo ook op aarde. (Mattheüs 6:9-10 NWV)

“44 En in de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk oprichten dat nooit te gronde zal worden gericht. En het koninkrijk zelf zal aan geen ander volk worden overgedragen. Het zal al deze koninkrijken verbrijzelen en er een eind aan maken, en zelf zal het tot onbepaalde tijden blijven bestaan, (Daniël 2:44 NWV)

“33 Blijft dan eerst het koninkrijk en Zijn rechtvaardigheid zoeken, en al deze [andere] dingen zullen U worden toegevoegd. (Mattheüs 6:33 NWV)

“15 En de zevende engel blies op zijn trompet. En er weerklonken luide stemmen in de hemel, die zeiden: „Het koninkrijk der wereld is het koninkrijk van onze Heer en van zijn Christus geworden, en hij zal als koning regeren tot in alle eeuwigheid. (Openbaring 11:15 NWV)

“10 En nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; En gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn. 11 De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, En zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede. ' [Za'jin] (Psalm 37:10-11 NWV)

“ 14 Dit geef ik u echter toe, dat ik volgens de weg die zij een ’sekte’ noemen, aldus heilige dienst voor de God van mijn voorvaders verricht, aangezien ik alles geloof wat in de Wet is uiteengezet en in de Profeten staat geschreven; 15 en op God heb ik mijn hoop gesteld, welke hoop ook deze [mannen] zelf koesteren, dat er een opstanding zal zijn van zowel de rechtvaardigen als de onrechtvaardigen. 16 Ja, in dit opzicht oefen ik mijzelf voortdurend om een bewustzijn te bezitten dat ik geen overtreding tegen God en de mensen bega. 17 Na verscheidene jaren ben ik daarom gekomen om gaven van barmhartigheid aan mijn natie te brengen, en offergaven. (Handelingen 24:13-17 NWV)

“20 Het doel is, dat gij de weg der goeden moogt bewandelen en dat gij de paden van de rechtvaardigen moogt houden. 21 Want de oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven. 22 Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden; en wat de verraderlijken betreft, zij zullen ervan worden weggerukt. [29] (Spreuken 2:20-22 NWV)

“11 De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, En zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede. (Psalm 37:11 NWV)

[30] 13 Maar er zijn nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, die wij overeenkomstig zijn belofte verwachten, en daarin zal rechtvaardigheid wonen. (2 Petrus 3:12-13 NWV)

“22 „Want net zoals de nieuwe hemelen en de nieuwe aarde die ik maak, voor mijn aangezicht bestaan,” is de uitspraak van Jehovah, „zo zal UW nageslacht en UW naam blijven bestaan.” (Jesaja 66:22 NWV)

[31] “en alle tranen van hun ogen afwissen. De dood zal er niet meer zijn, noch rouw, geschrei of moeite. Want al het vorige is voorbijgegaan.” (Opb 21:4 LEI)

[32] “Maar de deemoedigen beerven het land en verlustigen zich in overvloed van heil.” (Ps 37:11 LEI)

[33] 42 En hij zei verder: „Jezus, denk aan mij wanneer gij in uw koninkrijk gekomen zijt.” 43 En hij zei tot hem: „Voorwaar, ik zeg u heden: Gij zult met mij in het Paradijs zijn.” (Lukas 23:42-43 NWV)

“11 Kort hierop reisde hij naar een stad die Naïn heette, en zijn discipelen en een grote schare reisden met hem mee. 12 Toen hij nu in de nabijheid van de stadspoort kwam, zie! daar werd een dode uitgedragen, de eniggeboren zoon van zijn moeder. Bovendien was zij weduwe. Er was ook een aanzienlijke schare uit de stad bij haar. 13 En toen de Heer haar in het oog kreeg, werd hij met medelijden jegens haar bewogen, en hij zei tot haar: „Houd op met wenen.” 14 Vervolgens trad hij naderbij en raakte de baar aan, en de dragers bleven staan, en hij zei: „Jonge man, ik zeg u: Sta op!” 15 En de dode ging overeind zitten en begon te spreken, en hij gaf hem aan zijn moeder. 16 Toen werden allen door vrees aangegrepen, en zij gingen God verheerlijken en zeiden: „Een groot profeet is onder ons verwekt”, en: „God heeft zijn aandacht op zijn volk gericht.” 17 En dit nieuws omtrent hem verbreidde zich in heel Judéa en overal in de omtrek. (Lukas 7:11-17 NWV) Aldus is ook het Goede Nieuws zo tot ons gekomen.

[35] “25 Nu was er een vrouw die al twaalf jaar aan een bloedvloeiing leed, 26 en vele geneesheren hadden haar veel pijn bezorgd en zij had haar gehele vermogen uitgegeven, maar zonder er baat bij te vinden; het was eerder nog erger met haar geworden. 27 Toen zij hoorde wat er allemaal over Jezus werd verteld, kwam zij onder de schare achter [hem] en raakte zijn bovenkleed aan, 28 want zij bleef zeggen: „Als ik alleen maar zijn bovenklederen aanraak, zal ik beter worden.” 29 En onmiddellijk droogde de bron van haar bloed op en werd zij in haar lichaam gewaar dat zij van de ernstige ziekte was genezen. (Markus 5:25-29 NWV) “35 Terwijl hij nog sprak, kwamen enkele mannen uit het huis van de presiderende dienaar van de synagoge zeggen: „Uw dochter is gestorven! Waarom zoudt gij de leraar nog langer lastig vallen?” 36 Jezus ving het woord dat werd gesproken echter op en zei tot de presiderende dienaar van de synagoge: „Vrees niet, oefen slechts geloof.” 37 Hij nu liet niemand meegaan behalve Petrus en Jakobus en Johannes, de broer van Jakobus.

38 Zij kwamen dan bij het huis van de presiderende dienaar van de synagoge, en hij zag het misbaar en de wenende en luid jammerende [mensen], 39 en toen hij naar binnen was gegaan, zei hij tot hen: „Waarom veroorzaakt GIJ misbaar en geween? Het jonge kind is niet gestorven, maar slaapt.” 40 Hierop lachten zij hem uit. Nadat hij hen echter allemaal had weggestuurd, nam hij de vader en moeder van het jonge kind en degenen die bij hem waren mee en ging [het vertrek] binnen waar het jonge kind was. 41 En hij pakte de hand van het jonge kind en zei tot haar: „Talíthakoemi”, hetgeen vertaald betekent: „Meisje, ik zeg u: Sta op!” 42 En onmiddellijk stond het meisje op en ging lopen, want zij was twaalf jaar. En terstond waren zij buiten zichzelf van grote verrukking. (Markus 5:35-42 NWV)

[36]”20 Jehovah behoedt allen die hem liefhebben, Maar alle goddelozen zal hij verdelgen. (Psalm 145:20 NWV)

[37] “22 En hij toonde mij een rivier van water des levens, helder als kristal, die vanuit de troon van God en van het Lam stroomde 2 over het midden van haar brede straat. En aan deze en aan gene zijde van de rivier [stonden] bomen des levens, die twaalf vruchtoogsten voortbrengen, elke maand hun vruchten opleverend. En de bladeren van de bomen [waren] tot genezing van de natiën. (Openbaring 22:1-2 NWV)

[38] “ Wie geloof oefent in mij, zal, ook al sterft hij, tot leven komen; 26 en een ieder die leeft en geloof oefent in mij, zal stellig nooit sterven.” (Johannes 11:25-26 NWV)

[39] “Dit is het eeuwige leven dat zij U kennen, den enigen, waarachtigen God, en hem dien Gij gezonden hebt, Jezus Christus.” (Joh 17:3 LEI)

[40] “3 Dit is voortreffelijk en aangenaam in de ogen van onze Redder, God, 4 wiens wil het is dat alle soorten van mensen worden gered en tot een nauwkeurige kennis van de waarheid komen. 5 Want er is één God en één middelaar tussen God en mensen, een mens, Christus Jezus, 6 die zichzelf gegeven heeft als een overeenkomstige losprijs voor allen — [hiervan] dient op de speciaal daarvoor bestemde tijden getuigenis te worden afgelegd.” (1 Timotheüs 2:3-6 NWV)