planvangodenwereldvrede

Plan van God en wereldvrede

Plan van God

Bekijk de wereld om je heen

Pijn, ziekte, financiële moeilijkheden, hongersnood, wateersnood, angst, ellende, gebrek aan levensvreugde, depressies, geweld, doodslag.

In 2006 waren er 1177 onrustwekkende verdwijningen in België met in tien jaar 602 onopgeloste dossiers. Pedoseksuele beelden worden vandaag oop grote schaal en wereldwijd uitgewisseld via het internet. Fraude is alom veel voorkomend en de kranten staan vol van geweldfeiten.

De Schepping in wording

Jezus Christus heeft eens gezegd: „De armen hebt gij altijd bij u en gij kunt hun altijd goeddoen, wanneer gij maar wilt” (Markus 14:7). Bedoelde Jezus dat er nooit een eind aan armoede en onderdrukking zou komen? Geloofde hij, net als sommige mensen, dat zulk lijden deel uitmaakt van een plan van God om meedogende mensen in de gelegenheid te stellen te tonen hoezeer zij zich om anderen bekommeren? Nee! Jezus geloofde dat niet. Hij maakte eenvoudig duidelijk dat armoede bij het leven zou horen zolang dit samenstel van dingen bestaat. Maar Jezus wist ook dat het niet het oorspronkelijke voornemen van zijn hemelse Vader was om zulke toestanden op aarde te hebben.

Jehovah/Jahweh God, de Allerhoogste heeft de aarde geschapen opdat ze een paradijs zou zijn. Zijn intentie was iets moois te creëren. Hij wilde geen plaats zien die wordt geteisterd door armoede, onrecht en onderdrukking. Hij toonde aan hoezeer hij zich om de menselijke familie bekommerde door schitterende voorzieningen te treffen die tot hun levensvreugde zouden bijdragen. Beschouw alleen al eens welke naam de tuin droeg waarin onze eerste ouders, Adam en Eva, zich bevonden! De tuin heette Eden, wat „Geneugte” betekent en moest een aards paradijs zijn voor iedereen (Genesis 2:8, 9)[1]. De Schepper beperkte de mens niet tot het allernoodzakelijkste om in een grauw, onderdrukkend milieu in leven te kunnen blijven. Aan het eind van zijn scheppingswerk bezag Jehovah wat hij had gemaakt en verklaarde hij dat het „zeer goed” was. (Genesis 1:31)[2].

Welnu, waarom vieren armoede, onderdrukking en andere oorzaken van lijden in deze tijd dan hoogtij op aarde? Het huidige goddeloze samenstel van dingen bestaat omdat onze oorspronkelijke ouders verkozen tegen God in opstand te komen (Genesis 3:1-5)[3]. Dit deed de vraag rijzen of het van Gods zijde wel juist was gehoorzaamheid van zijn schepselen te verlangen. Daarom heeft Jehovah Adams nakomelingen een beperkte periode van onafhankelijkheid toegestaan. God bekommerde zich nog steeds om wat de menselijke familie overkwam. Hij trof voorzieningen om alle schade die door de opstand tegen hem zou worden veroorzaakt, ongedaan te maken.Ook al was het niet voorzien in Gods Plan kon de mensen nu toch trachten zijn gelijk te halen. Maar God wist dat het de mens nooit zou lukken zelfstandig alles goed te regelen en voor zich te zorgen.

In de loop der eeuwen sinds de schepping van de mens is de mensheid steeds verder van Jehovah’s maatstaven afgeweken (Deuteronomium 32:4, 5)[4]. In hun voortdurende verwerping van Gods wetten en beginselen hebben mensen elkaar bestreden en heeft „de ene mens over de andere mens . . . geheerst tot diens nadeel” (Prediker 8:9)[5]. Alle krachtsinspanningen om een werkelijk rechtvaardige maatschappij te grondvesten, vrij van alles wat de lijdende mensheid teistert, zijn gedwarsboomd door de zelfzucht van degenen die de dingen op hun eigen manier willen doen in plaats van zich aan Gods soevereiniteit te onderwerpen.

Gelukkig voorzag God van bij de aanvang dan ook dat Zijn toekomstvoorziening van een aards paradijs toch waarheid zou kunnen worden. Gods Plan voor een vredelievende wereld zou door Hem als zekerheid aan heel de mensheid aangeboden worden. Hij zou de mensen slechts een beperkte tijd hun zin laten doen en dan zou Hij terug ingrijpen om Zijn Plan werkelijkheid te laten worden. En zeer binnenkort zal Jehovah een eind maken aan armoede en onderdrukking — in feite aan alle lijden. (Efeziërs 1:8-10)[6].

Het verlangen om eeuwig te leven

Hebt u ooit opgemerkt dat het een natuurlijk menselijk verlangen is eeuwig te leven? Zo schreef een arts in een Duits blad: „De droom eeuwig te leven is waarschijnlijk zo oud als de mensheid zelf.” Over de geloofsovertuiging van bepaalde Europeanen uit oude tijden schrijft TheNewEncyclopædiaBritannica: „Mensen die het waard zijn, zullen eeuwig in een met goud overdekt, schitterend paleis wonen.” En wat een moeite hebben mensen niet gedaan om dat fundamentele verlangen naar eeuwig leven te bevredigen!

TheEncyclopediaAmericana merkt op dat ruim 2000 jaar geleden in China „zowel keizers als het [gewone] volk, onder leiding van tauïstische priesters, hun werk verwaarloosden om te zoeken naar het levenselixer” — een zogenoemde bron der jeugd. Ja, de hele geschiedenis door hebben mensen geloofd dat zij door het innemen van allerlei brouwsels of zelfs door het drinken van bepaald water jong konden blijven.

Moderne inspanningen om te trachten het inherente verlangen van de mens naar eeuwig leven te bevredigen, zijn niet minder opmerkelijk. Een opvallend voorbeeld is het invriezen van een mens die aan een ziekte bezwijkt. Dit wordt gedaan in de hoop hem of haar ergens in de toekomst het leven terug te geven wanneer er een therapie voor de ziekte is ontwikkeld. Een voorstander van deze procedure, die men cryonica noemt, schreef: „Als ons optimisme gerechtvaardigd blijkt en men leert hoe alle schade — ook de zwakten van de ouderdom — te genezen of te herstellen, dan zullen zij die nu ’sterven’, in de toekomst een onbeperkt verlengd leven hebben.”

Waarom, zou u kunnen vragen, ligt dit verlangen naar eeuwig leven zo verankerd in ons denken? Het komt doordat ’God eeuwigheid in de geest van de mens heeft gelegd’ (Prediker 3:11, RevisedStandardVersion)[7]. Dat is iets om serieus bij stil te staan! Bedenk eens: Waarom zouden wij het inherente verlangen hebben eeuwig te leven, ja, voor altijd, als het niet de bedoeling van onze Schepper was dat dit verlangen bevredigd werd? En zou het liefdevol van hem zijn als hij ons geschapen had met het verlangen naar eeuwig leven en ons dan dwarszat door nooit toe te laten dat wij dat verlangen verwezenlijkten? (Psalm 145:16)[8].

Mogelijkheid tot eeuwig leven

Er is een weg tot eeuwig leven! De structuur van onze wonderbaarlijke hersenen met hun praktisch onbeperkte leervermogen moet ons daarvan overtuigen.

En het is werkelijk Jehovah’s bedoeling dat wij ons in eeuwig leven verheugen. Ja zeker! Het wordt tientallen malen in zijn Woord beloofd. „De gave die God schenkt, is eeuwig leven”, verzekert de bijbel ons. Gods dienstknecht Johannes schreef: „Dit [is] het beloofde dat [God zelf] ons beloofd heeft: het eeuwige leven.” Geen wonder dat een jonge man Jezus vroeg: „Leraar, wat voor goeds moet ik doen om eeuwig leven te verkrijgen?” (Romeinen 6:23; 1 Johannes 2:25; Mattheüs 19:16) In feite schreef de apostel Paulus over „hoop op het eeuwige leven, dat God, die niet liegen kan, vóór ver in het verleden liggende tijden heeft beloofd”. (Titus 1:2)[9].

God zal er in slagen om zijn oorspronkelijke voornemen te verwezenlijken. Wij kunnen er zeker van zijn dat God doet wat hij belooft, zoals hijzelf verklaart: „Zo zal mijn woord dat uit mijn mond uitgaat, blijken te zijn. Het zal niet zonder resultaten tot mij terugkeren, maar het zal stellig datgene doen waarin ik behagen heb geschept, en het zal stellig succes hebben in dat waarvoor ik het heb gezonden.” (Jesaja 55:11).

Dood, ijdelheid en leven

Dat Gods voornemen met de aarde niet veranderd is, wordt duidelijk gemaakt in de bijbel, waar God belooft: „De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, en zij zullen er eeuwig op verblijven.” Zelfs Jezus Christus zei in zijn Bergrede dat de zachtaardigen de aarde zullen beërven (Psalm 37:11;Mattheüs 5:5)[10].

Romeinen 8:20 luidt: „De schepping werd aan ijdelheid onderworpen, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen, op basis van hoop.” ’s Mensen Schepper, Jehovah God, onderwierp mensen aan de dood omdat zij tegen hem gezondigd hadden, maar toen hij dit deed, legde hij ook een basis voor hoop.

Deze basis werd duidelijk geïdentificeerd toen Jezus Christus naar de aarde kwam. In Johannes 3:16 staat: „Want God heeft de wereld zozeer liefgehad dat hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven, opdat een ieder die geloof oefent in hem, niet vernietigd zou worden, maar eeuwig leven zou hebben.” Maar hoe kan geloof oefenen in Jezus Christus ons van de dood redden?

Beloofde Redding

Als de zonde de oorzaak van de dood is, moet de zonde verwijderd worden voordat de dood tenietgedaan kan worden. In het begin van Jezus’ bediening als de Christus zei Johannes de Doper: „Zie, het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt!” (Johannes 1:29)

Jezus Christus, die een volmaakt mens op aarde was, is nooit ontrouw aan God geweest. Hij droeg de naam Yeshua / Jesjua of Jezus, hetgeen „Hulp van Jehovah” of „Redding van Jehovah” betekent, op waardige wijze.

Jezus was de beloofde Messias of Redder die de Christus werd genoemd en de enige die er in sloeg om volledig zonder zonde te blijven na zo als elke mens ook beproefd te zijn.Jezus’ getrouwheid werd tot het uiterste getest door hem als een volmaakt menselijk slachtoffer aan een terechtstellingspaal te laten sterven, opdat Jezus aldus „zijn volk van hun zonden [zou] redden”. (Matth. 1:21)[11].

Door evenwel zijn volmaakte menselijkheid te offeren, kon hij als een geestelijke zoon van God wederom tot het leven worden teruggebracht, bekleed met de beloning van onsterfelijkheid in de hemel en nog steeds in het bezit van zijn onverspeelde recht op het koninkrijk van zijn voorvader David (1 Petr. 3:18; 1 Kor. 15:45-47)[12]. Op deze wijze wordt hij een koning aan Gods rechterhand in de hemel, precies zoals koning David in Psalm 110:1-4[13] had geprofeteerd.

Door zijn getrouwheid behield hij zijn recht op de „troon van David” of de koninklijke heerschappij over geheel Israël die door deze troon werd gesymboliseerd. God heeft de gezalfde Jezus die „troon van David” echter nooit op aarde gegeven (Luk. 1:32, 33)[14]. Niettemin liet hij toe dat anderen hem ter dood brachten. Waarom? Omdat hij door dat te doen, de prijs voor onze zonden betaalde. (Mattheüs 20:28; 1 Petrus 3:18)[15].

Toen die prijs was betaald, werd voor allen die geloof in Jezus oefenen de mogelijkheid geopend om te leven zonder ooit te sterven.

Jezus was de voornaamste persoon om tot het welslagen van Jehovahs Plan te komen. Hij kwam op wonderbaarlijke wijze en verliet deze aarde op bijzondere wijze, maar hij zal terugkomen op weer een opmerkelijke manier, en dan zal het slotstuk van de verwezenlijking van Gods Plan komen.

Voor degenen die vertrouwen stellen in Jehovah en geloof oefenen in Jezus, is de oneindige verlenging van het leven niet slechts een onbereikbare droom De bijbel toont aan dat door middel van een opstanding eeuwig leven ook mogelijk zal worden voor degenen die gestorven zijn (Johannes 5:28, 29)[16].De meesten van ons die geloof oefenen in Jezus zullen eeuwig leven op aarde ontvangen, wanneer Jehovah God het aardse paradijs heeft hersteld. (Jesaja 25:8; 1 Korinthiërs 15:48, 49; 2 Korinthiërs 5:1)[17].

Dan zal een eind komen aan veroudering en de dood. Dit is in overeenstemming met Psalm 68:20, waar staat: „Aan Jehovah, de Soevereine Heer, behoren de wegen toe die uit de dood leiden.” (Openbaring 21:3, 4)[18].

Zoals in Spreuken 12:7, 28 staat: „De goddelozen worden ondersteboven gekeerd en zij zijn niet meer, maar het huis van de rechtvaardigen, dát zal blijven staan. Op het pad der rechtvaardigheid is leven, en de reis op haar gebaande pad betekent: geen dood.” Alleen Jehovah God, de grote bron van wijsheid en macht, kan dit tot stand brengen. Hij wordt in Daniël 7:13, 14[19] beschreven als de Oude van Dagen, de oudste in het universum, de enige zonder begin of einde. Hij geeft aan zijn Zoon Jezus „heerschappij en waardigheid en een koninkrijk . . . opdat de volken, nationale groepen en talen alle hém zouden dienen. Zijn heerschappij is een heerschappij van onbepaalde duur, die niet zal voorbijgaan, en zijn koninkrijk een dat niet te gronde gericht zal worden.” Wanneer zijn heerschappij zich tot de einden der aarde uitstrekt, zullen er geen grenzen meer zijn tussen de landen of tussen stammen of nationale groepen. Alle mensen zullen onderdanen zijn van hun hemelse Koning. Er zal onder de heerschappij van de Vredevorst geen oorlog meer zijn. Ook zullen er geen slechte levensomstandigheden meer zijn, welke aanleiding zouden geven tot revoluties of veranderingen in de regering, aangezien zijn heerschappij „van onbepaalde duur” zal zijn en de mensen zekerheid zal verschaffen.

Nieuw Samenstel van dingen

Tot de weldaden die op de oprichting van het nieuwe samenstel van dingen zullen volgen, zal de algehele verwijdering behoren van achterbuurten en armoede. De profetie in Jesaja 65:21, 22 vertelt hoe degenen die in het nieuwe samenstel leven, hun eigen huis zullen bouwen en hun eigen tuin zullen planten, niet opdat iemand anders voordeel van hun harde werk zal trekken, maar opdat zij er zelf met hun gezin van kunnen genieten[20]. Allen zullen zich in volmaakte gezondheid verheugen. De bewoners van de aarde zullen niet langer zeggen: „Ik ben ziek.” De dood zal de getrouwe mensheid niet langer bedreigen. Degenen die zijn gestorven, zullen uit de dood worden opgewekt om op een aards paradijs in rechtvaardigheid onderricht te worden, met eeuwig leven in het vooruitzicht. Er zullen in het nieuwe samenstel geen voedseltekorten zijn. In Psalm 72:16 wordt ons verteld: „Er zal volop koren op aarde blijken te zijn.” En Psalm 67:6 voegt hieraan toe: ”De aarde zelf zal stellig haar opbrengst geven; God, onze God, zal ons zegenen.”(Jes. 33:24; Openb. 21:4)[21].

Zelfs de dieren zullen vreedzaam zijn. Stelt u zich eens voor dat een kalf en een leeuw of een koe en een beer samen weiden! Ouders hoeven niet bang te zijn als hun kind met een leeuw of een panter speelt. In de schriftplaats in Jesaja 11:6-9 worden zelfs een wolf en een lam afgebeeld die vreedzaam met elkaar omgaan[22]. Wanneer men zich in deze zegeningen van God verheugt, zal niemand nog langer vragen: „Wie is Jehovah?”, zoals Farao uit de oudheid. In plaats daarvan zal de kennis van Jehovah de aarde vervullen, net zoals de wateren de zee bedekken, terwijl alle mensen die dan leven zich in zuivere aanbidding voor hem zullen neerbuigen. (Jes. 66:23; Ezech. 34:25-27)[23].

Of u nu de hoop hebt deel uit te maken van de „kleine kudde”, die in de hemelse gewesten met Christus verenigd zal worden, of van de „andere schapen”, die zich hier op aarde in leven zullen verheugen, door Jehovah’s onverdiende goedheid kunt u naar de wonderbare zegeningen uitzien die in deze toekomende samenstelsels van dingen verwezenlijkt zullen worden (Luk. 12:32; Joh. 10:16)[24]. Het zal niet gemakkelijk zijn in deze tijd met het nieuwe samenstel voor ogen te leven. Het Kwaad tiert welig rond en zal ook u moeilijkheden veroorzaken. Misschien zult u vervolging of tegenstand van de zijde van uw gezin of familieleden te verduren krijgen als u eraan deelneemt de heldere waarheid te ondezoeken en na te volgen. Velen hebben echter een dergelijke druk overwonnen, terwijl zij zelfs hun huis en familie verlieten om het goede nieuws in verafgelegen plaatsen in het buitenland te prediken voordat het einde komt. Door kameraadschappelijke omgang met mensen van hetzelfde geloof in de Nieuwe-Wereldmaatschappij, zijn zij gezegend met honderden geestelijke broeders en zusters, moeders en kinderen, en zelfs huizen, met het vooruitzicht op eeuwig leven in het nieuwe samenstel van dingen. (Mark. 10:29, 30)[25].

Houd met betrekking tot het lot dat degenen te wachten staat die de vriendschap van de wereld boven de vriendschap van God verkiezen, in gedachten dat „God . . . zich er niet van heeft weerhouden een wereld uit de oudheid te straffen, maar Noach, een prediker van rechtvaardigheid, met zeven anderen veilig heeft bewaard, toen hij een geweldige vloed over een wereld van goddeloze mensen bracht” (2 Petr. 2:4, 5)[26]. In die tijd werden alle mensen die Jehovah’s regeling voor redding hadden verworpen, verdelgd. Zoals Jezus had voorzegd, zijn de toestanden thans net als in Noachs dagen, en dit samenstel met al zijn ondersteuners zal binnenkort in de ”grote verdrukking” worden vernietigd, maar wederom zullen degenen die God met geest en waarheid dienen, deze verdrukking overleven. Nu is het voor ons derhalve de tijd handelend op te treden ten einde er zeker van te zijn dat wij in leven zullen blijven. (Rom. 10:13)[27].

[1] Genesis 2:8-9: 8 Voorts plantte Jehovah God een tuin in Eden, tegen het oosten, en daar plaatste hij de mens die hij gevormd had. 9 Zo liet Jehovah God uit de aardbodem allerlei geboomte ontspruiten, begeerlijk voor het gezicht en goed tot voedsel, en ook de boom des levens in het midden van de tuin en de boom der kennis van goed en kwaad.

[2] Genesis 1:31: 31 Daarna zag God alles wat hij gemaakt had en zie! [het was] zeer goed. En het werd avond en het werd morgen: een zesde dag.

[3] Genesis 3:1-5: 3 De slang nu bleek het omzichtigste te zijn van al het wild gedierte van het veld dat Jehovah God gemaakt had. Ze zei dan tot de vrouw: „Is het werkelijk zo dat God heeft gezegd dat GIJ niet van elke boom van de tuin moogt eten?” 2 Hierop zei de vrouw tot de slang: „Van de vrucht der bomen van de tuin mogen wij eten. 3 Maar wat [het eten] van de vrucht van de boom die in het midden van de tuin staat betreft, God heeft gezegd: ’GIJ moogt daarvan niet eten, neen, GIJ moogt ze niet aanraken, opdat GIJ niet sterft.’” 4 Hierop zei de slang tot de vrouw: „GIJ zult volstrekt niet sterven. 5 Want God weet dat nog op de dag dat GIJ ervan eet, UW ogen stellig geopend zullen worden en GIJ stellig als God zult zijn, KENNEND goed en kwaad.”

[4] Deuteronomium 32:4-5: 4 De Rots, volmaakt is zijn activiteit, Want al zijn wegen zijn gerechtigheid. Een God van getrouwheid, bij wie geen onrecht is; Rechtvaardig en oprecht is hij.5 Zij hebben van hùn zijde verderfelijk gehandeld; Zij zijn zijn kinderen niet, het gebrek ligt bij henzelf.

[5] Prediker 8:9: 9 Dit alles heb ik gezien, en mijn hart legde zich toe op ieder werk dat onder de zon is gedaan, [gedurende] de tijd dat de ene mens over de andere mens heeft geheerst tot diens nadeel.

[6] Efeziërs 1:8-11: 8 Deze heeft hij overvloedig jegens ons doen zijn in alle wijsheid en gezond verstand, 9 doordat hij ons het heilige geheim van zijn wil heeft bekendgemaakt. Het is overeenkomstig zijn welbehagen, dat hij bij zichzelf had voorgenomen, 10 aan de volledige grens van de bestemde tijden een bestuur te hebben, om namelijk alle dingen weer bijeen te vergaderen in de Christus, de dingen in de hemelen en de dingen op de aarde. [Ja,] in hem, 11 in eendracht met wie wij ook tot erfgenamen werden aangesteld, doordat wij werden voorbestemd

[7] Prediker 3:11: 11 Alles heeft hij fraai gemaakt op zijn tijd. Zelfs onbepaalde tijd heeft hij in hun hart gelegd, opdat de mensheid het werk dat de [ware] God heeft gemaakt, nooit van het begin tot het eind kan doorgronden.

[8] Psalm 145:16: 16 Gij opent uw hand En verzadigt de begeerte van al wat leeft.

[9] Titus 1:2: 2 op basis van hoop op het eeuwige leven, dat God, die niet liegen kan, vóór ver in het verleden liggende tijden heeft beloofd,

[10] Psalm 37:11: 11 De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, En zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.

Mattheüs 5:5: 5 Gelukkig zijn de zachtaardigen, want zij zullen de aarde beërven.

[11] Mattheüs 1:21: 21 Zij zal een zoon baren, en gij moet hem de naam Jezus geven, want hij zal zijn volk van hun zonden redden.”

[12] 1 Petrus 3:18: 18 Immers, ook Christus is eens voor altijd gestorven betreffende zonden, een rechtvaardige voor onrechtvaardigen, om U tot God te leiden, [hij,] die ter dood gebracht werd in het vlees, maar levend gemaakt in de geest.

1 Korinthiërs 15:45-47: 45 Zo staat er ook geschreven: „De eerste mens, Adam, werd een levende ziel.” De laatste Adam werd een levengevende geest. 46 Niettemin is dat wat geestelijk is niet het eerst, maar dat wat fysiek is, daarna dat wat geestelijk is. 47 De eerste mens is uit de aarde en van stof gemaakt; de tweede mens is uit de hemel.

[13] Psalm 110:1-4: 110 De uitspraak van Jehovah tot mijn Heer luidt: „Zit aan mijn rechterhand, Totdat ik uw vijanden tot een voetbank voor uw voeten stel.”2 De staf van uw sterkte zal Jehovah uit Sion zenden, [zeggend:] „Ga onderwerpen te midden van uw vijanden.”3 Uw volk zal zich gewillig aanbieden op de dag van uw strijdkracht. In de pracht der heiligheid, uit de schoot van de dageraad, Hebt gij uw gezelschap van jonge mannen net als dauwdruppels.4 Jehovah heeft gezworen (en hij zal geen spijt gevoelen): „Gij zijt priester tot onbepaalde tijd Naar de wijze van Melchizédek!”

[14] Lukas 1:32-33: 32 Deze zal groot zijn en de Zoon van de Allerhoogste worden genoemd; en Jehovah God zal hem de troon van zijn vader David geven, 33 en hij zal voor eeuwig als koning over het huis van Jakob regeren en aan zijn koninkrijk zal geen einde zijn.”

[15] Mattheüs 20:28: 28 Evenals de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn ziel te geven als een losprijs in ruil voor velen.”

1 Petrus 3:17-18: 18 Immers, ook Christus is eens voor altijd gestorven betreffende zonden, een rechtvaardige voor onrechtvaardigen, om U tot God te leiden, [hij,] die ter dood gebracht werd in het vlees, maar levend gemaakt in de geest.

[16] Johannes 5:28-29: 28 Verwondert U hierover niet, want het uur komt waarin allen die in de herinneringsgraven zijn, zijn stem zullen horen 29 en te voorschijn zullen komen, zij die goede dingen hebben gedaan, tot een opstanding des levens, zij die verachtelijke dingen hebben beoefend, tot een opstanding des oordeels.

[17] 1 Korinthiërs 15:48-49: 48 Zoals hij [is] die van stof gemaakt is, zo [zijn] ook zij die van stof gemaakt zijn; en zoals de hemelse [is], zo [zijn] ook zij die hemels zijn. 49 En evenals wij het beeld hebben gedragen van degene die van stof gemaakt is, zullen wij ook het beeld van de hemelse dragen.

2 Korinthiërs 5:1: 5 Want wij weten dat wanneer ons aardse huis, deze tent, ontbonden zou worden, wij een gebouw van God zullen hebben, een niet met handen gemaakt, eeuwig huis in de hemelen.

[18] Psalm 68:20: 20 De [ware] God is voor ons een God van reddingsdaden; En aan Jehovah, de Soevereine Heer, behoren de wegen toe die uit de dood leiden.

Deuteronomium 32:39: 39 Ziet nu dat ik — ik het ben En er zijn geen goden naast mij. Ik breng ter dood en ik maak levend. Ik heb zwaar gewond en ik — ik wil genezen, En er is niemand die uit mijn hand rukt.

Openbaring 21:3-4: 3 Toen hoorde ik een luide stem, afkomstig van de troon, zeggen: „Zie! De tent van God is bij de mensen, en hij zal bij hen verblijven, en zij zullen zijn volken zijn. En God zelf zal bij hen zijn. 4 En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.”

[19] Daniël 7:13-14: 13 Ik bleef aanschouwen in de nachtvisioenen, en ziedaar! met de wolken des hemels bleek iemand gelijk een mensenzoon te komen; en tot de Oude van Dagen verkreeg hij toegang, en men bracht hem dicht bij, ja vóór Deze. 14 En hem werd heerschappij en waardigheid en [een] koninkrijk gegeven, opdat de volken, nationale groepen en talen alle hèm zouden dienen. Zijn heerschappij is een heerschappij van onbepaalde duur, die niet zal voorbijgaan, en zijn koninkrijk een dat niet te gronde gericht zal worden.

[20] Jesaja 65:21-22: 21 En zij zullen stellig huizen bouwen en bewonen, en zij zullen stellig wijngaarden planten en [hun] vrucht eten. 22 Zij zullen niet bouwen en iemand anders [het] bewonen; zij zullen niet planten en iemand anders [ervan] eten. Want als de dagen van een boom zullen de dagen van mijn volk zijn, en het werk van hun eigen handen zullen mijn uitverkorenen geheel verbruiken.

[21] Jesaja 33:24: 24 En geen inwoner zal zeggen: „Ik ben ziek.” Het volk dat in [het land] woont, zal vergiffenis van zijn dwaling hebben ontvangen.

Openbaring 21:4: 4 En hij zal elke traan uit hun ogen wegwissen, en de dood zal niet meer zijn, noch rouw, noch geschreeuw, noch pijn zal er meer zijn. De vroegere dingen zijn voorbijgegaan.”

[22] Jesaja 11:6-9: 6 En de wolf zal werkelijk een poosje bij het mannetjeslam vertoeven, en bij het bokje zal de luipaard zelf zich neerleggen, en het kalf en de jonge leeuw met manen en het weldoorvoede dier alle bij elkaar; en een kleine jongen nog maar zal leider over ze zijn. 7 Ja, de koe en de beer zullen weiden; samen zullen hun jongen neerliggen. En zelfs de leeuw zal stro eten net als de stier. 8 En de zuigeling zal stellig spelen bij het hol van de cobra; en op de lichtopening van een giftige slang zal een gespeend kind werkelijk zijn eigen hand leggen. 9 Men zal generlei kwaad doen noch enig verderf stichten op heel mijn heilige berg; want de aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah, zoals de wateren ook de zee bedekken.

[23] Jesaja 66:23: 23 „En het zal stellig geschieden dat van nieuwe maan tot nieuwe maan en van sabbat tot sabbat alle vlees zal komen om zich voor mijn aangezicht neer te buigen”, heeft Jehovah gezegd.

Ezechiël 34:25-28: 25 En ik wil met hen een vredesverbond sluiten en ik zal stellig het schadelijk wild gedierte uit het land wegdoen, en zij zullen werkelijk in zekerheid in de wildernis wonen en in de wouden slapen. 26 En ik wil hen en de omgeving van mijn heuvel tot een zegen maken, en ik wil de stortregen doen neerdalen op zijn tijd. Zegen brengende stortregens zullen er blijken te zijn. 27 En het geboomte van het veld moet zijn vrucht geven en het land zelf zal zijn opbrengst geven, en zij zullen zich werkelijk in zekerheid op hun grond bevinden. En zij zullen moeten weten dat ik Jehovah ben wanneer ik de houten van hun juk verbreek en ik hen heb bevrijd uit de hand van degenen die hen als slaven hadden gebruikt. 28 En zij zullen niet langer tot plundering worden voor de natiën; en wat het wild gedierte van de aarde betreft, het zal hen niet verslinden, en zij zullen werkelijk in zekerheid wonen, zonder dat iemand [hen] doet beven.

[24]Lukas 12:32: 32 Vreest niet, kleine kudde, want het heeft UW Vader goedgedacht U het koninkrijk te geven.

Johannes 10:16: 16 En ik heb nog andere schapen, die niet van deze kooi zijn; ook die moet ik brengen, en zij zullen naar mijn stem luisteren, en zij zullen één kudde, één herder worden.

[25] Markus 10:29-30: 29 Jezus zei: „Voorwaar, ik zeg ulieden: Niemand heeft huis of broers of zusters of moeder of vader of kinderen of velden ter wille van mij en ter wille van het goede nieuws verlaten, 30 die niet nu, in deze tijdsperiode, honderdvoudig zal ontvangen, huizen en broers en zusters en moeders en kinderen en velden, mèt vervolgingen, en in het komende samenstel van dingen eeuwig leven.

[26] 2 Petrus 2:4-10: 4 Stellig, indien God zich er niet van heeft weerhouden de engelen die zondigden te straffen, maar hen, door hen in Tártarus te werpen, aan afgronden van dikke duisternis heeft overgeleverd om voor het oordeel bewaard te worden; 5 en hij zich er niet van heeft weerhouden een wereld uit de oudheid te straffen, maar Noach, een prediker van rechtvaardigheid, met zeven anderen veilig heeft bewaard toen hij een geweldige vloed over een wereld van goddeloze mensen bracht; 6 en hij de steden Sodom en Gomorra, door ze in de as te leggen, heeft veroordeeld, waardoor hij ze voor goddelozen tot een voorbeeld gesteld heeft van komende dingen; 7 en hij de rechtvaardige Lot heeft bevrijd, die zwaar gekweld werd door het losbandig gedrag van de mensen die de wet trotseerden — 8 want die rechtvaardige man heeft door wat hij zag en hoorde toen hij onder hen woonde, dag aan dag zijn rechtvaardige ziel gefolterd wegens hun wetteloze daden — 9 dan weet Jehovah mensen van godvruchtige toewijding uit beproeving te bevrijden, maar onrechtvaardigen te bewaren voor de dag van het oordeel om afgesneden te worden, 10 vooral echter hen die het vlees achternagaan met de begeerte [het] te verontreinigen en die op heerschappij neerzien.

[27] Romeinen 10:13: 13 Want „een ieder die de naam van Jehovah aanroept, zal gered worden”.