opstandingenoordeel

Belgische Christadelphians

Opstanding en Oordeel

Als wij beweren christenen te zijn

zuilen wij weten dat wij op een zekere dag voor de Heer Jezus, onze Rechter, moeten staan om zegen of veroordeling te ontvangen:

Jezus: "Van elk ijdel woord, dat de mensen zullen spreken, zullen zij rekenschap geven op de dag des oordeels, want naar uw woorden zult gij gerechtvaardigd worden, en naar uw woorden zult gij veroordeeld worden" (Mattheus 12:36-37)

Paulus: "Want wij moeten allen voor de rechterstoel van Christus openbaar worden, opdat een ieder wegdrage wat hij in zijn lichaam verricht heeft, naardat hij gedaan heeft, hetzij goed, hetzij kwaad" (2 Corinthiërs 5:10)

Daniël: "Velen van hen die slapen in het stof der aarde, zullen ontwaken, dezen tot eeuwig leven en genen tot versmading, tot eeuwig afgrijzen" (Daniël 12:2)

Jezus: "Maar uw toom is gekomen en de tijd voor de doden om geoordeeld te worden en om het loon te geven aan uw knechten, profeten, en aan de heiligen en aan hen. die uw naam vrezen, aan de kleinen en de groten en om te verderven wie de aarde verderven" (Openbaring 11:18)

Paulus: " ... er een opstanding van rechtvaardigen en onrechtvaardigen zal zijn". "Maar toen hij sprak over rechtvaardigheid en ingetogenheid en het toekomstig oordeel, werd Felix bevreesd" (Handelingen der apostelen 24:15, 25)

Petrus: "Maar zij zullen daarvan rekenschap moeten geven aan Hem, die gereed staat om levenden en doden te oordelen" (1 Petrus 4:5)

Wie hun plicht voor God hebben begrepen, hetzij zij die roeping hebben aanvaard en in geloof gehoorzaamd, hetzij zij die hebben verworpen of verwaarloosd, moeten voor de rechterstoel des Heren staan om Zijn uitspraak te horen, ten zegen of ter veroordeling.

Jezus: "Wanneer dan de Zoon des mensen komt in zijn heerlijkheid en al de engelen met Hem, dan zal Hij plaats nemen op de troon zijner heerlijkheid. En al de volken zullen voor Hem verzameld worden, en Hij zal ze van elkander scheiden, zoals de herder de schapen scheidt van de bokken, en Hij zal de schapen zetten aan zijn rechterhand en de bokken aan zijn linkerhand. Dan zal de Koning tot hen, die aan zijn rechterhand zijn. zeggen: "Komt, gij gezegenden mijns Vaders, beërft het Koninkrijk, dat u bereid is van de grondlegging der wereld af"... Dan zal Hij ook tot hen, die aan zijn linkerhand zijn, zeggen: "Gaat weg van Mij, gij vervloekten. naar het eeuwige vuur dat voor de duivel en zijn engelen bereid is" " (Mattheus 25:31-46)

"Het is beter. Dat gij verminkt ten leven ingaat, dan dat gij met uw.twee handen ter helle vaart, in het onuitblusbare vuur" (Marcus 9:43-48)

Het hellevuur van de Bijbel is de vernietiging van alles wat bij het oordeel onaangenaam is in Gods ogen. Het wordt ook ‘het eeuwige vuur’ en ‘de poel des vuurs’ genoemd

Opstanding en Oordeel.

Na dit artikel gelezen te hebben hopen wij dat u antwoorden op volgende vragen zal hebben:

1.Wat zegt de bijbel over onsterfelijkheid?

2.Wat gebeurt er na de dood?

3.Wanneer zal de opstanding van de doden plaats grijpen?

4.Welk soort personen zullen door Jezus Christus beoordeeld worden en waarom?

Verscheidene mensen geloven dat ze een onsterfelijke ziel hebben die naar de hemel gaat als zij sterven. Nochtans is het onderricht van de Bijbel heel anders. De Bijbel spreekt van enkele mensen de zullen terugkomen tijdens de “opstanding tussen de doden” (Filippenzen 3:11) [1] Hetzelfde geslacht zal verschijnen voor het tribunaal van Christus en om de liefde van God laten wij u graag weten wat de Bijbel ons voorspelt.(2 Korinthiërs 5:11) [2] God zal de doden weer tot leven wekken en hen oordelen. De getrouwe dienaren van Jezus Christus zullen voor eeuwig met Jezus Christus leven.

Wat zegt de bijbel van onsterfelijkheid?

Het woord “onsterfelijk” vind men slechts één maal in de Heilige Schrift en “onsterfelijkheid” vijf maal. Als wij even bij die passages gaan kijken vinden wij dat:

1.God onsterfelijkheid bezit (1 Timotheus 1:17) [3]

2.De Bijbel nergens over de mens als een onsterfelijke praat. (En lees bijvoorbeeld 1 Timotheus 6:15,16) [4]

3.Het is Jezus Christus die de dood zal breken tot dat zij tot niets meer in staat zal zijn. Hij heeft de getuigenis van het leven afgelegd en de onsterfelijkheid door het Evangelie of het Goede Nieuws. (2 Timotheus 1:10) [5]

Zo was het voor de komst van Jezus Christus voor de mens onmogelijk om altijd in leven te blijven. Dientengevolge kon niemand een onsterfelijke ziel bezitten.

Onze hoop voor een leven zonder einde berust volledig op de overwinning van Jezus Christus op de zonde en zal slechts mogelijk gemaakt worden na de opstanding.

Onsterfelijkheid is dus niet zo maar een gegeven verworvenheid. Het is enkel door de gratie of welwillendheid van God dat de getrouwen dat zullen erven bij de terugkeer van Jezus Christus als hij de doden zal verrijzen.

Wij moeten behoren tot diegenen die de eer, glorie en onsterfelijkheid zoeken. (Romeinen 2:7) [6] Zij is dus niet zo maar verworven. De dag zal komen wanneer Jezus Christus zal terugkeren om te oordelen, levenden en doden, voor al hun verborgen daden. (Romeinen 2:16) [7] Het eeuwig leven is een geschenk van God en niet het vermogen van de mens. (Romeinen 6:23) [8]

Volgens de Bijbel zijn er twee soorten lichamen: het “natuurlijk lichaam” en het “geestelijk lichaam” (1 Korinthiërs 15:44) [9] Er moet een verandering van natuur plaatsgrijpen. (vers 53) [10] Alleen zo zal de dood verslonden worden door de overwinning. (1 Korinthiërs 15:54) [11]

Dat onderricht van de Bijbel brengt een tegenovergesteld beeld van het onbijbelse gebruikelijke standpunt hoe velen verwachten dat bij de dood de ziel zich scheidt van het lichaam.

Het slaat terug op het feit dat er een belangrijke volgorde is in de gebeurtenissen van het goddelijk plan.

1.Wij hebben nu een natuurlijk leven in een natuurlijk lichaam.

2.Vroeg of laat sterven wij.

3.Op zijn beurt zal Jezus ons opwekken.

4.Hij zal over ons oordelen.

5.Ofwel geeft hij ons een geestelijk lichaam en een eeuwig leven ofwel zullen wij voor goed vernietigd worden door de (tweede) dood.

Indien wij nog leven als Jezus terug keert dan zullen wij eveneens met de anderen beoordeeld worden.

De Dood en de Ziel.

Nergens in de Bijbel staat dat de mens een onsterfelijke ziel heeft. Het woordje ziel slaat trouwens op de levensadem of levenskracht in de mens ofwel op het wezen, het zijn van de mens of dier zelf. (Genesis 7:22; 1:24) [12]

De “geest” die bij de dood het menselijk lichaam verlaat is de levenskracht, die haar oorsprong vond bij de Schepper. (Psalm 36:9, Handelingen 17:28). [13] Wanneer er geen levenskracht meer is om een lichaam in stand te houden, of wanneer God het ogenblik vindt om de levensloop te beëindigen of de mens achter te laten, sterft de mens – de ziel. (Psalm 104:29; Prediker 12:1,7) [14]

Tussen mens en dier is bij het sterven geen verschil. Zoals zij niets afweten van voor hun geboorte zal er na hun sterven ook geen besef meer zijn. Wij zijn allen uit het stof ontstaan en vervallen terug tot stof. (Prediker 3: 5, 10, 19, 20). [15]

Het mag ons een troost wezen dat onze geliefden zich van niets bewust zijn. De plaats waar zij naartoe gaan is in het Hebreeuws het “Sjeool” of in het Grieks “Hades”, gewoon het “graf” waar zij niets voelen en dus ook niet meer kunnen lijden.

Opvattingen over een gelukzalig leven na de dood weerspiegelen wel het verlangen naar eeuwig leven dat God ook in het hart van de mens heeft gelegd, ook al verstaan wij weinig van dat tijdsverloop. (Prediker 3:11) [16] God heeft de mensen geschapen met het vooruitzicht dat zij eeuwig op de aarde zouden leven (Genesis 2:16, 17). [17] Door de bewuste keuze van de eerste mens is de dood over hem gekomen en hebben wij dit overgeërfd

Oorspronkelijk vormde de dood geen onderdeel van Gods voornemen voor de mensheid (Ezechiël 33:11; 2 Petrus 3:9). [18] De Bijbel spreekt steeds over het lichaam dat uit de doden zal opgewekt worden.

Wat gebeurt er na de dood?

Zij die dood zijn, zijn als in een “diepe slaap” zegt de Bijbel. Betreft Lazarus, die gestorven was zei Jezus: “onze vriend slaapt, maar ik ga hem wakker maken” en verder zegt hij kort weg: “Lazarus is dood”.

Jezus zegt dat Lazarus slaapt omdat wij in onze slaap niets beseffen. Wij weten van niets tot wij wakker worden. Zo hebben doden ook niets meer te herinneren. (Psalm 6:5/6) [19]

Het zou maar vreemd zijn als Lazarus, die al vier dagen dood was, naar een heerlijke hemel zou gegaan zijn en Jezus hem dan van die zalige plaats naar deze miserabele wereld terug bracht. Als zijn ziel in de hemel of in de hel zou gezeten hebben zou hij bij de terugkeer op aarde hier toch over hebben kunnen vertellen. Hij had niets te vertellen en zijn stilte toonde aan dat hij als een slapende in zijn graf lag.

Toen Jezus tot Martha zei: “Uw broer zal opstaan,” gaf zij uiting aan haar geloof in Gods voornemen om de gevolgen die de dood voor de mensen heeft, te niet te doen. Ze zei: “Ik weet dat hij zal opstaan bij de verrijzenis op de laatste dag.” (Johannes 11: 23, 24) [20] zij zei niets over een onsterfelijke ziel die na de dood elders voort leeft. Zij besefte dat haar broer opgehouden had te bestaan, maar had geloof in de schitterende hoop op een later komende opstanding uit de doden.

Alles en allen zijn vergankelijk maar wij moeten diezelfde hoop als Martha hebben.

Wat is opstanding?

Verrijzenis, opstanding of “oprichten” is het doen “opstaan”. Dit houdt in dat het tot stof vergane lichaam zich vanuit de levensloze toestand als het ware zal opstaan uit het gemeenschappelijk graf (Sjeool).

Het is de hoedanigheid en het ogenblik dat de gevolgen van de dood zullen ongedaan gemaakt worden. (Romeinen 5:12; 8:19-25; Openbaring 5:9,10) [21]

Vanuit het stoffelijke zal God aan ieder uit de dood opgewekte persoon een nieuw of geestelijk lichaam geven waarmee zij opnieuw zal mee kunnen leven.

Met het nieuw beklede lichaam zal men echter niet meer de dingen van deze wereld moeten ondergaan. (Openbaring 21:1-‘) [22]

De gevolgen van de erfzonde zullen helemaal teniet gedaan worden. En Christus Jezus zal in Jehovah’s naam de heerschappij over de aarde herstellen en Gods rechtmatige soevereiniteit voor altijd rechtvaardigen. (Genesis 3:15; Psalm 2:2-9) [23]

Het is het ultieme moment van de waarheid waarbij de mensen ter verantwoording van hun daden, zullen opgeroepen worden.

Wanneer zal de opstanding van de doden gebeuren?

De beloofde opstanding der doden zal plaats grijpen wanneer Jezus zal terug keren om het Koninkrijk van God op te richten. (Lukas 1:32,33) [24] Dan zal het ogenblik komen waarbij allen die in de herinneringsgraven zijn Jezus stem zullen horen en zij die goede dingen hebben gedaan tot leven zullen komen terwijl zij die verachtelijke dingen hebben gedaan een opstanding zullen krijgen maar eveneens een veroordeling tot de tweede dood. (Johannes 5:28, 29; Handelingen 24:15; Openbaring 20:12-14) [25]

Wanneer dit juist zal plaatsgrijpen weten wij niet. Het zal afhangen van de welwillendheid van God. Maar Jezus heeft ons beloofd dat zij die in hem geloven kans maken om dat eeuwige leven te verkrijgen en opstanding te zien op het einde der tijden. (Johannes 6:40) [26]

Wij weten dat Christus Jezus aan de rechterhand van zijn Vader zal zitten en Gods vijanden voor hem zou krijgen. (Psalm 110:1; Handelingen 2:34-36; Hebreeën 10:12, 13) [27] Verder vertelt de Heilige Schrift ons dat wij tekenen van Jezus tegenwoordigheid en van het besluit van het “samenstel der dingen” zouden zien. (Mattheus 24:3) [28] Op velerlei gebieden zal het lijken of de wereld op het einde van haar verloop zou komen. Er zouden misleiders komen, vele natuurrampen plaatsgrijpen en er zou een onmetelijke zware oorlogsstrijd losbarsten. Het kwaad zou hevig de wereld rond gaan. (Mattheus 24:7; Openbaring 6:4) [29] “De oorlog van de grote dag van God de Almachtige” of “Armageddon zal de laatste oorlog zijn waarbij de landen over heel de wereld zullen betrokken zijn.

Hevige ziekten zullen over de wereld woekeren (Lukas 21:11; Openbaring 6:8) [30] terwijl de mensen meer oog zullen hebben voor hun eigen genot en welstand en onverschillig tegenover elkaar zullen staan. Gehoorzaamheid, respect, genegenheid en menselijke sympathie zullen ver te zoeken zijn. (2 Timotheus 3:2) [31]

Ook al zullen de godsdiensten in die tijd elkaar bestrijden, zullen er toch mensen zijn die de godvruchtige toewijding kunnen aanhouden en die de kracht zullen vinden om het Goede Nieuws verder over de gehele bewoonde aarde te prediken. (2 Timotheus 3:5; Mattheus 24:14) [32]

De Bijbel waarschuwt ons om “wakker te blijven” en waakzaam te zijn zodat wij die tekens zouden herkennen en ons zullen kunnen weerbaar maken voor de onvermijdelijke moeilijkheden en paraat zullen zijn om voor het aangezicht van de Mensenzoon[33] te verschijnen. (Lukas 21:34-36) [34]

Hoe zal de opstanding van de doden gebeuren?

De apostel Johannes kreeg een opwindend visioen waarbij hij de doden uit de zee en het land zag komen om voor Gods troon te verschijnen. (Openbaring 20:12-14) [35]

Jezus is ons vele jaren in de opstanding voor gegaan, maar dan zal op het ogenblik van de laatste dagen het uur voor iedereen aanbreken dat zij vanuit het stoffelijke opgewekt zullen worden.

De apostel Paulus zegt: “eveneens zullen allen in Christus herleven, maar elk volgens zijn rang, Christus als meerdere, vervolgens zij die Christus toebehoren” bij de komst van de Messias.” (1 Korinthiërs 15:22,23) [36] Fysieke lichamen zullen als geestelijke lichamen opgewekt worden. (1Korinthiërs 15: 42, 43, 53) [37]

Het Nieuwe Testament toont ons dat de opstanding uit de doden een realiteit gaat zijn en geeft ons de tekens te kennen voor het “Einde der Tijden” of de “Laatste dagen” en het ogenblik dat de opstanding zich zal voor doen.

Op de paradijsaarde zal de dood teniet gedaan worden en de mens zal bevrijd worden van pijn, blindheid of andere handicap. (Romeinen 8:19-21: Jesaja 25:8; 32:24; 35:5,6) [38] Jezus, die werkelijk gestorven is en uit de dood is verrezen, zal de leiding als Mensenzoon op zich nemen om als koning te regeren op aarde en in de hemel. (Mattheus 12:40; 13:11; Lukas 8:10; 17:26) [39] “De aarde zal stellig vervuld zijn van de kennis van Jehovah, zoals de wateren ook de zee bedekken.” (Jessaja 11:9) [40]

Diegenen die de autoriteit van God niet zullen erkennen en tegen Gods Koninkrijk gekant zijn zullen geëlimineerd worden. Alleen diegenen die loyaal aan Jehovah zijn, zullen in leven blijven. (Openbaring 7:9,14; 19:11-21) [41] Voor hen zal het ouderdomsproces omgekeerd worden (Job 33:25) [42] en allen zullen in eigen geriefelijke, aangename huizen kunnen wonen (Jesaja 65:21). [43]

Welke personen zullen beoordeeld worden door wie?

Vele personen, zowel rechtvaardigen als onrechtvaardigen zullen een opstanding krijgen en zullen beoordeeld worden na de terugkomst van Jezus. (2 Timotheus 4:1)[44] de verantwoordelijke, het is te zeggen zij die God hebben gekend, zullen “allen voor het tribunaal van God moeten verschijnen. Zo zal eenieder van ons rekenschap moeten geven aan God voor zich zelf.” (Romeinen 14:10,12) [45]

Indien Jezus nog niet is terug gekomen om te oordelen, is het onmogelijk dat iemand reeds zou genieten van het eeuwig leven.

Helaas zullen niet alle verantwoordelijk gestelden gered worden. Jezus zegt aan bepaalde mensen: “je zal Abraham, Isaak, Jakob en alle profeten zien in het Koninkrijk van God … en gij zult buiten geworpen worden.” (Lukas 13:28) [46] Wie niet de verdienste heeft gekregen om in het “Boek van het Leven” te staan zal vernietigd worden. (Johannes 5:28,29; Openbaring 20:14-15) [47]

Gelukkig zal Jezus aan hen die inspanningen hebben geleverd om God te dienen, zeggen: “Komt, gij die door mijn Vader gezegend zijt. Neemt bezit van het Koninkrijk dat u is voorbereid van het ontstaan van de wereld.” (Mattheus 25:34) [48]

Zij die God nooit gekend hebben zullen niet opgewekt worden voor het oordeel. Zij zijn niet verantwoordelijk voor God. Daniël zegt ons: “Velen die slapen in het stof van de aarde (maar niet allen) zullen opstaan.” (Daniël 12:2) [49]

Waarom zal er een oordeel zijn?

Er zal een oordeel zijn om recht te zetten wat er verkeerd gegaan was. Omdat bij de aanvang van de schepping God aan de mens de mogelijkheid heeft gegeven om in alle vrijheid te kiezen. En nu zal de mens zich voor zijn keuzes moeten komen verantwoorden.

Het eerste mensenpaar kon zich verheugen in volmaaktheid en had het vooruitzicht dat de hele aarde een paradijs zou zijn.

Elke mens kan zelf kiezen of hij wenst te leven zoals God het wenst of om zich te nestelen in de eigen geneugten.

Het is de mens die de strijdpunten opgeworpen heeft en Gods rechtschapenheid in twijfel heeft getrokken. De mens heeft Gods soevereiniteit betwist.

God heeft iedereen een kans gegeven en heeft geduld met de wereld zo dat iedereen gered kan worden. De mens kan door zijn daden aan anderen laten zien welke positie hij of zij tegenover God wil innemen. Alle mensen maken echter fouten en bereiken Gods maatstaf van rechtvaardigheid niet. (Romeinen 3: 9, 10, 23) [50] Zondigen betekend “het einddoel niet bereiken”. Door de erfzonde, of eerste betwisting van Adam en Eva, de eerste mensen, is iedereen gedoemd tot de dood. Wil iemand nu rechtvaardig verklaard worden dan moet hij geloof oefenen in het vergoten bloed van Jezus Christus en volgens dat geloof handelen. (Romeinen 3:21-26; Jakobus 2:24,26) [51]

Bij het Laatste Oordeel zal iedereen dan ook verantwoordelijkheid voor zijn daden kunnen afleggen.

Waar bevindt u zich?

Voor diegenen die zich willen bezighouden met het Koninkrijk van God, ook al zullen zij met weinigen zijn, heeft God het Koninkrijk open gesteld. (Lukas 12:31-32) [52]

Wil u deel uitmaken van het Koninkrijk van God?

Zou u het niet op prijs stellen om in een betere wereld te wonen?

Elkeen die de leerstellingen van Christus wil na volgen zal merken dat hij reeds in dit leven er vruchten van zal kunnen dragen.

Maar ook al kunnen wij niet buiten de ongemakken van de wereld, zullen wij nu al de weg kunnen voorbereiden om gerechtvaardigd door het oordeel te geraken.

De getrouwen van God kunnen hopen op het prachtig vooruitzicht van de opstanding. In naam van God zal Jezus terug komen en de wereld omvormen. Hij zal de wereldvrede bezorgen en over de gehele aarde regeren (Psalm 72:8-11) [53]

Laten wij samen uitkijken naar het ogenblik dat alle problemen zullen opgelost geraken.

“Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij.’” (Opb 21:4 NBV)

Het is dankzij het zoenoffer van Jezus dat wij “gereinigd” kunnen worden. Maar het is God die wij dankbaar moeten zijn voor de mogelijkheden die Hij gecreëerd heeft.

“Maar laten we God danken, die ons door Jezus Christus, onze Heer, de overwinning geeft.” (1Co 15:57 NBV)

Talm niet maar begin vandaag aan uw positionering in het geheel. U zelf kan kiezen waar u terecht went te komen. U hebt zelf heel veel in handen en u kan soms meer dan u denkt.

Door uw keuze ook aan anderen kenbaar te maken kan u een duidelijk beeld scheppen over hoe u wenst dat de wereld evolueert.

Indien u Christus wil volgen en de hoop stelt om ook deelgenoot te zijn van het Koninkrijk van God willen wij samen met u onderweg gaan op het pad dat voor u open ligt.

Wil u nog meer weten over het Plan van God en opstanding? > Lees o.a. ook Opstanding

[1] “om eens te mogen komen tot de wederopstanding uit de doden.” (Flp 3:11 WV78)

[2] “Met deze vreze des Heren voor ogen trachten wij de mensen te winnen. Voor God zijn wij een open boek, en ook, naar ik hoop, voor u, als gij ons eerlijk wilt beoordelen.” (2Co 5:11 WV78)

[3] “Aan de koning der eeuwen, aan de onvergankelijke, onzichtbare, enige God zij eer en roem in de eeuwen der eeuwen! Amen.” (1Ti 1:17 WV78)

[4] “die God ons te rechter tijd zal doen aanschouwen, Hij, de gelukzalige, de enige heerser, de grote koning en de opperste heer, die alleen onsterfelijkheid bezit en woont in ongenaakbaar licht. Geen mens heeft Hem gezien of is in staat Hem te zien. Hem zij eer en eeuwige macht! Amen.” (1Ti 6:15-16 WV78)

[5] “is zijn genade nu openbaar geworden door de verschijning van onze Heiland, Christus Jezus, die de dood heeft vernietigd en onvergankelijk leven deed aanlichten door het evangelie.” (2Ti 1:10 WV78)

[6] “met het eeuwige leven hen die door standvastig het goede te doen streven naar onvergankelijke heerlijkheid en eer,” (Ro 2:7 WV78)

[7] “in afwachting van de dag waarop God volgens mijn evangelie over de verborgen daden van de mens zal oordelen, door Christus Jezus:” (Ro 2:16 WV78)

[8] “Want het loon van de zonde is de dood, maar de gave van God is het eeuwige leven in Christus Jezus onze Heer.” (Ro 6:23 WV78)

[9] “Een natuurlijk lichaam wordt gezaaid, een geestelijk lichaam verrijst. Zoals er een natuurlijk lichaam bestaat, bestaat er ook een geestelijk lichaam.” (1Co 15:44 WV78)

[10] “Want dit vergankelijke moet met onvergankelijkheid worden bekleed en dit sterfelijke met onsterfelijkheid.” (1Co 15:53 WV78)

[11] “En wanneer dit vergankelijke met onvergankelijkheid is bekleed en dit sterfelijke met onsterfelijkheid, dan zal het woord van de Schrift in vervulling gaan: De dood is verslonden, de zege is behaald!” (1Co 15:54 WV78)

[12] “Alles wat levensadem in zijn neus had, alles wat op het droge leefde, vond de dood.” (Ge 7:22 WV78)

“God sprak: ‘Het land moet levende wezens {zielen}voortbrengen van allerlei soort: tamme dieren, kruipende dieren en wilde beesten van allerlei soort.’ Zo gebeurde het.” (Ge 1:24 WV78)

[13] “(36:10) Gij bergt de bron des levens, in uw licht zien wij licht.” (Ps 36:9 WV78)

“Want door Hem hebben wij het leven, het bewegen en het zijn; zoals sommige van uw eigen dichters hebben gezegd: Want wij zijn van zijn geslacht.” (Hnd 17:28 WV78)

[14] “Wendt Ge uw aanschijn af, zij bezwijken, onttrekt Gij hun de adem, zij sterven: zij keren weder tot stof;” (Ps 104:29 WV78)

“Houd je schepper in ere zolang je nog jong bent, eer de kwade dagen komen en de jaren dat je zegt: het bevalt me niet meer.” (Pre 12:1 WV78)

“Het stof keer terug naar de aarde waar het vandaan kwam en de levensgeest naar God die hem schonk.” (Pre 12:7 WV78)

[15] “Een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen te verzamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om van omhelzen af te zien.” (Pre 3:5 WV78)

“Ik overzag de bezigheden die God de mensen heeft opgelegd om er zich mee af te tobben.” (Pre 3:10 WV78)

“Want eenzelfde lot treft mensen en dieren: beiden ademen hetzelfde leven, beiden sterven dezelfde dood. De mens heeft dus niets voor op het dier. Alles is ijdel. Beiden gaan naar dezelfde plaats: ze zijn voortgekomen uit stof en keren terug tot stof.” (Pre 3:19-20 WV78)

[16] “Alles wat Hij doet is goed op zijn tijd; ook heeft Hij de mens besef van duur ingegeven, maar toch blijft Gods werk voor hem van het begin tot het eind ondoorgrondelijk.” (Pre 3:11 WV78)

[17] “En Jahwe God gaf de mens dit gebod: ‘Van al de bomen in de tuin moogt ge vrij eten, maar van de boom van de kennis van goed en kwaad moogt ge niet eten, want op de dag dat gij daarvan eet, moet ge sterven.’” (Ge 2:16-17 WV78)

[18] “Zeg tot hen: ‘Zowaar als Ik leef, zegt Jahwe de Heer, Ik wil de dood van de zondaar niet, maar wens dat hij zich betert en in leven blijft. Bekeer u, bekeer u en beter uw leven. Waarom zoudt ge sterven, volk van Israel?’” (Eze 33:11 WV78)

“De Heer talmt niet met zijn belofte, zoals sommigen menen, maar Hij heeft geduld met u, daar Hij wil dat allen tot inkeer komen en niemand verloren gaat.” (2Pe 3:9 WV78)

[19] “(6:6) in de dood wordt Gij niet meer gekend, wie kan U in het dodenrijk loven?” (Ps 6:5 WV78)

[20] “Jezus zei tot haar: ‘Uw broer zal verrijzen.’ Marta antwoordde: ‘Ik weet dat hij zal verrijzen bij de verrijzenis op de laatste dag.’” (Joh 11:23-24 WV78)

[21] “Door een mens is de zonde in de wereld gekomen en met de zonde de dood en zo is de dood over alle mensen gekomen, aangezien allen gezondigd hebben.” (Ro 5:12 WV78)

“Ook de schepping verlangt vurig naar de openbaring van Gods kinderen. Want zij is onderworpen aan een zinloos bestaan, niet omdat zij het zelf wil, maar door de wil van Hem die haar daaraan onderworpen heeft. Maar zij is niet zonder hoop, want ook de schepping zal verlost worden uit de slavernij der vergankelijkheid en delen in de glorierijke vrijheid van de kinderen Gods. Wij weten immers, dat de hele natuur kreunt en barensweeën lijdt, altijd door. En niet alleen zij, ook wij zelf, die toch reeds de eerstelingen van de Geest hebben ontvangen, ook wij zuchten over ons eigen lot, zolang wij nog wachten op de verlossing van ons lichaam. In deze hoop zijn wij gered. Maar men spreekt niet van hopen, als men het voorwerp van zijn hoop reeds aanschouwt: wie verwacht nog wat hij al ziet? Daar onze hoop gericht is op het onzichtbare, moet onze verwachting gepaard gaan met standvastigheid.” (Ro 8:19-25 WV78)

“En zij zongen een nieuw lied: Waardig zijt Gij het boek te nemen en zijn zegels te openen; want Gij zijt geslacht en Gij hebt hen gekocht voor God met uw bloed uit elke stam en taal en volk en natie. En Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninklijk geslacht van priesters, en zij zullen heersen op de aarde.’” (Opb 5:9-10 WV78)

[22] “En ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde; de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer. En ik zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, van God uit de hemel neerdalen, gereed als een bruid die zich voor haar man heeft getooid. Toen hoorde ik een machtige stem die riep van de troon: ‘Zie hier Gods woning onder de mensen! Hij zal bij hen wonen. Zij zullen zijn volk zijn, en Hij, God-met-hen, zal hun God zijn. En Hij zal alle tranen van hun ogen afwissen, en de dood zal niet meer zijn; geen rouw, geen geween, geen smart zal er zijn, want al het oude is voorbij.’” (Opb 21:1-4 WV78)

[23] “Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel!’” (Ge 3:15 WV78)

“Hoe posteren zich wereldse heersers, spannen samen de groten der aarde de Heer en zijn gezalfde trotserend: ’wij moeten hun ketenen verbreken, hun boeien werpen wij af!’ Die troont in de hemel, Hij lacht; Hij maakt, de Heer, hen tot spot. Maar dan spreekt Hij tot hen in vergramdheid, slaat hen door zijn toornen met schrik: ’heb Ik hem niet gezalfd tot mijn koning op de Sion, mijn heilige berg?’ Zo gewaag ik van ‘s Heren besluit; Hij sprak tot mij: ‘gij zijt mijn zoon, Ik riep heden u in het leven. Vraag het Mij slechts en Ik geef volkeren u tot een erfdeel, u tot een eigen bezit de aarde tot aan haar randen. Verbrijzelen moogt gij hen met ijzeren knots, hen als lemen kruiken vergruizelen.’” (Ps 2:2-9 WV78)

[24] “Hij zal groot zijn en Zoon van de Allerhoogste genoemd worden. God de Heer zal Hem de troon van zijn vader David schenken en Hij zal in eeuwigheid koning zijn over het huis van Jakob en aan zijn koningschap zal nooit een einde komen.’” (Lu 1:32-33 WV78)

[25] “Verwondert u niet hierover: er zal een uur komen, waarop allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen. Dan zullen zij die het goede deden, er uit te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel.” (Joh 5:28-29 WV78)

“Op God heb ik mijn hoop gesteld, zoals ook zij die koesteren, dat er een opstanding zal zijn van rechtvaardigen en onrechtvaardigen.” (Hnd 24:15 WV78)

“En ik kon de doden, groot en klein, voor de troon zien staan. En de boeken werden geopend. Nog een ander boek werd geopend, het boek des levens. En de doden werden geoordeeld naar hun daden, zoals die in de boeken beschreven stonden. En de zee gaf haar doden terug, en de dood en de onderwereld gaven hun doden terug, en zij werden geoordeeld, een ieder naar zijn daden. Toen werden dood en onderwereld in de vuurpoel geworpen. Dit is de tweede dood, de poel van vuur.” (Opb 20:12-14 WV78)

[26] “Dit is de wil van mijn Vader, dat ieder die de Zoon ziet en in Hem gelooft, eeuwig leven bezit; en ik zal hem doen opstaan op de laatste dag.’” (Joh 6:40 WV78)

[27] “Van David. Een psalm. Zo zegt het Jahwe tot mijn heer: ‘wees gezeten aan mijn rechterhand: welhaast doe ik uw vijanden zijn een voetschabel voor uw voeten.’” (Ps 110:1 WV78)

“David immers is niet ten hemel opgestegen, maar toch zegt hij zelf: De Heer heeft gesproken tot mijn Heer: Zit aan mijn rechterhand, totdat Ik uw vijanden als een voetbank voor uw voeten heb gelegd. Voor heel het huis van Israël moet dus onomstotelijk vaststaan, dat God Hem en Heer en Christus heeft gemaakt, die Jezus, die gij gekruisigd hebt.’” (Hnd 2:34-36 WV78)

“Hij daarentegen is voor altijd gezeten aan de rechterhand van God, na een enkel offer voor de zonden te hebben gebracht, nog slechts wachtend op het ogenblik dat zijn vijanden worden gemaakt tot een voetbank voor zijn voeten.” (Heb 10:12-13 WV78)

[28] “En nadat Hij zich had neergezet op de Olijfberg, vroegen de leerlingen Hem, terwijl er verder niemand bij was: ‘Zeg ons, wanneer dat zal gebeuren en wat zal het teken zijn van uw komst en van de voleinding van de wereld.’” (Mt 24:3 WV78)

[29] “Er zal strijd zijn van volk tegen volk en van koninkrijk tegen koninkrijk; er zal hongersnood zijn, pest en aardbeving, nu hier, dan daar.” (Mt 24:7 WV78)

“En er kwam een ander paard te voorschijn, vuurrood. En hem die erop zat werd macht gegeven de vrede van de aarde te nemen, zodat zij elkander zouden uitmoorden. En hem werd een groot zwaard gegeven.” (Opb 6:4 WV78)

[30] “er zullen hevige aardbevingen zijn, en hongersnood en pest, nu hier en dan daar, schrikwekkende dingen en aan de hemel geweldige tekenen.” (Lu 21:11 WV78)

“En daar verscheen een vaalgroen paard. En die erop zat, zijn naam was de Dood, en Hades kwam achter hem aan. En hem werd macht gegeven over het vierde deel van de aarde, om te doden met het zwaard en met hongersnood en met de pest en door de wilde dieren der aarde.” (Opb 6:8 WV78)

[31] “De mensen zullen zelfzuchtig zijn en geldzuchtig, arrogant en hovaardig, lasteraars, ongehoorzaam aan hun ouders, ondankbaar, onverschillig,” (2Ti 3:2 WV78)

[32] “de schijn van vroomheid zullen zij ophouden, maar haar wezen verloochenen. Houd zulke mensen op een afstand.” (2Ti 3:5 WV78)

“De Blijde Boodschap van het Koninkrijk zal over heel de wereld verkondigd worden tot getuigenis voor alle volkeren en dan zal het einde komen.” (Mt 24:14 WV78)

[33] Jezus (Yeshua) uit Nazareth, uit de stam van David en de Enig geboren verkozen Zoon van God.

[34] “Zorgt er voor dat uw geest niet afgestompt raakt door een roes van dronkenschap en de zorgen des levens; laat die dag u niet als een strik onverhoeds grijpen, want hij zal komen over allen waar ook ter wereld. Weest dus te allen tijde waakzaam en bidt, dat ge in staat moogt zijn te ontkomen aan al die dingen die zich gaan voltrekken, en stand moogt houden voor het aangericht van de Mensenzoon.’” (Lu 21:34-36 WV78)

[35] “Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden. De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af. En iedereen werd geoordeeld naar zijn daden. Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel.” (Opb 20:12-14 NBV)

[36] “Zoals allen sterven in Adam, zo zullen ook allen in Christus herleven. Maar ieder in zijn eigen rangorde: als eerste en voornaamste Christus, vervolgens bij zijn komst, zij die Christus toebehoren;” (1Co 15:22-23 WV78)

[37] “Zo is het ook met de opstanding van de doden; wat gezaaid wordt in vergankelijkheid, verrijst in onvergankelijkheid; wat gezaaid wordt in geringheid en zwakte, verrijst in heerlijkheid en kracht.” (1Co 15:42-43 WV78)

“Want dit vergankelijke moet met onvergankelijkheid worden bekleed en dit sterfelijke met onsterfelijkheid.” (1Co 15:53 WV78)

[38] “De schepping ziet er reikhalzend naar uit dat openbaar wordt wie Gods kinderen zijn. Want de schepping is ten prooi aan zinloosheid, niet uit eigen wil, maar door hem die haar daaraan heeft onderworpen. Maar ze heeft hoop gekregen, omdat ook de schepping zelf zal worden bevrijd uit de slavernij van de vergankelijkheid en zal delen in de vrijheid en luister die Gods kinderen geschonken wordt.” (Ro 8:19-21 NBV)

{Jehovah} “Jahwe de Heer vernietigd de dood voor altijd, Hij veegt de tranen van alle gezichten, op heel de aarde wist Hij de smaad van zijn volk uit: Jahwe heeft het gezegd!” (Jes 25:8 WV78)

“Geen van Sions burgers zal dan nog verklaren: ‘Ik ben ziek’; het volk dat er woont, krijgt vergiffenis van zijn zonden.” (Jes 33:24 WV78)

“Dan worden de ogen van de blinden ontsloten en de oren van de doven geopend. Dan danst de kreupele als een hert en juicht de tong van de stomme. En water welt op in de woestijn, rivieren in het dorre land.” (Jes 35:5-6 WV78)

[39] “Zoals mogelijk Jona drie dagen en drie nachten verbleef in de buik van het zeemonster, zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten verblijven in de schoot van de aarde.” (Mt 12:40 WV78)

“Hij gaf hun ten antwoord: ‘Aan u is het gegeven de geheimen van het Rijk der hemelen te kennen, maar aan hen is het niet gegeven.” (Mt 13:11 WV78)

“Hij antwoordde: ‘Aan u is het gegeven de geheimen van het Rijk Gods te kennen, maar de overigen ontvangen ze in gelijkenissen, opdat zij ziende niet zien, en horende niet begrijpen.” (Lu 8:10 WV78)

“En zoals het was in de dagen van Noach, zo zal het ook zijn in de dagen van de Mensenzoon.” (Lu 17:26 WV78)

[40] “Niemand doet nog kwaad of handelt nog verderfelijk op heel mijn heilige berg; want de kennis van Jahwe vervult het hele land, zoals het water heel de bodem van de zee bedekt.” (Jes 11:9 WV78)

[41] “Daarna zag ik een grote menigte, die niemand tellen kon, uit alle rassen en stammen en volken en talen. Zij stonden voor de troon en voor het Lam gekleed in witte gewaden en met palmtakken in de hand.” (Opb 7:9 WV78)

“Ik antwoordde hem: ‘Heer, dat weet gij’. Toen zei hij: ‘Dat zijn degenen die komen uit de grote verdrukking, die hun gewaden hebben wit gewassen in het bloed van het Lam.” (Opb 7:14 WV78)

“Toen zag ik de hemel open, en daar was een wit paard, en zijn berijder heet ‘Getrouw en Waarachtig’, en Hij oordeelt en voert oorlog met gerechtigheid. Zijn ogen vlammen als vuur; op zijn hoofd draagt Hij vele diademen, daarin een naam gegrift die niemand kent dan Hij alleen. Hij is gehuld in een mantel gedoopt in bloed. En zijn naam luidt: ‘Het Woord Gods’. Op witte paarden volgen Hem de hemelse machten, gekleed in smetteloos, wit lijnwaad. Uit zijn mond komt een scherp zwaard dat de volken zal slaan. Hij zal ze weiden met een ijzeren staf. Hijzelf treedt de perskuip van de wijn van de grimmige toorn van God, de Albeheerser. En op zijn mantel en op zijn dij staat een naam geschreven: Koning der koningen en Heer der heren’. Daarna zag ik een engel die stond op de zon. Met machtige stem riep hij tot alle vogels die vliegen in het zenit: ‘Komt, verzamelt u aan de grote maaltijd van God, om te eten het vlees van koningen en krijgsoversten en het vlees van helden en het vlees van paarden en ruiters, het vlees van allen, vrijen en slaven, kleinen en groten.’ Toen zag ik het beest en de koningen der aarde met hun legers, die zich hadden verzameld om oorlog te voeren tegen de Ruiter op het witte paard en zijn legermacht. Maar het beest werd gegrepen, en met hem de valse profeet die voor hem de wonderen had gedaan waardoor de mensen verleid werden het teken van het beest aan te nemen en zijn beeld te aanbidden. Levend werden beide geworpen in de vuurpoel die gloeit van zwavel. En de overigen werden gedood door het zwaard uit de mond van de Ruiter, en alle vogels verzadigden zich aan het vlees van de gevallenen.” (Opb 19:11-21 WV78)

[42] “Dan wordt zijn lichaam weer jong en fris, dan begint hij zijn tweede jeugd.” (Job 33:25 WV78)

[43] “Zelf wonen zij in de huizen die zij hebben gebouwd, en eten de vruchten van de wijngaard die zij zelf hebben geplant.” (Jes 65:21 WV78)

[44] “Ik bezweer u voor het aanschijn van God en van Christus Jezus die levenden en doden zal oordelen, bij zijn verschijning en bij zijn koningschap:” (2Ti 4:1 WV78)

[45] “Maar wat oordeelt ge dan uw broeder, of wat kleineert ge uw broeder? Allen toch zullen we voor Gods rechterstoel moeten staan.” (Ro 14:10 CANIS)

“Ieder van ons zal dus voor zichzelf rekenschap hebben te geven aan God.” (Ro 14:12 CANIS)

[46] “Daar zal geween zijn en tandengeknars, wanneer gij Abraham, Isaak en Jakob en al de profeten zult zien in het Rijk Gods, terwijl ge zelf buiten geworpen zult zijn.” (Lu 13:28 WV78)

[47] “Verwondert u niet hierover: er zal een uur komen, waarop allen die in de graven zijn, zijn stem zullen horen. Dan zullen zij die het goede deden, er uit te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden tot de opstanding ten oordeel.” (Joh 5:28-29 WV78)

“Dood en Onderwereld werden in de vuurpoel geworpen; de vuurpoel is de tweede dood. En wie niet geschreven stond in het Boek des Levens, ook hij werd in de vuurpoel geworpen.” (Opb 20:14-15 CANIS)

[48] “ Dan zal de Koning tot die aan zijn rechterhand zeggen: Komt, gezegenden van mijn Vader, en ontvangt het Rijk dat voor u gereed is vanaf de grondvesting der wereld.” (Mt 25:34 WV78)

[49] “ En velen van hen die slapen in het land van het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om de smaad van een eeuwige schande te ondervinden.” (Da 12:2 WV78)

[50] “Hoe dan? Hebben wij, Joden, iets voor op de anderen? Helemaal niets. Ik heb immers reeds vastgesteld, dat allen, Joden zowel als heidenen, zich in de macht der zonde bevinden. Of met de woorden van de Schrift: Er is geen rechtvaardige, zelfs niet een,” (Ro 3:9-10 WV78)

“Want allen hebben gezondigd en allen zijn verstoken van de goddelijke heerlijkheid.” (Ro 3:23 WV78)

[51] “Gods gerechtigheid, waarvan de Wet en de Profeten al getuigen, wordt nu ook buiten de wet zichtbaar: God schenkt vrijspraak aan allen die in Jezus Christus geloven. En er is geen onderscheid. Iedereen heeft gezondigd en ontbeert de nabijheid van God; en iedereen wordt uit genade, die niets kost, door God als een rechtvaardige aangenomen omdat hij ons door Christus Jezus heeft verlost. (25–26) Hij is door God aangewezen om door zijn dood het middel tot verzoening te zijn voor wie gelooft. Hiermee bewijst God dat hij rechtvaardig is, want in zijn verdraagzaamheid gaat hij voorbij aan de zonden die in het verleden zijn begaan. Hij wil ons nu, in deze tijd, zijn gerechtigheid bewijzen: hij laat ons zien dat hij rechtvaardig is door iedereen vrij te spreken die in Jezus gelooft.” (Ro 3:21-26 NBV)

“U ziet dus dat iemand rechtvaardig wordt verklaard om wat hij doet, en niet alleen om zijn geloof.” (Jak 2:24 NBV)

“Zoals het lichaam dood is zonder de ziel, zo is ook geloof zonder daden dood.” (Jak 2:26 NBV)

[52] “Zoek liever zijn koninkrijk, en die andere dingen zullen je erbij gegeven worden. Vrees niet, kleine kudde, want jullie Vader heeft jullie het koninkrijk willen schenken.” (Lu 12:31-32 NBV)

[53] “Moge hij heersen van zee tot zee, van de Grote Rivier tot de einden der aarde. Laten de woestijnbewoners voor hem buigen, zijn vijanden het stof van zijn voeten likken. De koningen van Tarsis en de kustlanden, laten zij hem een geschenk brengen. De koningen van Seba en Saba, laten ook zij hem schatting afdragen. Laten alle koningen zich neerwerpen voor hem, alle volken hem dienstbaar zijn.” (Ps 72:8-11 NBV)