nieuwverbond

Nieuw Verbond

Het Nieuwe Verbond.

Wat is een verbond?

In het dagelijkse gebruik beschrijft een verbond een overeenkomst of vereniging tussen partijen waar er voordelen en verantwoordelijkheden voor de partijen zijn en straffen voor het niet-houden aan de overeenkomst.

Het was de gewoonte wanneer de Heilige Schrift werd geschreven om een dier te offeren en het karkas in stukken te verdelen. De deelgenoten welke een contract of overeenkomst aangingen verdeelden dan die stukken onder elkaar om het verbond te bevestigen en ter erkenning dat hun leven nietig zou zijn als zij er niet in zouden slagen hun deel van de overeenkomst na te komen.

In Genesis 15:18 waar de belofte van het land is bevestigd aan Abraham, staat geschreven: “Op dezelfde dag maakte Jehovah een verbond met Abraham, zeggende: Aan uw zaad heb ik dit land gegeven, van de rivier van Egypte tot aan de grote stroom, de rivier de Eufraat.”[1] Het woord “maakte” zou letterlijk vertaald moeten worden als “sneed”. Het is duidelijk als men dit hoofdstuk voorzichtig leest, dat Abraham tussen verscheidene stukken meerdere offers bracht (v.10,11)[2] en ook dat God dat deed (v.17; de brandende lamp of vurige fakkel moet Gods Geest geweest zijn)[3]. Een ander voorbeeld van deze praktijk vindt men in Jeremiah 34:18,19[4] en in het Nieuwe Testament schijnt de briefschrijver aan de Hebreeuwen naar deze procedure te refereren in hoofdstuk 9 verzen 15-17[5], waar hij argumenteert dat Jezus het verbondsoffer is, de middelaar die gestorven is om het nieuwe testament te bevestigen, namelijk het verbond.

Jezus is nu de bemiddelaar van een nieuw verbond; hij is immers gestorven om ons te verlossen van de overtredingen tegen het eerste verbond. Nu kunnen allen die geroepen zijn het beloofde eeuwige erfdeel ontvangen. Bij een testament is het noodzakelijk dat de dood van de erflater wordt vastgesteld. Een testament is immers pas geldig na overlijden, het heeft geen rechtskracht wanneer de erflater nog leeft. Nu Jezus dood is heeft het testament alle kracht en is het rechtsgeldig verklaard.

Verbonden van belofte.

Verbonden betrekken noodzakelijk twee partijen dewelke plechtige beloften tegenover elkaar maken. De Geschriften linken dikwijls de gedachte van verbonden en beloften, zoals bijvoorbeeld Psalm 105:8,9[6] en Lukas 1:72,73[7]. Paulus in Efesiërs schrijft over “het verbond van belofte” tot welke de heidenen zich nu kunnen verhouden. (Efesiërs 2:12,13)[8]Door het bloed van Jezus Christus kan het verbond van belofte nu naar ons toe komen.

Terwijl God zich van zijn kant nooit zal afhouden, hebben de mensen altijd gefaald om hun verplichtingen na te komen. Jezus is de enige uitzondering. Het is een wonder dat de grote God van de hemel zich wil vernederen om verbonden te maken met falende mensen, en verscheidene geloofsmensen hebben dit erkend in hun gebeden en in hun onderricht, de Allerhoogste aansprekend met “God, welke verbond houdt en medelijden.” (Deuteronomium 7:9; cf. Nehemiah 1:5; Daniël 9:4)[9]

Voorbeelden van verbonden.

1. Het vroegste verbond was in de tuin van Eden gemaakt, en offer was er mee verbonden. (Genesis 3:15,21)[10] Het is daar geen verbond genoemd, maar God noemde het zo wanneer Hij Noach redde van de Zondvloed: “Maar met jou wil ik Mijn verbond bevestigen.” (Genesis 6:18)[11] Later gaf God Noach (en ons) de regenboog als teken van Zijn eeuwigdurend verbond met de aarde en met al het vlees, nooit meer een vloed te weeg te brengen om alle leven te vernietigen. (Genesis 9:8-17)[12]

2. Wanneer Abraham de belofte van het zaad was gegeven werd hem verteld dat het een altijd durend verbond zou zijn tussen God en zijn afstammelingen (“zijn zaad”). Het teken van dit verbond zou de besnijdenis zijn en elke levende nakomeling van Abraham langs zijn zoon Isaak zou naar ons als herinnering zijn dat Gods doel met Israël nooit zou falen. (Genesis 17:9-14,21)[13]

3. Onder Mozes ging de natie Israël in een nieuw verbond met God. Dit wordt het Oude Verbond genoemd, en het werd zoals de voorgaande verbonden bevestigd door een offer. Mozes sprenkelde het bloed van de offergaven over de mensen en zei: “Al wat de Heer gezegd heeft willen wij doen.” (Exodus 19:5; 24:4-8)[14] Maar al gauw braken zij hun beloften.

Het Nieuwe Verbond.

Wanneer Jezus het breken van het brood introduceerde in de bovenkamer te Jeruzalem, vlak voor zijn dood, zei hij voordat hij de wijnbeker door gaf: “Dit is mijn bloed van het nieuwe testament (verbond) welk is vergoten voor velen als kwijtschelding van zonden.” (Mattheus 26:28)[15] Dit verbond is anders dan het vorige oud Mozaïsche Verbond omdat hiermee God vergiffenis van zonden belooft.

Het oude verbond werd regelmatig verbroken door Israël, maar met de uitzonderlijkheid van Christus zijn (bloed)offer, kan God vergiffenis schenken onder het Nieuwe Verbond en zal Hij in de mogelijkheid zijn om al Zijn verbonden van beloften te verwezenlijken. (Romeinen 8:1,4)[16]

Aanhalingen als 2 Korinthiërs 4:14,15[17] en Galaten 2:20[18] tonen ons de liefde van Christus door hemzelf op te dragen als een krachtig voorbeeld van de uitwerking van het Nieuwe Verbond op de harten van de gelovigen. Dat is het wat voor ogen en in herinnering wordt gehaald in de dienst van het breken van het brood.

De verbondsbeloften aan Abraham en David bevestigd in de dood en verrijzenis van Jezus.

Jezus wordt in het Nieuwe Testament voorgesteld als “de zoon van David, de zoon van Abraham.” (Mattheus 1:1)[19] Twee grote verbonden waren aan deze mannen gegeven. (Genesis 17:7; 2 Samuel 23:5)[20]

Paulus zegt dat Jezus kwam om deze beloften, die aan de vaders van Israël waren gemaakt, te bevestigen en dat al de beloften van God in Hem “ja en zo zij het” betekenen. (Romeinen 15:8; 2 Korinthiërs 1:20)[21] Aldus maakt het zoenoffer[22] van Jezus het mogelijk dat de voorgaande beloften volbracht worden. Dit kan gezien worden in Genesis 15:4-21.[23]

Abraham vertrouwde op de God de Allerhoogste en deze rekende hem dit toe als een rechtvaardige daad. Hij moest ervan doordrongen zijn dat zijn nakomelingen als vreemdeling gingen wonen in een land dat niet van hen was. Abraham had geen gebrek aan geloof maar wenste te weten wat het betekende dat hij als sterfelijke en zondige man het land Canaan zou mogen erven als een eeuwigdurend bezit. Gods antwoord naar hem was een profetische visie van het offer van Christus. De apostel noemt Jezus de “middelaar van het Nieuwe Testament (Verbond)” (Hebreeuwen 9:15)[24] Toen Zacharias tong los was gemaakt zag hij de Heer Jezus als iemand die de belofte verbonden met Abraham en David zou vervullen. (Lukas 1: 68-73)[25]

Het Nieuwe Verbond moet vervuld worden door de natie Israël.

Wanneer wij Jeremiah 31:31-34 lezen en de apostels aanhaling in Hebreeuwen hoofdstuk 8 realiseren wij dat het primaire doel van het Nieuwe Verbond de zuivering is en de adoptie van Israël als mensen van God in het Koninkrijk. De apostel refereert duidelijk naar het huis van Israël en naar het huis van Juda en de context zijn de mensen die het oude verbond verwierpen maar nu het nieuwe aanvaarden.[26]

Ander profeten leren hetzelfde. Isaias 59:20-21· (aangehaald door de apostel Paulus in Romeinen 11: 26-27)[27] vertelt ons dat de verlosser (Christus) zal komen tot Sion en ongoddelijkheid zal wegkeren van Jakob om het verbond te volbrengen. Ezekiël spreekt over het altijd durende verbond dat God zal maken met Zijn volk en over de reiniging dat over hen zal komen (Ezekiël 37:23-26)[28] Jeremiah vertelt ons dat het verbond van dag en nacht een garantie is voor ons dat God Zijn beloften aan David zal houden. (Jeremiah 32:40; 33:20-22)[29]

Zacharias hoofdstukken 12 en 13 beschrijven hoe de Joden in het land gezuiverd zullen worden, en Ezekiël 20:33-44[30] vertelt ons hoe de Diaspora Joden gereinigd zullen worden door de werking van het Nieuwe Verbond.

Sommige kenmerken van het Nieuwe Verbond.

· Het is oorspronkelijk gemaakt met het Volk van Israël (Jeremiah 31:31)[31].

· Het biedt vergeving van zonden aan, aan velen (Mattheus 26:28)[32].

· Jezus is haar bemiddelaar (Hebreeuwen 9:15)[33].

· Het werk van vergiffenis omhelst deze onder het Oude Verbond en er voor (Hebreeuwen 9:15)[34].

· Het is eeuwigdurend (Hebreeuwen 13:20)[35].

· Het bevestigt de beloften gemaakt in Eden, plus aan Abraham en aan David. (Romeinen 15:8)[36]

· Het ging het Oude Verbond vooraf met 430 jaren maar werd pas geratificeerd (bekrachtigd) bij de komst van Jezus Christus. (Galaten 3:17)[37]

· Vandaag treden de gelovigen toe tot het Nieuwe Verbond doormiddel van het doopsel[38], welke hen associeert met het zoenoffer[39] van Christus (Romeinen 6:3-6; Galaten 3:27-29; Psalm 50:5)[40]

· Dezen in verbondschap met God zouden Gods Wetten in hun hart en geest moeten geschreven hebben, en zouden in geloof moeten wandelen in het Koninkrijk. (Hebreeuwen 8:10; Jakobus 2:20-22)[41]

[1] “ Op die dag sloot Jahwe een verbond met Abram. Hij zei: ‘Aan uw nakomelingen schenk Ik dit land, vanaf de beek van Egypte tot aan de grote rivier, de Eufraat,” (Ge 15:18 WV78)

[2] “10 Hij haalde dit alles, sneed de dieren middendoor, en legde de stukken tegenover elkaar; alleen de vogels sneed hij niet door. 11 Er kwamen roofvogels op de dode dieren af, maar Abram joeg ze weg.” (Ge 15:10-11 WV78)

[3] “ Toen de zon was ondergegaan, en het helemaal donker was geworden, zag Abram een rokende oven en een vurige fakkel, die tussen de stukken door gingen.” (Ge 15:17 WV78)

[4] “18 De mannen die mijn verbond geschonden hebben en zich niet hebben gehouden aan de overeenkomst die ze in mijn tegenwoordigheid hadden gesloten, behandel Ik als de stieren die ze in stukken hebben gesneden om er tussen door te gaan: 19 de edelen van Juda en Jeruzalem, de hovelingen, de priesters en de burgers van het land, allen die tussen de stukken zijn doorgegaan.” (Jer 34:18-19 WV78)

[5] “15 ¶ En daarom is Hij middelaar van een nieuw verbond: er heeft een sterven plaats gehad dat bevrijding brengt van de zonden die onder het eerste verbond zijn bedreven; nu kunnen zij die door God geroepen zijn het eeuwig erfdeel ontvangen dat hun is toegezegd. 16 Waar een testament is, moet de dood van de erflater worden aangetoond. 17 Een testament is immers pas bindend na overlijden; zolang de erflater nog leeft, wordt het niet van kracht.” (Heb 9:15-17 WV78)

[6] “8 ¶ Hij die eeuwig gedenkt zijn verbond, gebodwoord voor duizend geslachten, 9 hetwelk Hij met Abraham sloot, zijn eed aan Isaak gedaan.” (Ps 105:8-9 WV78)

[7] “72 Zo toont Hij zijn barmhartigheid aan onze vaderen en is zijn heilig verbond indachtig 73 de eed die Hij gezworen heeft aan onze vader Abraham,” (Lu 1:72-73 WV78)

[8] “12 bedenkt dat gij indertijd van Christus gescheiden waart, uitgesloten van de gemeenschap van Israël en van de verbonden waaraan de belofte verbonden was, zonder hoop en zonder God in de wereld. 13 Thans echter zijt gij die eertijds veraf waart, in Christus Jezus dichtbij gekomen, door het bloed van Christus.” (Efe 2:12-13 WV78)

[9] “ Erken dan dat Jahwe uw God inderdaad God is, de getrouwe God, die het verbond gestand doet en vol erbarmen is voor wie Hem liefhebben en zijn geboden onderhouden tot in het duizendste geslacht,” (De 7:9 WV78)

“ En ik riep uit: ‘Ach Jahwe, God des hemels, grote, ontzagwekkende God, die uw genaderijk verbond gestand doet aan allen die u liefhebben en uw geboden onderhouden,” (Ne 1:5 WV78)

“ Ik bad als volgt tot Jahwe, mijn God, en legde deze schuldbekentenis af: ‘Ach Heer, grote en geduchte God, die het verbond gestand doet en vol erbarmen zijt voor hen die U liefhebben en uw geboden volbrengen;” (Da 9:4 WV78)

[10] “ Vijandschap sticht ik tussen u en de vrouw, tussen uw kroost en het hare. Het zal uw kop bedreigen, en gij zijn hiel!’” (Ge 3:15 WV78)

“ En Jahwe God maakte kleren van huiden voor de mens en zijn vrouw en Hij deed hun die aan.” (Ge 3:21 WV78)

[11] “ Met u echter zal ik een verbond aangaan; gij moet u inschepen in de ark, met uw zonen, met uw vrouw en met de vrouwen van uw zonen.” (Ge 6:18 WV78)

[12] “8 ¶ God zei tot Noach en zijn zonen: 9 ‘Nu ga Ik mijn verbond aan met u en met uw nageslacht, 10 en met alle levende wezens die bij u zijn, met de vogels en de viervoetige dieren, met alle dieren van de aarde die bij u zijn, al wat uit de ark is gekomen, al het gedierte van de aarde. 11 Ik ga met u een verbond aan, dat nooit meer enig levend wezen door het water van de vloed zal worden uitgeroeid, en dat er zich nooit meer een vloed zal voordoen om de aarde te verwoesten.’ 12 ¶ En God zei: ‘Dit is het teken van het verbond, dat Ik instel tussen Mij en u, en alle levende wezens die bij u zijn, voor alle geslachten. 13 Ik zet mijn boog in de wolken; die zal het teken zijn van het verbond tussen Mij en de aarde. 14 Wanneer Ik op de aarde de wolken samenpak en de boog in de wolken zichtbaar wordt, 15 dan zal Ik denken aan het verbond tussen Mij en u en alle levende wezens, alles wat leven heeft. De wateren zullen nooit meer zwellen tot een vloed om al wat leeft te verdelgen. 16 Als de boog in de wolken staat, zal Ik hem zien en daarbij denken aan het altijddurend verbond tussen God en alle levende wezens, alles wat op de aarde leeft.’ 17 En God zei tot Noach: ‘Dat is het teken van het verbond dat Ik heb ingesteld tussen Mij en alles wat leeft op de aarde.’” (Ge 9:8-17 WV78)

[13] “9 Verder zei God nog tot Abraham: ‘Gij van uw kant moet mijn verbond onderhouden, gij en uw nakomelingen, geslacht na geslacht. 10 Dit is mijn verbond, dat gij moet onderhouden, mijn verbond met u en uw nakomelingen: Alle mannelijke personen moeten besneden worden. 11 Uw voorhuid moet gij besnijden: dat zal het teken zijn van mijn verbond met u. 12 Al uw mannelijke kinderen moeten, als ze acht dagen oud zijn, besneden worden, geslacht na geslacht. Dit geldt ook voor degenen die niet van uw geslacht zijn, maar die in uw huis zijn geboren, of van vreemden gekocht zijn. 13 Ieder die dus in uw huis is geboren of door u gekocht is moet besneden worden. Zo zal mijn verbond, in uw lichaam getekend, een blijvend verbond zijn. 14 Iedere onbesnedene, iedere mannelijke persoon die zijn voorhuid niet heeft laten besnijden, moet uit zijn stam verwijderd worden; hij heeft mijn verbond gebroken.’” (Ge 17:9-14 WV78)

“ Maar mijn verbond zal Ik aangaan met Isaak, die Sara u het volgend jaar op deze tijd zal baren.’” (Ge 17:21 WV78)

[14] “ Als gij aan mijn woord gehoorzaamt en mijn verbond onderhoudt, dan zult ge - hoewel de hele aarde Mij toebehoort - van alle volken op bijzondere wijze mijn eigendom zijn.” (Ex 19:5 WV78)

“4 Daarop stelde Mozes alle woorden van Jahwe op schrift. De volgende morgen bouwde hij aan de voet van de berg een altaar en stelde twaalf wijstenen op, naar de twaalf stammen van Israël. 5 Toen gaf hij jonge Israëlieten de opdracht, stieren op te dragen als brand - en slachtoffers voor Jahwe. 6 Mozes nam de helft van het bloed en deed dat in schalen, terwijl hij de andere helft uitgoot over het altaar. 7 Toen nam hij het verbondsboek en las dit voor aan het volk. En zij verzekerden: ‘Alles wat Jahwe zegt zullen wij doen en ter harte nemen.’ 8 Vervolgens nam Mozes het bloed, sprenkelde dat over het volk en sprak: ‘Dit is het bloed van het verbond dat Jahwe, op grond van al deze woorden, met u sluit.’” (Ex 24:4-8 WV78)

[15] “ Want dit is mijn Bloed van het Verbond, dat voor velen vergoten wordt tot vergeving van zonden.” (Mt 26:28 WV78)

[16] “ Voor hen dus die in Christus Jezus zijn, bestaat er thans geen vonnis meer.” (Ro 8:1 WV78)

“ opdat de eis van de wet vervuld zou worden door ons, die niet leven volgens het vlees maar volgens de Geest.” (Ro 8:4 WV78)

[17] “14 Want wij weten, dat Hij die de Heer Jezus van de doden heeft opgewekt, ook ons evenals Jezus ten leven zal wekken, om ons tot zich te voeren, samen met u. 15 Want alles gebeurt voor u: de genade moet zich in velen vermenigvuldigen, zodat steeds meer mensen dank brengen aan God, tot eer van zijn naam.” (2Co 4:14-15 WV78)

[18] “ Ikzelf leef niet meer, Christus is het die leeft in mij. Voor zover ik nu leef in het vlees, leef ik in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij.” (Ga 2:20 WV78)

[19] “ Geslachtslijst van Jezus Christus, zoon van David, zoon van Abraham.” (Mt 1:1 WV78)

[20] “ Ik sluit een verbond met u en uw nakomelingen, geslacht na geslacht, een altijddurend verbond: Ik zal uw God zijn en de God van uw nakomelingen.” (Ge 17:7 WV78)

“ Waarlijk, mijn huis staat onder Gods hoede, want Hij heeft mij een altijddurend verbond geschonken, een goed opgesteld verbond, trouw nagekomen. Laat Hij het niet groeien, al mijn geluk en alles wat ik verlang? Laat Hij het niet groeien, al mijn geluk en alles wat ik verlang?” (2Sa 23:5 WV78)

[21] “ Ik bedoel dit: ter wille van Gods trouw is Christus dienaar geweest van het Joodse volk, om de beloften aan de aartsvaders waar te maken;” (Ro 15:8 WV78)

“ Want alle beloften van God zijn in Hem waar gemaakt. Daarom spreken wij door Hem ook ons ‘Amen, Ja, zo is het’, God ter ere.” (2Co 1:20 WV78)

[22] Jezus Christus Zijn Offerdaad.http://belgianchristadelphians.googlepages.com/hetzoenoffer

Christus als losprijs: http://belgianchristadelphians.googlepages.com/zoenoffer

[23] “4 Toen werd het woord van Jahwe tot hem gericht: ‘Niet hij wordt uw erfgenaam, uw erfgenaam zal iemand zijn die gij zult verwekken.’ 5 Hij leidde hem naar buiten en zei: ‘Kijk naar de hemel en tel de sterren, als ge kunt.’ En Hij verzekerde hem: ‘Zo talrijk wordt uw nageslacht. 6 Abram geloofde Jahwe, en deze rekende hem dat als gerechtigheid aan. 7 ¶ Toen zei Hij tot hem: ‘Ik ben Jahwe, die u uit Ur in Chaldea heb geleid om u dit land in bezit te geven.’ 8 Abram vroeg: ‘Jahwe, mijn Heer, hoe kan ik weten dat ik het inderdaad zal krijgen?’ 9 Hij zei tot hem: ‘Haal een driejarige koe, een driejarige bok, een driejarige ram, een tortel en een jonge duif.’ 10 Hij haalde dit alles, sneed de dieren middendoor, en legde de stukken tegenover elkaar; alleen de vogels sneed hij niet door. 11 Er kwamen roofvogels op de dode dieren af, maar Abram joeg ze weg. 12 ¶ Bij zonsondergang viel Abram in een diepe slaap; hevige angst en duisternis overviel hem. 13 En Jahwe zei tot Abram: ‘Gij moet goed weten dat uw nakomelingen als vreemden zullen wonen in een land dat niet van hen is. Zij zullen dienstbaar zijn en men zal hen onderdrukken, vierhonderd jaar lang. 14 Maar het volk waaraan zij dienstbaar zijn zal Ik vonnissen, en daarna zullen zij wegtrekken met rijke bezittingen. 15 Gij zelf zult in vrede tot uw vaderen gaan; pas in gezegende ouderdom zult gij begraven worden. 16 Het vierde geslacht zal hier terugkeren, want dan is de maat van de schuld van de Amorieten pas vol.’ 17 ¶ Toen de zon was ondergegaan, en het helemaal donker was geworden, zag Abram een rokende oven en een vurige fakkel, die tussen de stukken door gingen. 18 Op die dag sloot Jahwe een verbond met Abram. Hij zei: ‘Aan uw nakomelingen schenk Ik dit land, vanaf de beek van Egypte tot aan de grote rivier, de Eufraat, 19 het gebied van de Kenieten, Kenizzieten, Kadmonieten, 20 Hethieten, Perizzieten, Refaieten. 21 Amorieten, Kanaanieten, Girgasieten en Jebusieten.’” (Ge 15:4-21 WV78)

[24] “ En daarom is Hij middelaar van een nieuw verbond: er heeft een sterven plaats gehad dat bevrijding brengt van de zonden die onder het eerste verbond zijn bedreven; nu kunnen zij die door God geroepen zijn het eeuwig erfdeel ontvangen dat hun is toegezegd.” (Heb 9:15 WV78)

[25] “68 ‘Geprezen zij de Heer, de God van Israël: want Hij heeft zijn volk bezocht en het verlost. 69 Een reddende kracht heeft Hij ons verwekt, in het huis van David zijn dienaar, 70 zoals Hij van oudsher had voorzegd bij monde van zijn heilige profeten, 71 ons te redden uit de macht van onze vijanden en uit de hand van allen die ons haten. 72 Zo toont Hij zijn barmhartigheid aan onze vaderen en is zijn heilig verbond indachtig 73 de eed die Hij gezworen heeft aan onze vader Abraham,” (Lu 1:68-73 WV78)

[26] “31 Er komt een tijd - godsspraak van Jahwe - dat Ik met Israël en Juda een nieuw verbond sluit; 32 geen verbond zoals Ik met hun voorvaderen gesloten heb, toen Ik hen bij de hand heb genomen om hen uit Egypte te leiden. Want dit verbond hebben zij verbroken, ofschoon Ik hun meester was - godsspraak van Jahwe -. 33 Dit is het nieuwe verbond dat Ik in de toekomst met Israël sluit: Ik schrijf mijn wet hun binnenste, Ik grif ze in hun hart. Ik zal hun God, en zij zullen mijn volk zijn. 34 Dan hoeft niemand een ander nog voor te houden: ‘Leer Jahwe kennen.’ Want iedereen, groot en klein, kent Mijn al - godsspraak van Jahwe -. Ik vergeef hun misstappen, Ik denk niet meer aan hun zonden.” (Jer 31:31-34 WV78)

[27] “26 En zo zal ten slotte heel Israël gered worden, volgens de woorden van de Schrift: Uit Sion zal de Redder komen en Hij zal de goddeloosheid uit Jakob verwijderen. 27 En dit is het verbond dat Ik met hen zal sluiten, wanneer Ik hun zonden heb weggenomen.” (Ro 11:26-27 WV78)

[28] “23 Ze zullen zich niet meer bezoedelen met hun gruwelijke afgoden en met al hun misdaden. Van alle ontrouw waardoor ze zich hebben bezondigd, zal Ik hen bevrijden en zuiveren. Dan zullen zij mijn volk zijn en Ik hun God. 24 En mijn dienaar David zal koning over hen zijn: een herder voor hen allen. Dan zullen ze mijn geboden opvolgen en mijn voorschriften stipt onderhouden. 25 In het land van hun voorouders, dat Ik aan mijn dienaar Jakob gegeven heb, zullen ze wonen, zij, hun kinderen en hun kleinkinderen, voor altijd; en mijn dienaar David zal hun vorst zijn voor immers. 26 Dan sluit Ik met hen een altijddurend vredesverbond. Ik maak hen weer talrijk en vestig mijn heiligdom in hun midden voor altijd.” (Eze 37:23-26 WV78)

[29] “ Ik sluit met hen een eeuwig verbond; Ik keer Mij nooit meer van hen af en blijf hen goed doen. De eerbied voor Mij leg Ik in hun hart, zodat ze Mij nooit meer verlaten.” (Jer 32:40 WV78)

“20 Dit zegt Jahwe: Als iemand ooit mijn verbond met de dag en de nacht zou verbreken, zodat het niet meer op tijd dag en nacht wordt, 21 dan wordt ook mijn verbond verbroken met mijn dienaar David; dan zal hij geen zoon meer hebben om hem op de troon op te volgen. Dit geldt ook voor mijn verbond met de levitische priesters die in mijn dienst staan. 22 Zo ontelbaar als de sterren aan de hemel, zo onmetelijk als het zand aan de zee, maak Ik het nageslacht van mijn dienaar David en van de levieten die in mijn dienst staan.” (Jer 33:20-22 WV78)

[30] “33 ¶ Zo waar Ik leef, spreekt Jahwe de Heer, met krachtige hand, met uitgestrekte arm, in ongebreidelde woede 34 zal Ik u terugvoeren uit de volken en samenbrengen uit landen waarover ge verspreid zijt. 35 Ik zal u de woestijn inleiden die tussen de volken ligt en u daar vonnissen, man voor man. 36 Zoals Ik uw voorvaderen gevonnist heb in de woestijn van Egypte, zo zal Ik u vonnissen, luidt de godsspraak van Jahwe de Heer. 37 Ik zal u onder de herdersstaf doen doorgaan en aan een telling onderwerpen. 38 Ik zal uit u verwijderen degenen die opstandig en kwaadwillig zijn tegenover Mij; uit het land waar ze als vreemden vertoeven zal Ik ze wegleiden, maar op de grond van Israël zullen ze niet komen, en gij zult erkennen dat Ik Jahwe ben. 39 Maar gij, huis van Israël, zo spreekt Jahwe uw God: Als gij doorgaat met uw afgoden te dienen, als ge niet naar Mij luistert, dan zult ge ervaren dat Ik mijn heilige naam niet langer door uw offergaven en uw afgoden laat ontwijden. 40 Want mijn heilige berg, de hoge berg van Israël, luidt de godsspraak van Jahwe de Heer, dat is de plaats op aarde waar heel het volk van Israël Mij zal vereren. Daar zal Ik u mijn goedgunstigheid tonen door uw gaven, uw eerstelingen en al wat gij Mij toewijdt, te aanvaarden. 41 Als in een geurige gave zal Ik behagen in u scheppen, als Ik u heb weggeleid uit de volken en u heb samengebracht uit de landen waarover ge verstrooid zijt, en zo door u aan de volken getoond heb dat Ik de Heilige ben. 42 Als ik u heb teruggebracht naar de grond van Israël, naar het land dat Ik onder ede aan uw voorvaders heb beloofd, zult ge erkennen dat Ik Jahwe ben. 43 Dan zult ge daar terugdenken aan uw wangedrag en aan al uw boze daden waardoor ge u verontreinigd hebt; en de schaamte over al wat ge misdaan hebt zal op uw gezicht te lezen staan. 44 En als Ik zo met u gehandeld heb, terwille van mijn naam en niet op grond van uw slecht gedrag en uw verdorven daden, zult ge erkennen dat Ik Jahwe ben, huis van Israël, luidt de godsspraak van Jahwe de Heer.” (Eze 20:33-44 WV78)

[31] “Zie, de dagen komen, Is de godsspraak van Jahweh, Dat Ik een verbond zal sluiten Met Israëls huis En het huis van Juda: Een nieuw verbond!” (Jer 31:31 CANIS)

[32] “want dit is mijn bloed van het Nieuwe Verbond, dat wordt vergoten voor velen tot vergiffenis der zonden.” (Mt 26:28 CANIS)

[33] “En daarom is Hij de Middelaar van een nieuw Testament, en is Hij gestorven tot verzoening van de overtredingen van het eerste, opdat de uitverkorenen de beloofde eeuwige erfenis zouden ontvangen.” (Heb 9:15 CANIS)

[34] “En daarom is Hij de middelaar van een nieuw verbond, opdat, nu Hij de dood had ondergaan, om te bevrijden van de overtredingen onder het eerste verbond, de geroepenen de belofte der eeuwige erfenis ontvangen zouden.” (Heb 9:15 NBG51)

[35] “De God nu des vredes, die onze Here Jezus, de grote herder der schapen door het bloed van een eeuwig verbond heeft teruggebracht uit de doden,” (Heb 13:20 NBG51)

[36] “Ik bedoel namelijk, dat Christus ter wille van de waarachtigheid Gods een dienaar van besnedenen geweest is, om de beloften, aan de vaderen gedaan, te bevestigen, {}” (Ro 15:8 NBG51)

[37] “Ik bedoel dit: de wet, die vierhonderd dertig jaar later is gekomen, maakt het testament, waaraan door God tevoren rechtskracht verleend was, niet ongeldig, zodat zij de belofte haar kracht zou doen verliezen.” (Ga 3:17 NBG51)

[38] Het Doopsel: http://belgianchristadelphians.googlepages.com/doopsel

Doop: http://belgianchristadelphians.googlepages.com/doopsel

[39] De onschuldige, Hogepriester en middelaar: http://belgianchristadelphians.googlepages.com/deonschuldige

Offerlam als zoenoffer voor heel de wereld: http://belgianchristadelphians.googlepages.com/dankbaarvoorverkregenoffer

Rond Jezus: http://belgianchristadelphians.googlepages.com/rondjezus

Het Zoenoffer: http://belgianchristadelphians.googlepages.com/hetzoenoffer

[40] “3 Of weet gij niet, dat wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? 4 Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood, opdat, gelijk Christus uit de doden opgewekt is door de majesteit des Vaders, zo ook wij in nieuwheid des levens zouden wandelen. 5 Want indien wij samengegroeid zijn met hetgeen gelijk is aan zijn dood, zullen wij het ook zijn met hetgeen gelijk is aan zijn opstanding; 6 dit weten wij immers, dat onze oude mens medegekruisigd is, opdat aan het lichaam der zonde zijn kracht zou ontnomen worden en wij niet langer slaven der zonde zouden zijn;” (Ro 6:3-6 NBG51)

“27 Want gij allen, die in Christus gedoopt zijt, hebt u met Christus bekleed. 28 Hierbij is geen sprake van Jood of Griek, van slaaf of vrije, van mannelijk en vrouwelijk: gij allen zijt immers een in Christus Jezus. {} {} 29 Indien gij nu van Christus zijt, dan zijt gij zaad van Abraham, en naar de belofte erfgenamen.” (Ga 3:27-29 NBG51)

“Vergadert Mij mijn gunstgenoten, die met Mij het verbond sluiten met offers.” (Ps 50:5 NBG51) Onschuldige

[41] “Want dit is het verbond, waarmede Ik Mij verbinden zal aan het huis Israels na die dagen, spreekt de Here: Ik zal mijn wetten in hun verstand leggen, en Ik zal die in hun harten schrijven, en Ik zal hun tot een God zijn en zij zullen Mij tot een volk zijn.” (Heb 8:10 NBG51)

“20 Wilt gij weten, gij dwaze mens, dat het geloof zonder de werken niets uitwerkt? 21 Is onze vader Abraham niet uit werken gerechtvaardigd, toen hij zijn zoon Isaak op het altaar legde? 22 Daaruit kunt gij zien, dat zijn geloof samenwerkte met zijn werken, en dat dit geloof pas volkomen werd uit de werken;” (Jak 2:20-22 NBG51)