doop

Belgische Christadelphians

Doop

Onderdompeling in water als teken van overgave en witwassing der zonden.

Dlijk vereiste

Jezus gaf voorbeeld. (Mattheüs 3:13-15; Hebreeën 10:7)

Symbool van verloochening of opdracht. (Mattheüs 16:24; 1 Petrus 3:21)

Als teken van onderdanigheid aan Christus Jezus, de Zoon van God en aan Zijn Vader, onze God en schepper van hemel en aarde. (Romeinen 6:4; Efeziërs 4:5 Lukas 3:3; Handelingen der Apostelen 19:4)

Alleen voor wie oud genoeg is voor onderwijs. (Mattheüs 28:19, 20; Handelingen der Apostelen 2:41)

Juiste manier volledige onderdompeling in water. (Handelingen der Apostelen 8:38, 39; Johannes 3:23; Markus 16:16; Romeinen 6:4)

B. Wast geen zonden af

Doop wel als symbool van Berouw tot vergeving van zonden (Lukas 3:3; Handelingen der Apostelen 19:4)

Jezus werd niet gedoopt om zonden af te wassen. (1 Petrus 2:22; 3:18)

Het is als een witwassing maar het is Jezus bloed dat zonden afwast. (1 Johannes 1:7)

De mens is vergankelijk doch door zijn doop kan hij zijn hoop uitdrukken op een vernieuwd leven na de Opstanding der doden. (Johannes 5:29)

*******

De Ware Doop

Als wij Christen heten, moeten wij op de gunst van God antwoorden, door de zwaktes en de trots van onze menselijke aard op te geven, door ze terzijde te zetten of als dood te aanschouwen en door aldus het voorbeeld van Jezus te volgen die aan een stuk hout is gestorven. Door zijn dood op de houten paal heeft Jezus de macht van de zonde vernietigd; sinds zijn opstanding is hij niet meer onderhevig aan de verleidingen van onze menselijke aard maar werd hij onsterfelijk. Degenen die „de oude mens“ kruisigen en die proberen om het voorbeeld van Jezus te volgen zullen zijn hulp ontvangen om tenslotte tot dezelfde stand van zegening te komen.

Geloven in de gezondene en hem gehoorzamen.

Men moet in diegene geloven die God heeft gezonden. (Johannes 6:29)

Diegene die gelooft in de zoon van God, Jezus Christus de Messias, in het eeuwige leven; maar die de zoon van God niet gehoorzaamt die zal het leven niet kennen, maar de woede van God zal op hem blijven. (Johannes 3:36) Gehoorzamen wil zeggen dat men aanvaardt wat Jezus over zijn Vader zegt, die hoger is geplaatst dan hem. (Johannes 14:28) Alsook moet men dan geloven wat die Vader van zijn geliefde zoon zegt. Eveneens houdt dat gehoorzamen in dat men datgene opvolgt van wat zowel Jezus als zijn Vader zeggen, omdat Jezus ons geboden heeft de Wil van zijn Vader op te volgen zoals hij ook steeds de wil van zijn Vader deed. (Lukas 22:42)

Wanneer men in Jezus Christus gelooft, de enig geboren zoon van God, moet men actie ondernemen om niet geoordeeld te worden. Diegene die niet gelooft wordt reeds geoordeeld, omdat hij niet namens de zoon heeft geloofd. Al degenen die niet hebben geloofd in de waarheid, maar die plezier aan de onrechtvaardigheid hebben genoten, zullen geoordeeld worden. (2 Thessalonicenzen 2:12) voor lafhartigen, vreesachtigen, lafaards, onbetrouwbaren, verdorvenen, boosdoeners en zij die zich gewagen aan afschuwelijk en moorddadig gedrag, alsook de ontuchtigen, enchanteurs, hoereerders, tovenaars, geestenbezweerders en alle leugenaars, is hun aandeel in de tweede dood. (Apocalyps 21:8)

"Daarom laat God dus een werking van dwaling tot hen gaan, zodat zij geloof gaan hechten aan de leugen, opdat zij allen geoordeeld worden omdat zij de waarheid niet hebben geloofd maar behagen hebben geschept in onrechtvaardigheid." (2 Thessalonicenzen 2:11-12)

"Maar wat de lafhartigen betreft en degenen die geen geloof hebben en degenen die walgelijk zijn in hun vuiligheid en moordenaars en hoereerders en degenen die spiritisme beoefenen en afgodendienaars en alle leugenaars, hun deel zal zijn in het meer dat met vuur en zwavel brandt. Dit betekent de tweede dood.” (Openbaring 21:8)

Aan degenen die de zoon van God hebben ontvangen, aan degenen die in zijn naam Jezus Christus van Nazareth geloven, heeft hij de macht gegeven om kinderen van God te worden. Degenen die in zijn naam geloven, die niet van het bloed, noch van de wil van het vlees, noch van de wil van de mens, maar van God zijn ontstaan. (Johannes 1:12 - 13) Want God heeft zo van de wereld gehouden, dat hij zijn enige zoon heeft gegeven, opdat ieder die in hem gelooft niet omkomt maar dat hij het eeuwige leven heeft. (Johannes 3:16)

Actie ondernemen

Daarvoor moet men berouw hebben, en moeten dezen die het geloof in zich dragen ook dat veruiterlijken en bevestigen. Het komt er op aan dat iedereen namens Jezus Christus, in remissie van de zonde wordt gedoopt; om de gift van de Heilige Geest te ontvangen. Wat houdt u nog verder tegen? Waarom treuzelt u nog? Waarom blijft je doopsel uit?

Sta op en zorg er voor dat je gedoopt wordt. Laat je dopen en zo je van jouw zonden wit wassen, door de naam van de Heer naar voor te brengen. De doop, redt u eveneens nu, door de opstanding van Jezus Christus; niet de doop in het nauwkeurige onderzoek van de vlekken van het vlees, maar die bestaat in het verzoek dat aan God is gericht vanuit een oprecht hart met een goed bewustzijn.

Dus gaat, wees een ware volgeling van Christus, zijn wensen opvolgend en overal discipelen makend, ze dopend voor de naam van de Vader en de zoon en de Heilige Geest.

"Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.”" (Mattheüs 28: 19-20)

"GIJ werd trouwens tot deze [loopbaan] geroepen, want ook Christus heeft voor U geleden, U een model nalatend opdat GIJ nauwkeurig in zijn voetstappen zoud treden." (1 Petrus 2: 21)

“Maar toen zij Filippus geloofden, die het goede nieuws van het koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus bekendmaakte, werden zij vervolgens gedoopt, zowel mannen als vrouwen. Ook Simon zelf werd een gelovige, en na gedoopt te zijn, bleef hij voortdurend bij Filippus; en hij stond verbaasd over de tekenen en grote krachtige werken die hij zag gebeuren.

Toen de apostelen in Jeruzalem vernamen dat Samaria het woord van God had aangenomen, zonden zij Petrus en Johannes naar hen toe; en dezen daalden af en baden voor hen dat zij heilige geest mochten ontvangen. Want die was nog op niemand van hen gevallen, doch zij waren alleen in de naam van de Heer Jezus gedoopt. Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen voorts heilige geest. “(Handelingen der Apostelen 8:12-17)

" ... Toen antwoordde Petrus: „Kan iemand water verbieden, zodat dezen, die evenals wij de heilige geest hebben ontvangen, niet gedoopt zouden worden?” Daarop gebood hij dat zij in de naam van Jezus Christus gedoopt zouden worden. Toen verzochten zij hem enige dagen te blijven." (Handelingen der Apostelen 10: 47-48)

"En hij zei tot hen: „Gaat heen in heel de wereld en predikt het goede nieuws aan de gehele schepping. Wie gelooft en gedoopt wordt, zal gered worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden." (Markus 16: 15-16)

"Toen opende hij hun verstand volledig zodat zij de betekenis van de Schriften begrepen, en hij zei tot hen: „Aldus staat er geschreven dat de Christus zou lijden en op de derde dag uit de doden zou opstaan, en op basis van zijn naam zou er in alle natiën berouw tot vergeving van zonden gepredikt worden — te beginnen vanuit Jeruzalem moet GIJ getuigen van deze dingen zijn. En ziet! ik zend over U uit wat door mijn Vader beloofd is. GIJ moet echter in de stad blijven totdat GIJ met kracht van boven wordt bekleed.” " (Lukas 24:45-49)

Als wij beweren christenen te zijn

Zullen wij weten dat wij het gebod van Christus moeten gehoorzamen om gevolg te geven aan ons geloof door middel van de doop:

Jezus "Laat Mij thans geworden, want aldus betaamt het ons alle gerechtigheid te vervullen" ... Terstond nadat Jezus gedoopt was, steeg Hij op uit het water... En zie, een stem uit de hemelen zeide: "Deze is mijn Zoon, de geliefde, in wie Ik mijn welbehagen heb" (Mattheüs 3:15-17)

"Wie gelooft en zich laat dopen, zal behouden worden, maar wie niet gelooft, zal veroordeeld worden" (Marcus 16:16)

"Tenzij iemand geboren wordt uit water en Geest, kan hij het Koninkrijk Gods niet binnengaan" (Johannes 3:5)

Petrus "Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden"; "Zij dan, die zijn woord aanvaardden, lieten zich dopen... En zij bleven volharden bij het onderwijs der apostelen en de gemeenschap, het breken van het brood en de gebeden"(Handelingen der Apostelen 2.38, 41, 42)

Paulus ".. wij allen, die in Christus Jezus gedoopt zijn, in zijn dood gedoopt zijn? Wij zijn dan met Hem begraven door de doop in de dood" (Romeinen 6:3-4)

Onderdompeling

In de Bijbel is de doop een begrafenis in water, ondergaan door degenen die het verlangen hebben beleden hun vroegere levenswijze te kruisigen en te begraven, en een nieuw begin te maken in een herrezen leven met Christus. Het wordt uitgevoerd door een totale onderdompeling of onderbrenging van het lichaam in het water.

Het Griekse "baptizein" betekend indompelen, onder water dompelen, onderdompelen.

"In de loop van die dagen kwam Jezus uit Nazareth in Galilea en werd door Johannes in de Jordaan gedoopt. En onmiddellijk toen hij uit het water opkwam, zag hij de hemelen vaneengaan en de geest gelijk een duif op hem neerdalen; en er kwam een stem uit de hemelen: „Gij zijt mijn Zoon, de geliefde; ik heb u goedgekeurd.” (Markus 1: 9-11)

"Nadat Jezus was gedoopt, kwam hij onmiddellijk omhoog uit het water; en zie! de hemelen werden geopend, en hij zag Gods geest gelijk een duif neerdalen en op hem komen." (Mattheüs 3: 16)

"Maar Johannes doopte ook, in Enon bij Salim, omdat daar een grote hoeveelheid water was, en er bleven mensen komen, die werden gedoopt; Johannes was namelijk nog niet in de gevangenis geworpen." (Johannes 3:23)

"Terwijl zij nu voortgingen op de weg, kwamen zij aan een zeker water, en de eunuch zei: „Zie! Hier is water, wat belet mij gedoopt te worden?”—— Toen gebood hij de wagen te doen stilhouden, en beiden, zowel Filippus als de eunuch, daalden af in het water, en hij doopte hem. Toen zij uit het water omhooggekomen waren, voerde Jehovah’s geest Filippus vlug weg, en de eunuch zag hem niet meer, want hij vervolgde zijn weg met blijdschap. " (Handelingen der Apostelen 8: 36,38-39)

Symbool van geloof

De doop is een symbool van iemands geloof, van beslissing die men neemt ten gunste van Gods Woord en de daarin uiteengezette voorzieningen en verantwoordelijkheden.

"Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! Ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.” (Mattheüs 28: 19-20)

"Zij dan die zijn woord van harte aanvaardden, werden gedoopt, en er werden op die dag ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. En zij bleven zich toeleggen op het onderwijs van de apostelen en het [met elkaar] delen, het nuttigen van maaltijden en gebeden. " (Handelingen der Apostelen 2:41-42)

"Maar toen zij Filippus geloofden, die het goede nieuws van het koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus bekendmaakte, werden zij vervolgens gedoopt, zowel mannen als vrouwen." (Handelingen 8: 12)

Leven volgens geloof

Om in aanmerking te komen voor doop, moet iemands leven in overeenstemming zijn met Bijbelse morele maatstaven.

"Petrus [zei] tot hen: „Hebt berouw, en laat een ieder van U worden gedoopt in de naam van Jezus Christus tot vergeving van UW zonden, en GIJ zult als vrije gave de heilige geest ontvangen. Want U komt de belofte toe en UW kinderen en allen die ver weg zijn, zovelen als Jehovah, onze God, er tot zich zal roepen.” En met nog vele andere woorden legde hij grondig getuigenis af en bleef hen vermanen en zei: „Wordt gered uit dit kromme geslacht.” Zij dan die zijn woord van harte aanvaardden, werden gedoopt, en er werden op die dag ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. En zij bleven zich toeleggen op het onderwijs van de apostelen en het [met elkaar] delen, het nuttigen van maaltijden en gebeden. " (Handelingen der Apostelen 2: 38-42)

"dat GIJ de oude persoonlijkheid, die met UW vroegere levenswandel overeenkomt en die naar haar bedrieglijke begeerten wordt verdorven, dient weg te doen, maar dat GIJ nieuw gemaakt dient te worden in de kracht die UW denken aandrijft, en de nieuwe persoonlijkheid dient aan te doen, die naar Gods wil werd geschapen in ware rechtvaardigheid en loyaliteit." (Efeziërs 4:22-24)

"Doodt daarom UW lichaamsleden die op de aarde zijn ten aanzien van hoererij, onreinheid, seksuele begeerte, schadelijke verlangens en begerigheid, welke afgoderij is. Wegens die dingen komt de gramschap van God. Ook GIJ hebt eens in diezelfde dingen gewandeld, toen GIJ er nog in leefde. Maar doet ze nu werkelijk alle van U weg: gramschap, toorn, slechtheid, schimpend gepraat en ontuchtige taal uit UW mond. Liegt niet tegen elkaar. Legt de oude persoonlijkheid met haar praktijken af en bekleedt U met de nieuwe [persoonlijkheid], die door middel van nauwkeurige kennis wordt vernieuwd naar het beeld van Degene die ze schiep" (Kolossenzen 3:5-10)

Zonder bloed geen vergeving.

Eigenlijk kan er geen vergeving over ons komen zonder het zoenoffer van Christus. De levenskracht van mens en dier is zijn bloed door de erfzonde is de dood tot ons gekomen en kunnen wij slechts opnieuw tot leven komen door bloed van een offerlam. Christus Jezus is dat Lam van God. Hij heeft zich vrijwillig onderworpen aan de Wil van zijn Vader en over gegeven aan de mensheid. Hierdoor kunnen wij door zijn loskoopoffer bevrijdt worden. In zijn dood worden wij als het ware gedoopt.(Romeinen 6:3-5,8) en in zijn doop werden wij als het ware reeds begraven.(Kolossenzen 2:12) Jezus werd in een graf begraven. Het graf omringde volledig zijn lichaam. In die zin werd hij begraven door volledige onderdompeling of volledige bedekking door aarde en water. In onderdompeling zijn wij symbolisch begraven. Dit gebeurt niet met sproeien of een beetje water over iemand gieten. Wij kunnen deze zoon van God tot verzoening gebruiken, want door de levenskracht bewerkt zijn bloed verzoening of absolutie. (Levieten 17:11,14) De ‘ziel’ betekent eigenlijk: keel, adem, levensadem, leven, persoon en is het onderwerp van redding, namelijk mogelijke opstanding uit de dood.

Jezus werd door God aangesteld om het perfecte antitypisch offer te zijn - de substantie naar de verschillende schaduwaanbiedingen onder de Wet. Een Lam zonder smet, vlek of bevlekking dat om die reden in de wereld was gekomen en om die opdracht werd hij geboren. In hem die geen zonde deed kunnen wij het Lam van God aanschouwen dat wegneemt de zonde van de wereld (Johannes 1:29; 1 John 3:5; 1 Peter 2:22; 2Corinthians 5:21). Jezus was dat Heilige Offerlam dat geboren is uit de Maagd Maria om de Zoon van God genoemd te worden (Luke 1:35). Wegens zijn auteurschap werd hij gemachtigd voor ons te doen dat wij, wegens ons auteurschap, zonder macht waren om voor onszelf te doen - dat wil zeggen om ons tot God te verzoenen. (Romeinen 5:6,10).

Door berouw te tonen en het Woord van God van harte te aanvaarden en ons toe te leggen op het onderwijs van de apostelen en bereid te zijn in het licht van God te wandelen met erkenning van Jezus naam en opdracht, zullen wij kunnen opstaan en onze zonden weggewassen zien, doordat wij zijn naam aanroepen.(Handelingen 2:41-47; 1 Johannes 1:7; Handelingen 22:16)

"De volgende dag zag hij Jezus naar zich toe komen, en hij zei: „Zie, het Lam Gods dat de zonde der wereld wegneemt!" (Johannes 1:29)

"Hijzelf heeft in zijn eigen lichaam onze zonden gedragen aan de paal, opdat het voor ons met de zonden afgedaan zou zijn en wij voor rechtvaardigheid zouden leven. En „door zijn striemen zijt GIJ gezond gemaakt”." (1 Petrus 2: 24)

"Christus heeft ons losgekocht van de vloek der Wet door voor ons in de plaats een vloek te worden, want er staat geschreven: „Vervloekt is een ieder die aan een paal is gehangen.”" (Galaten 3: 13)

"Hij heeft zichzelf voor onze zonden gegeven om ons te bevrijden van het tegenwoordige goddeloze samenstel van dingen, volgens de wil van onze God en Vader, aan wie de heerlijkheid zij in alle eeuwigheid. Amen."" (Galaten 1: 4-5)

"Degene die geen zonde kende, heeft hij voor ons tot zonde gemaakt, opdat wij door bemiddeling van hem Gods rechtvaardigheid zouden worden." (2 Korinthiërs 5: 21)

"Evenals de Zoon des mensen niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn ziel te geven als een losprijs in ruil voor velen.”" (Mattheüs 20: 28)

"Ja, bijna alle dingen worden volgens de Wet met bloed gereinigd, en indien er geen bloed wordt vergoten, geschiedt er geen vergeving. " (Hebreeën 9: 22)

"Moge dat nooit geschieden! Hoe zullen wij, daar wij met betrekking tot de zonde zijn gestorven, daarin nog langer blijven leven? Of weet GIJ niet dat wij allen die in Christus Jezus werden gedoopt, in zijn dood werden gedoopt? Daarom werden wij met hem begraven door middel van onze doop in zijn dood, opdat ook wij, evenals Christus door middel van de heerlijkheid van de Vader uit de doden werd opgewekt, evenzo in een nieuwheid des levens zouden wandelen. Want indien wij één met hem zijn geworden in de gelijkheid van zijn dood, zullen wij stellig ook [één met hem] zijn [in de gelijkheid] van zijn opstanding; want wij weten dat onze oude persoonlijkheid met [hem] aan de paal werd gehangen, opdat ons zondig lichaam inactief gemaakt zou worden, zodat wij niet langer slaven van de zonde zouden blijven. Want wie gestorven is, is van [zijn] zonde vrijgesproken. Indien wij bovendien met Christus zijn gestorven, geloven wij dat wij ook met hem zullen leven." (Romeinen 6: 2-8)

"En nu, waarom talmt gij nog? Sta op, laat u dopen en was uw zonden weg doordat gij zijn naam aanroept." (Handelingen der Apostelen 22: 16)

Kinderdoop on-Schriftuurlijk

Johannes de Doper trok mensen aan en doopte hen door onderdompeling in de Jordaan. Jezus gaf ook aan zijn apostelen de opdracht de mensen in te lichten en hen de vele dingen over God, het Koninkrijk van God en de beloofde Messias te vertellen, leerlingen en volgelingen te maken en hen te dopen. Die bekering tot vergiffenis der zonden welke zou moeten worden gepreekt aan alle volken, hield in dat de toehoorders voldoende besef moesten hebben om te weten dat zij verkeerd hadden gehandeld en gezondigd hadden. Zulk een besef kan slechts op latere leeftijd tot iemand komen. Om woorden van harte te kunnen aanvaarden moeten deze goed kunnen doordringen in de geest en moet men er voldoende maturiteit voor hebben.

Na de lering moet men met het besluiten om zich te laten dopen zich ook volledig kunnen beheersen en aan zijn karakter te werken om zo een nieuwe mens in Christus te worden, en dat kan alleen maar als men tot de jaren van verstand is gekomen.

“"Gaat daarom en maakt discipelen van mensen uit alle natiën, hen dopende in de naam van de Vader en van de Zoon en van de heilige geest, en leert hun onderhouden alles wat ik U geboden heb. En ziet! ik ben met U alle dagen tot het besluit van het samenstel van dingen.”” (Mattheüs 28:19-20)

“Zij dan die zijn woord van harte aanvaardden, werden gedoopt, en er werden op die dag ongeveer drieduizend zielen toegevoegd. En zij bleven zich toeleggen op het onderwijs van de apostelen en het [met elkaar] delen, het nuttigen van maaltijden en gebeden.“ (Handelingen der Apostelen 2: 41-42)

“Maar toen zij Filippus geloofden, die het goede nieuws van het koninkrijk Gods en van de naam van Jezus Christus bekendmaakte, werden zij vervolgens gedoopt, zowel mannen als vrouwen. Ook Simon zelf werd een gelovige, en na gedoopt te zijn, bleef hij voortdurend bij Filippus; en hij stond verbaasd over de tekenen en grote krachtige werken die hij zag gebeuren.

Toen de apostelen in Jeruzalem vernamen dat Samaria het woord van God had aangenomen, zonden zij Petrus en Johannes naar hen toe; en dezen daalden af en baden voor hen dat zij heilige geest mochten ontvangen. Want die was nog op niemand van hen gevallen, doch zij waren alleen in de naam van de Heer Jezus gedoopt. Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen voorts heilige geest. “(Handelingen der Apostelen 8:12-17)

“Toen nu al het volk werd gedoopt, werd ook Jezus gedoopt, en terwijl hij bad, werd de hemel geopend en daalde de heilige geest in lichamelijke gedaante gelijk een duif op hem neer, en er kwam een stem uit de hemel: „Gij zijt mijn Zoon, de geliefde; ik heb u goedgekeurd.”

Deze Jezus was bovendien, toen hij [met zijn werk] begon, ongeveer dertig jaar, terwijl hij, naar men meende, de zoon was van Jozef, [zoon] van Eli,” (Lukas 3: 21-23)

Schriftuuraanhalingen uit de Nieuwe Wereldvertaling

> Doopsel

-_-_-

Voorkeur gevende aan het Woord van God in plaats van aan het woord van mensen en aan tradities.