bestemminggetrouwenenrechtvaardigen

Belgische Christadelphians

Bestemming Getrouwen en Rechtvaardigen

Bestemming voor de Getrouwen en Rechtvaardigen.

De bijbel belooft dat diegenen die nederig van hart zijn en zachtmoedig, de aarde zullen krijgen en in het land mogen wonen en genieten van een onuitsprekelijke vrede.

Ook al zullen alle naties, koningen en grootheden onder de hemel hun macht kwijtraken aan het heilige volk van God zal Hij voor eeuwig over alles en iedereen regeren en alle machthebbers zullen Hem dienen en gehoorzamen. Uiteindelijk zal de erfenis toekomen aan de mensen op aarde waar getrouwen en rechtvaardigen bijeengebracht zullen worden in een Koninkrijk en zij zullen heersen op de aarde.

De Bijbel zegt ons:

“de ootmoedigen beerven het aardrijk, laven zich aan de volheid des vredes.” (Ps 37:11 WV78)

“Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen het land bezitten.” (Mt 5:5 WV78)

“En Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninklijk geslacht van priesters, en zij zullen heersen op de aarde.’” (Opb 5:10 WV78)

“Tegelijkertijd vergruizelden toen het ijzer, brons, zilver en goud en werden door de wind meegevoerd als het kaf bij het dorsen van het koren. Van het beeld bleef niets over, maar de steen die het getroffen had, werd een grote berg die heel de aarde bedekte.” (Da 2:35 WV78)

“Maar in de tijd van de koningen zal de God des hemels een rijk stichten dat in eeuwigheid niet te gronde zal gaan en niet aan een ander volk zal uitgeleverd worden. Het zal al die rijken verpletteren en er een eind aan maken, maar zelf zal het in eeuwigheid blijven bestaan.” (Da 2:44 WV78)

“Dan zal het koningschap, de heerschappij en de luister van al de rijken onder de hemel gegeven worden aan het volk van de heiligen van de Allerhoogste. Zijn koningschap is een eeuwig koningschap en alle machten zullen hem dienen en gehoorzamen.’” (Da 7:27 WV78)

“de hemel behoort aan de Heer, aan het mensdom schonk Hij de aarde.” (Ps 115:16 WV78)

“Nooit is er iemand naar de hemel geklommen, tenzij Hij die uit de hemel is neergedaald, de Zoon des Mensen.” (Joh 3:13 WV78)

“Een onvergankelijke, onbederfelijke, onaantastbare erfenis is voor u weggelegd in de hemel. In Gods kracht geborgen door het geloof, wacht gij op het heil, dat al gereed ligt om op het eind van de tijd geopenbaard te worden.” (1Pe 1:4-5 WV78)

“Weest daarom wakker en actief, weest nuchter, vestigt heel uw hoop op de genade die uw deel wordt, wanneer Jezus Christus zich zal openbaren.” (1Pe 1:13 WV78)

“Maar ons vaderland is in de hemel, en uit de hemel verwachten wij onze verlosser, de Heer Jezus Christus. Hij zal ons armzalig lichaam herscheppen en het gelijkvormig maken aan zijn verheerlijkt lichaam, met dezelfde kracht die Hem in staat stelt het heelal aan zich te onderwerpen.” (Flp 3:20-21 WV78)

DE TOEKOMST VAN DE RECHTVAARDIGEN

Als wij beweren christenen te zijn

behoren wij te erkennen dat wij ons loon op aarde moeten verwachten en niet in de hemel:

De Psalmen

“De hemel is de hemel van de Hete, maar de aarde heeft Hij de mensenkinderen gegeven” (Psalm 115:16)

Jezus

“Zalig de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beerven” (Mattheüs 5:5)

Johannes

“En niemand is opgevaren naar de hemel, dan die uit de hemel nedergedaald is, de Zoon des mensen” (Johannes 3:13)

Daniël

“De steen die het beeld getroffen had, werd tot een grote berg, die de gehele aarde vulde... In de dagen van die koningen zal de God des hemels een koninkrijk op­richten, dat in eeuwigheid niet zal te gronde gaan”.

“En het koningschap, de macht en de grootheid der koninkrijken onder de ganse hemel zal gegeven worden aan het volk van de heiligen des Allerhoogsten” (Daniël 2:35, 44; 7:27)

Jezus

“Gij hebt hen voor onze God gemaakt tot een koninkrijk en tot priesters, en zij zullen als koningen heersen op aarde” (Openbaring 5:10)

De Bijbel vertelt ons dat ons loon thans weggelegd is in de hemelen, bij Christus, gereed om op aarde geopenbaard te worden bij Zijn komst:

Petrus

“Tot een onvergankeljke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u, die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, welke gereed ligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd.”

“Vestigt uw hoop volkomen op de genade, die u gebracht wordt door de openbaring van Jezus Christus” (1 Petrus 1.4-5, 13)

Paulus

“Want wij zijn burgers van een rijk in de hemelen, waaruit wij ook de Here Jezus Christus als verlosser verwachten, die ons vernederd lichaam veranderen zal” (Filippenzen 3:20)21

De Bijbel vertelt ons dat de aarde, waar God de mens in den beginne plaatste, de plaats is waar die mens zijn zegen zal ontvangen.

(#1Pe 1:3-9): 3 Gezegend zij de God en Vader van onze Heer Jezus Christus, want overeenkomstig zijn grote barmhartigheid heeft hij ons door middel van de opstanding van Jezus Christus uit de doden een nieuwe geboorte gegeven tot een levende hoop, 4 tot een onverderfelijke en onbesmette en onverwelkelijke erfenis. Ze is in de hemelen weggelegd voor U, 5 die door Gods kracht door middel van geloof behoed wordt tot een redding welke gereed ligt om in de laatste tijdsperiode geopenbaard te worden. 6 In dit feit verheugt GIJU zeer, alhoewel GIJ op het ogenblik voor een korte tijd, indien het zo moet zijn, door velerlei beproevingen wordt bedroefd, 7 opdat de beproefde hoedanigheid van UW geloof - welke van veel grotere waarde is dan goud, dat vergaat ook al wordt het door vuur beproefd - een reden tot lof en heerlijkheid en eer bevonden moge worden bij de openbaring van Jezus Christus. 8 Ofschoon GIJ hem nimmer hebt gezien, hebt GIJ hem lief. Ofschoon GIJ hem op het ogenblik niet aanschouwt, oefent GIJ toch geloof in hem en verheugt GIJU zeer met een onuitsprekelijke en verheerlijkte vreugde, 9 daar GIJ het einddoel van UW geloof ontvangt, de redding van UW ziel.

(#1Pe 1:13):13 Versterkt daarom UW geest tot activiteit, houdt UW zinnen volledig bij elkaar; vestigt UW hoop op de onverdiende goedheid die U ten deel zal vallen bij de openbaring van Jezus Christus.

(#Ps 115:16): 16 Wat de hemel betreft, aan Jehovah behoort de hemel toe, Maar de aarde heeft hij aan de mensenzonen gegeven.

(#Ge 1:27-28): 28 Voorts zegende God hen en God zei tot hen: „Weest vruchtbaar en wordt tot velen en vult de aarde en onderwerpt haar, en hebt de vissen der zee en de vliegende schepselen van de hemel en elk levend schepsel dat zich op de aarde beweegt, in onderworpenheid."

(#De 32:7-8): 8 Toen de Allerhoogste de natiën een erfdeel gaf, Toen hij de zonen van Adam van elkaar scheidde, Stelde hij voorts de grenzen der volken vast, Rekening houdend met het aantal der zonen van Israël.

(#De 30:18-20): 19 Waarlijk, ik neem heden de hemel en de aarde tegen U tot getuigen, dat ik u het leven en de dood heb voorgelegd, de zegen en de vervloeking; en gij moet het leven kiezen, opdat gij moogt blijven leven, gij en uw nageslacht, 20 door Jehovah, uw God, lief te hebben, door naar zijn stem te luisteren en door hem aan te hangen; want hij is uw leven en de lengte uwer dagen, opdat gij moogt wonen op de bodem die Jehovah uw voorvaders Abraham, Isaäk en Jakob onder ede beloofd heeft hun te geven."

(#Psalm 37:8-9):9 Want de boosdoeners zelf zullen afgesneden worden, Maar wie op Jehovah hopen, díe zullen de aarde bezitten.

(#Pr 2:20-22): 20 Het doel is, dat gij de weg der goeden moogt bewandelen en dat gij de paden van de rechtvaardigen moogt houden. 21 Want de oprechten zijn het die op de aarde zullen verblijven, en de onberispelijken zijn het die erop zullen overblijven. 22 Wat de goddelozen betreft, zij zullen van de aarde zelf worden afgesneden; en wat de verraderlijken betreft, zij zullen ervan worden weggerukt.

(#Ps 37:11): 11 De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, En zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.

(#Mt 5:5): 5 Gelukkig zijn de zachtaardigen, want zij zullen de aarde beërven.

(#Ps 37:11): 11 De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, En zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.

(#Ps 37:29): 29 De rechtvaardigen, díe zullen de aarde bezitten, En zij zullen er eeuwig op verblijven.

Voorkeur gevende aan het Woord van God in plaats van aan het woord van mensen en aan tradities.